D
VISITE BIJ DEN
DOKTER
door Philip Col son
4
,e vreemde ruiter kwam in
galop de dorpsstraat van
Angel inrijden en hield bij
het huisje van Abe Carston met
straffe hand zijn paard in. Abe
stond aan de deur en hoorde een
liooge, zangerige stem vragen, of er
een dokter woonde in het dorp.
..Zeker wel," zei hij, niet zonder
trots. „Rechtuit, twee huizen
voorbij den molen."
,,I)ank je wel," zong de ander
en toen Abe hem eens goed aankeek, stelde hij bij
zielizelf vast, dat hij nog nooit zoo'n melkmuil op
een paard had zien zitten. Hij oogde hem na en
sloeg eensklaps een gat in de lucht van verbazing.
„Een meisje," mompelde, hij. „Ik wil niet langer
Carston heeten, als dat geen vrouwspersoon is.
Vijf minuten later ontving Percy Stowe, die sinds
een half jaar de collegebanken van de Columbia-
universiteit verwisseld had voor een armoedige
plattelandspraktijk in Angel, een vreemde bezoekster
in zijn spreekkamer. Het was een aardig meisje,
warm van opwinding en gekleed in een geruite
rijbroek en 'n cowboyblouse. Zij droeg rijlaarzen
en een pet, waaronder een enkel weerbarstig blond
krulletje te voorschijn kwam. In haar verschijning
droeg zij de wilde romantiek mee van de prairie
en de geuren van paarden en rijp prairiegras.
„Ga zitten, jongedame," zei Percy verbaasd.
„Waarmee kan ik je van dienst zijn
Het meisje schrok zichtbaar. „Zie ik er erg meisjes
achtig nit vroeg ze. „Ik dacht niet., dat. mijn
vermomming zóó doorzichtig was.
Haar zangerige stem had een beschaafden klank,
die Percy terug deed komen op zijn aanvankelijke
meening, dat hij met 'n meisje van den farm te doen
had. Ook merkte hij op, dat haar handen blank en
teer waren, als van Saksisch porcelein.
„Voor iemand, die niet stekeblind is. lachte
hij.
Het meisje bleef ernstig. De gejaagdheid, waarmee
zij binnengetreden was, verried zich nu ook in haar
stem. „Ik heet Madge Johnson," hernam zij. ,,'k Zou
graag willen, dat u meeging, om een kogelwond
te verbinden. Mag ik echter op uw discretie reke
nen Niemand inag weten, wat ik hier kom doen.'
Percy aarzelde geen oogenblik. „Ik ben niet ge
woon over mijn patiënten met anderen te spreken,
juffrouw Johnson," stelde hij haar glimlachend
gerust. „Waar bevindt zich de patient t'
„Een half uur hier vandaan. Hij wacht in een
paardenschutir."
Het meisje verzette zich ongeduldig van den eenen
voet op den anderen en Percy kwam haastig over
eind. „Een oogenblik, jongedame ik ben terstond
gereed."
Hij pakte zijn verbandtasch en ging zijn paard
zadelen. Het meisje was liem gevolgd en heescli
zieli vlug in het zadel. Een oogenblik later galop
peerden zij de dorpsstraat uit, nagestaard door Abe
Carston, die nog altijd voor zijn huisje stond.
Zwijgend reden zij naar buiten. Angel lag aan
den rand van de prairie, een ideaal oord voor de
paardenfokkers, die er zich gevestigd hadden. De
wegen waren er niet geplaveid, alleen te paard kon
men hier snel vooruitkomen. Het meisje hield den
galop een kwartier lang vol. Toen liet zij haar paard
in een rustigen stap overgaan. Zij zag vuurrood van
opwinding.
„Sapperloot, u rijdt als de beste,' riep Percy
bewonderend uit, terwijl hij naast haar kwam rijden.
Hij hijgde naar adem.
„Ik kom uit een eenzame streek, waar de afstan
den groot zijn," antwoordde het meisje eenvoudig.
„Dan bent u dien snellen galop dus gewend.
Mijn compliment, miss Johnson. Ik zou het niet lang
volhouden. Ik zal zelfs blij */ijn, als ik dadelijk vol
doende op streek ben gekomen, om m'n werk naar
belmoren te doen."
„Beklaagt u zich vroeg zij met een onverschil
lige stem.
„Volstrekt niet," haastte hij zich. „En als u niets
ernstigers voor me in petto houdt
Zijn toon was schertsend, maar geen oogenblik
week de ernst van het meisje.
„Wie weet," zei ze, een ondoorgrondelijken blik
op hem vestigend. „Vóór het avond is, hebt u mis
schien wél reden zich over mij te beklagen.
Percv zei tot. zichzelf, dat Madge Johnson een
raadsel was. Maar geen onplezierig of vervelend
raadsel hoogstens een onoplosbaar. De. geheim
zinnigheid, die haar omgaf, prikkelde zijn nieuws
gierigheid en den lust, klaarheid te brengen in
het raadsel. Hij keek haar van terzijde even aan.
De vuurroode blos van opwinding riep een eigenaar
dig, tintelend gevoel in hem wakker en een drang
naar intimiteit.
,.U zou me ongerust maken," schertste hij. „V elke
reden zou u hebben om mij, een vreemde, die u
niet het minste kwaad heeft gedaan, in moeilijk
heden te brengen, die mij deze ontmoeting zouden
kunnen doen betreuren
Voor het eerst ontdekte hij een spoor van zenuw
achtigheid op haar gelaat. „U gebruikt daar het
juiste woord.' zei ze, „moeilijkheden. Ik lieh uw
belofte, dat u zult zwijgen over alles, wat samenhangt
met mijn bezoek ik hoop, dat u zich die belofte
zult weten te herinneren, als die moeilijkheden zich
ooit eens zouden voordoen.
Hij dacht haar eindelijk te begrijpen die
kogelwond, waarvoor zij hem geroepen had, was een
zaak, die de justitie aanging. Waarschijnlijk ging
liet om een prairieduel en was er kans, dat de een
of andere sheriff er zijn neus instak. Zooals hem
reeds éénmaal overkomen was, toen hij zich hier pas
gevestigd had. Twee beleedigde cowboys waren
elkander met de revolver in de vuist te midden van
dicht struikgewas tegemoet gekropen. Hij. die liet
eerst zijn tegenstander ontdekte, was in liet voordeel,
hij kon er veilig op los paffen. Het waren een paar
onverschillige jongelui geweest, die aanvankelijk
hadden afgesproken de zaak uit de voeten te helpen
met eon „Journey to Heaven", een „Reis naar den
hemel", die zij aanvingen op een vaatje buskruit.,
waarin de tegenstanders een kogel probeerden te
schieten.
Het was de ouderwetsche prairiemanier om een
twist te beslechten. Maar de hedendaagsche be
schaving wist van geen vaatjes buskruitmen kon
bij wijze van spreken de Staten omploegen, zonder
nog ergens zoo n nuttig meubelstuk te vinden, dat
vroeger op 'n fatsoenlijken farm onmisbaar werd
geacht. En dus hadden de jongelui zich maar bij
de revolver gehouden, liet was gelukkig nogal goed
afgeloopen; Percy had alleen een gehavend oor
moeten lappen en geen sheriff had er zijn neus in
gestoken.
Iets dergelijks vermoedde hij, dat hem ook nu weer
zou wachten. Een schotwond een kwast jodium
en 'n verbandje en voor de rest „mondje dicht".
H ij lachte eens om den ernst van het meisje do
moeilijkheden, die daaruit zouden voortkomen, telde
hij licht. Toen werd hij eveneens ernstig.
,.U kunt gerust zijn," zei hij trouwhartig. „Mijn
woord is mijn woord. Zélfs al zou het me in moeilijk
heden brengen, zooals u mogelijk acht."
Hij ving een onderzoekenden blik van haar op.
En voor bet eerst ontdekte bij belangstelling in haar
oogen. Er kwam een zachte glans in, die hem sterk
aantrok.
„Dank u, dokter," zei ze met een stem vol sympa,-
tliie. „Ik hoop voor u, dat het zoo'n vaart niet zal
loopen. 't Is ondankbaar werk, onder de schuld
van anderen gebukt te moeten gaan."
Er volgde een zucht op die woorden.
„Dat klinkt als een beklag," merkte hij op, terwijl
hij haar van terzijde aankeek.
„Dat is het misschien ook," antwoordde zij.
„Zou u er mij niet meer van kunnen vertellen
vroeg hij aarzelend. „Misschien kan ik u helpen. Ik
zou het graag doen, begrijpt u 1"
Die laatste verklaring, even eenvoudig als oprecht,
kwam er wat stotterend uit. Hij vreesde, dat zij
liem uit zou lachen, hoewel daar toch heelemaal
geen reden voor was. Het meisje lachte dan ook
niet. „Ik hen niet te helpen," zei ze hoofdschuddend.
„Maar ik geloof u en blijf u dankbaar, dokter..
Toen zette, zij haar paard in draf
en reed regelrecht op een open
schuur toe, die in de verte zicht
baar werd. Voor de schuur stond
een paard. Daarbinnen zat een
man van middelbaren leeftijd met
een vermoeid gelaat. Hij was ge
kleed als een boerenknecht, maar
Percy ontdekte bij den eersten oog
opslag, dat die kleeding slechts als
vermomming diende. Het gezicht
kwam liem bekend voor, doch hij
kon zich niet zoo spoedig herinneren, waar hij liet
meer had gezien
De man stond op hij zijn binnenkomst. „Hier is
een dokter," zei liet, meisje.
De ander trok zijn jas uit en stroopte de rechter
mouw van zijn hemd op. De bovenarm vertoonde
een hevig ontstoken kogelwond.
„Sapperloot, die ziet er leelijk uit," zei Percy
ernstig.
„Infectie f" vroeg de man bezorgd.
„Het lijkt er veel op; ik vrees, dat ik u kier
niet naar den eisch kan behandelen.
De ander fronste zijn wenkbrauwen even. „Doet
u eraan wat u kunt," verzocht hij kort. „Als ik de-
grens maar haal; daarginds zal ik me terstond
onder behandeling stellen. Ik leed zóó n pijn, dat
ik niet verder durfde gaan, zonder advies van een
dokter te hebben ingewonnen. Zou liet niet goed zijn,
als ik den arm afbond f"
„Mexico f" vroeg Percy werktuiglijk, de laatste
vraag negeerend.
„Jawel." antwoordde de man aarzelend.
„Dat, is drie uur rijden, dat haalt u nog wel.
Ik zal er een verband om leggen. U zult er goed
aan doen dien arm niet te gebruiken, maar hem in
een doek te laten rusten. Daarginds moet u zich
terstond laten behandelen, anders sta ik voor
niets in."
De man knikte hem ongeduldig toe. Het meisje
stond terzijde en had geen woord gesproken. Zij
stond daar, alsof de geschiedenis haar niet aanging
en toen Percy haar een vluclitigen blik toewierp,
twijfelde bij er zelfs aan, of zij eenig medelijden
voelde voor liet lijden van den man, dat toch
niet gering moest zijn.
Terwijl hij do wond reinigde en den arm kundig
verbond, vroeg liij zicli af, in welke verhouding zij
tot elkaar stonden. Hun gelaatstrekken gaven er
geen antwoord op, zij leken niets op elkaar. Het
eenige, dat bij van de lieele geschiedenis begreep,
was, dat de man een vluchteling was. Een vluchte
ling voor de justitie, een misdadiger dus. Zijn
gezelschap stelde het meisje in een niet al te gunstig
daglicht. Maar toch kwam geen oogenblik de ge
dachte bij hem op, dat zij een misdadigster, of zelfs
maar medeplichtig aan een misdaad kon zijn,
in boe geringe mate dan ook.
„Zoo, dank u," zei de man verlicht, toen de
arm stevig verbonden in een doek hing. Hij betaalde
Percy vijf en twintig dollar, wees liet geld dat deze
hem terug wilde geven met een kort gebaar af en
wendde zicli tot. het meisje. „We zullen gaan, Madge."
Het meisje keek naar Percy en deze vond eens
klaps, dat zij er ongelukkig uitzag. Zijn hart welde
vol medelijden. „Als ik u lielpen kan, u weet
mijn adres," zei bij vlug, terwijl liij haar een
hand gaf.
Zij schudde met, een treurig glimlachje het hoofd.
„Dank u," zei ze met een pijnlijke stem. Toen reed
ze weg, den man achterna. Zij keek niet éénmaal
om en een oogenblik later onttrok het lange prairie
gras hen aan zijn blik.
Drie kwartier later was Percy in zijn woning terug.
En nauwelijks had hij zich neergezet, om de krant
te lezen, toen het hem eensklaps inviel,wie zijn onbe
kende patiënt was. Den vorigen dag had hij gelezen
van de vlucht van een bankroetier uit Galveston.
Horace Sims heette de man en zijn portret liad in de
krant gestaan. Horace Sims was liet, voor wien het
meisje zijn hulp bad ingeroepen. Maar in welke ver
houding stond bij tot Madge Johnson Haar vader
kon het niet, zijn en tóch verried het gebruik van
liaar voornaam, dat er een vertrouwelijke band
tusschen hen bestond. Percy peinsde zich moe op
het raadsel, maar liet, bracht hem geen stap nader tot
de oplossing.
Het was tegen t waalven in den middag, dat Percy
terugkeerde van zijn tocht, en nauwelijks een half uur