üjmiHA DURYEA Wat? Een boot met raderen? ^et oude vekmaahde mede! EEN AARDIGE SLAAPKAMER- 10 De eerste raderboot vond indertijd aller- wege bewondering. Zij was, een eeuw ge leden, een groote verovering der teehniek. Heel andere schepen echter, bevaren thans de oceanen. Alleen wat goed en niet te verbeteren was, heeft zich gehandhaafd - zooals, bijvoorbeeldMA1ZKMA vóór bijkans 100 jaar bij duizenden huisvrouwen in dagelijksch gebruik. Ook nu nog heeft NUUZEM fabrikaat DURYEA, de voorkeur van tallooze Nederlandsche huisvrouwen, die van de voortreffe lijke eigenschappen van MAIZESA da gelijks profiteeren. ets ,t/S^ DURYEACUSTARD 37 afstanden verkleind wordenmen haakt nu telkens 1 d. st. boven 1 lengte-toer van het ovale middenstuk, terwijl men in de diep wegliggende hoekjes telkens tussclien de toeren 1 driedubbel st. haakt. Er moeten 256 lussen in het totaal in de rondte worden gemaakt. Na 1 toer hecht men weer bij den len steek aan en haakt met kettingsteken tot aan het le lusje, haalt den draad ter hoogte van een lusje omhoog, haakt 1 vaste, x 1 losse en haalt de losse als een lusje over het staafje dan insteken in de vaste (zie pijl bij het werkproefje), den draad doorhalen en 3 lossen, 1 vaste in het volgende lusje haken. Vanaf x telkens herhalen. Den 3en toer op dezelfde wijze haken, maar tusscheu de lusjes nu 4 lossen. Bij den 4en toer haakt men in ieder lusje 1 vaste en daartusschen 4 lossen. Is deze toer af, dan den draad afknip pen en met garen nr. 90 aanhechten in de le losse na 8 lusjes, geteld vanaf het midden van een smalle zijde van het kleed. Vervolgens haakt men le loer 3 lossen (in pl. van het le st.) en telkens 1 st. in de 9 volgende steken dan 18 x afw. 2 lossen, 1 st. in den 3en volgenden steekvervol gens telkens 1 st. in de 9 volgende steken 6 lossen, 1 vaste in den vol genden steek van het lusje6 lossen en vervolgens verder haken volgens tel- patroontje b. Men moet er op letten, dat men het werk zooveel mogelijk gelijk moet ver- deelen. Een patroontje van het eene pijltje tot het andere (zie b) moet boven 16 lusjes worden gewerkt en boven 80 steken. Men werkt 16 patroontjes in het rond, hecht na 6 lossen weer bij het le st. aan, haakt met kettingst. tot aan het 4e st. en haakt dan volgens telpatr. verder, waarbij men voor het le st. van iederen toer telkens 3 lossen haakt. De vasten, die men na den lossenboog tus- sehen 2 punten haakt, wordt telkens om beurten om 1 lossenboogje van den vorigen toer gehaakt. De los8enboogjes bestaan bij den 2en5en toer uit 7 lossen, bij den 6en13en toer uit 8 lossen. Bij den 13en toer haakt men boven de stokjesgroepen in het le st. 1 vaste dan 2 x afw. 2 lossen, 1 vaste in het 3e volgende st. en bovendien haakt men tusschen het 4e en 5e en het 9e en 10e lossenboogje van den vorigen toer geen lossen. Bij den 14en toer telkens 1 vaste in iederen steek. DAT MAKEN WE ZELF rNe hierbij afgebeelde slaapkamerlamp is al zeer gemakkelijk te vervaardigen. Het triplex, dat we er voor gebruiken, is van een 5 mm. dikte. In de eerste plaats dan zagen we een rond plankje met een mid dellijn van 6 cm. en beitsen dit. Vervolgens een ring, waarvan de grootste straal 10 cm. en de kleinste 8,5 om. eerst met de afwer king van dit laatste ringetje. Aan den bui tenrand boren we kleine gaatjes op een afstand van 'n halven cm. We overtrekken nu den geheelen ring met de gekozen zijde en naaien deze in de gaatjes vast. Van dikke koordzijde vervaardigen we een 12 cm. langen kwast, in de kleur van het gebruikte materiaal voor de kap. Dezen kwast bevestigen we in het midden van den overtrokken cirkel. Vervolgens naaien we een 180 cm. lange en 23 cm. breede strook in de breedte aan elkaar. Eén zijde rimpelen we in tot delengte van den binnenomtrek van een cirkel, dien we hiertoe eerst nog moeten zagen. De straal van den buitenrand hiervan bedraagt 58 cm., terwijl de straal van den binnenrand 46 cm. is. Iets van den binnenrand af boren we wederom kleine gaatjes, en hierin bevestigen we de ingehaalde zijde van de strook met een klein dubbel inslagje. De andere zijde van de strook wordt ingerimpeld tot den omtrek van den buitenrand van den kleinen overtrokken cirkel. Hiertoe rimpelen we drie rijen boven elkaar, op een afstand van 1 cm. De rimpeldraden worden aan den bin- i A AA l nenkant afgeknoopt. Dit ingerimpelde ge deelte nu bevestigen we met een klein kopje op den buiten rand van den overtrok ken cirkel, en zorgen ervoor dat de steken niet te zien zijn. Deze leggen we zooveel mo gelijk in de plooitjes van het rimpsel. Nu rest ons nog de koorden van de lamp en de plafonnier te bevestigen. Dit ge schiedt bij deze lamp op een zeer eenvoudige wijze. In den ring en de plafonnier boren we op gelijken afstand drie gaatjes, waardoor het koord getrokken kan worden. (Hiertoe passen we den straal van den cirkel op den cirkelomtrek af. De ver kregen punten vormen een zeshoek. Voor den benoodigden driehoek nemen we om den anderen een punt.) We bevestigen nu de koorden, door aan het doorgetrokken uiteinde een kraal te naaien, of eenvoudig een stevi- gen dubbelen knoop in het koord te leggen en dezen vast te naaien. Vinden we de koorden alleen te ijl, dan kunnen we er drie kralen aan rijgen, of er knoo- pen in Een draad met fitting vormt ten slotte de laatste benoodigdheid voor deze lamp, die we met twee groote schroeven tegen het plafond schroeven. Aardig is het, voor deze lamp f bloemde zijde te gebruiken. Licht blauwe, gebloemde zijde met een don ker gebeitsten rand en plafonnier, met lichte blauwe koorden, geeft een zeer aardig effect. Ook een donkerbruine rand met rose gebloemde zijde staat, zeer fleurig. PRUL Gebruik ook met haar heerlijk zachten roomigen smaak 15 ets. p. pak FABRIKAAT

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 37