Er zijn de beroepsvisscliers, die, langzamerhand vertrouwd geraakt met eik plekje en elke eigenaar digheid van het bijna honderd hectaren groote water, met succes de kreek bevisschen hun fuiken en netten brengen viscli in overvloed aan den dag als de ligging van Zeeuwsch-Vlaanderen maar niet zoo ongunstig en de tijdsomstandigheden niet zoo fnuikend waren Want lóonend is eigenlijk alleen nog de palingvisscherij snoek, baars en karper zijn eenvoudig niet te verhandelen de contingenteering Sappig zijn de weiden langs den rand van hel wijde water. Antwerpsche gezinnen komen mei een complete huis houding aan de oevers van de Otheensche kreek kampeeren om geen enkel uur verloren te laten gaan. De Otheensche kreek in al haar bekoorlijkheid in de omgeving van Othene. aan den loop der oude stroomen de breede weelen', de diepe kreken over, de kommen, midden in de polders, die te diep waren om drooggelegd te worden. Aan Zeeuwsch-Vlaanderens eilandenstaat en aan den weg der oude watergangen herinneren zoo de tientallen grootere en kleinere kreken, die het land schap van Zeelands zuidelijkste deel met hun spie gelend watervlak en met hun rijke omboording zoo sprekend sieren. Daar is de Otheensche kreek, een der grootste èn der mooiste tevens. Zes kilometer is haar grootste lengte. En ruim eenennegentig hectaren beslaat haar wijde water-oppervlak. Nog'heeft zij haar beteekenis van watergang niet geheel verloren zooals sommige van haar zusters. Neen, vierenvijftig Zeeuwsch- Ylaamsche polders loozen hun overtollig water in de breede Otheensche kreek, en de Rijks waterleiding zorgt voor den afvoer van het teveel naar de Schelde en de zee. Maar dat is iets, waar maar weinigen zich zoo klaar van bewust zijn. Neen, in het leven van allemdag ontleent de Otheensche kreek, zooals vele andere, haar beteekenis voor de omgeving vooral aan de zoetwatervisscherij Onder de brug naar Zaamslag een bij de hengelaars geliefd plekje. verbiedt den invoer in België en de Hollandsche markten zijn veel te veraf gelegen. Maar dan komen er de hengelaars, de harts tochtelijke sportvisschers. Brasem, voorn en baars komen bij hen op de eerste plaats. Uit heel Zeeland, maar ook uit België trekken zij in de hengelmaanden, vooral tijdens de week ends, het land van Othene binnen met uitgezocht en volledig vischgerei, maar ook met tenten en matrassen, en compleet vaatwerk en noodigst meubilair want geen uur mag er ver loren gaan en daarom wordt er aan den waterkant gekampeerd en overnacht. Het vissehersleven is in deze maanden de sprekend- ste merkwaardigheid van het krekenlandschap de rijke vischvangst is het loon van veel geduld en volhardende oefening. Hebben we niet gezegd, dat het water niet alleen een noodlot, maar ook een zegen voor de Zeeuwen is

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 17