VxVxVi
Hoe eenvoudig de hutten en verblijfplaatsen dezer boschnegers ook zijn, toch spreekt
er altijd nog een zekere zin voor schoonheid uit en smaak. De Djoeka, die zich
de hut op de rechtsche foto bouwde, heeft er niet alleen 'n doelmatige verblijfplaats
van weten te ■maken, maar hij heeft er ook 'n cachet aan gegeven, dat getuigt van
een verfijnden smaak en zijn gevoel voor inlandsche kunst van versieren.
Kinderen houden in het algemeen van dieren en zulks is ook,, en misschien in
nog veel grootere mate dan bij ons, het geval bij de Djoeka's. Een klein Djoeka-
meisje bevindt zich hier in gezel
schap van haar lievelingsdier,
een kleine accouri, die ze voedt,
doordat ze het voedsel voor het
diertje tusschen haar eigen lippen
houdt. Accouri's zijn vrij tamme
huisdiertjes en deze accouri
schijnt den weg naar de „brood
trommel" al aardig goed te kennen.
I'n de jungle leren nog steeds een 26000 Djo
'■■ka's. die onder bevel staan van
Ah-Tu-Tan-Du. De Eeder-
landsche regeering betaalt jaar
lijks een zekere som uit, in
gevolge de bepalingen van een
vroeger met de Djoeka's geslo
ten overeenkomst. Het stam
hoofd stelt er prijs op dit
bedrag persoon lijk in ont
vangst te komen nemen en
draagt voor die gelegenheid
'n admiraalsuniform, die hem
door de regeering werd ge
schonken, benevens een stok
met een knop als kenteeken
zijner waardigheid. Links van
hemloopt een zijner kapiteins
en rechts een door den gou
verneur aangewezen offièieele
persoonlijkheid die den Djoeka
te woord moet staan en be
geleiden.
Djoeka's zijn zooals de
meeste negers soms net
als kinderen. Dreigingen zul
len vaak het verkeerde resul
taat hebben, maar een vrien
delijk gesproken woord, een
vriendelijk gebaar op 't juiste
moment kan voldoende zijn om
zoo'n Djoeka voor eeuwig en
altijd aan een blanke te bin
den. Dit ondervond de expe
ditie-leider William La Varre,
toen hij den Djoeka, Ah-Tu-
Tan-Du's oom, 'n eenvoudig
geschenk gaf, waardoor hij
zich de vriendschap van den
oude en zijn volgelingen ver
zekerde.