DE HIËRARCHIE in de Pad vinders wereld RANGEN EN GROEPEERING door ing. W. FUYT - met advies van zijn hopman (ver kennersleider, afgekort V.L.) een assistent -patro uilleleider AP. L Twee tot vijf patrouilles vormen een troep (12-30 jongens) onder leiding van den hopman, bijgestaan door zijn vaandrig(s) (assistent-ver kennersleider of kortweg A.V.L.). Bij de zeeverkenners worden de aanspreeknamen voor hopman resp. vaandrig vervangen door schipper en stuurman. De patrouilleleider heet dan bootsman en zijn assistent bootsmaat. De patrouille heet bak. Heeft in de horde de geheele spel- leiding en de daaraan verbonden voorbereiding door Akeela plaats, zoo geschiedt, dit in den troep door den dienstraad (zeeverkenners scheepsraad). Wij hebben hier te doen met een zelfbestuur van den troep door de P.L.'s en A.P.L.'s, waarin de hopman en vaandrig(s) mede zitting hebben. Persoonlijke zaken worden door den eereraad behandeld, waarin de A.P.L.'s geen zitting hebben. Tenslotte volgen de voortrekkers (17 jaar en ouder). Ieder die zich bij dit onderdeel wil laten opnemen en in dit verband werken aan zijn training voor de maatschappij, wordt eerst voortrekkersgast (afgé- kortVt.g.). Vier tot tien man vor men een ploeg onder een uit hun midden gekozen ploegleider (Pl.L.), al of niet geholpen door'n A.P1.L. (assistent-ploegleider). Een of meer dere ploegen vormen den stam. Aan den stam wordt leiding gegeven door den oubaas (voortrekkersleider, kortweg Vt.L.), Wordt de stam groot, dan heeft de Vt.L. een baas (assistent-voor- trekkersleider, A.Vt.L.) 0111 hem bij 't verrichten der noodzakelijke werkzaamheden te helpen, tot zijn beschikking. Zijn bij de horde en den troep de Akeela en de hopman in meerdere of mindere mate in het directe spelwerk ingeschakeld, zoo staat bij den stam de oubaas op den achtergrond als oudere raadsman. De Vt.'s werken aan hun training zoowel in ploeg- verband als zelfstandig. Deze drie eenheden: horde, troep, stam vormen sarneu de padvindersfamilie of groep. Uit Akeela, hopman (schipper), oubaas wordt de groeps leider (Gr.L.) gekozen. Deze laatste is het familie hoofd en als zoodanig een goede vriend en steun voor de andere leiders. De groepen kennen verder nog een groepscomité, samengesteld uit ouders en belangstellenden. Een of meerdere groepen in een plaats vormen een afdeeling met een plaatselijk bestuur. Een of meerdere afdeelingen, al naar de omvang rijkheid, worden in een district ondergebracht. Aan het hoofd van een district staat de vertrouwensman van het hoofdkwartier, de districtscommissaris (D.C.), die tot zijn helpers heeft A.D.C.'s (assistent- districtscommissarissen) voor de diverse onder- deelenwelpen, verkenners, voortrekkers. Alle districten vormen te zamen onder het natio nale hoofdkwartier de vereeniging ,.De Nederland- sche Padvinders". Op het hoofdkwartier hebben de Nu dezer dagen de Wereldjamboree 1937 Bloemendaal-Vogelen zang haar poorten zal openen en gereed zal zijn duizenden en nog eens dui zenden bezoekers te ont vangen en dezen te toonen, welke waarde men aan het „verkennen" mag toeden ken, zal ongetwijfeld alles wat daarmede samenhangt in het brandpunt der pu blieke belangstelling staan. Onderstaande instructieve uiteenzetting moge dan ook een poging zijn tot het beter doen begrijpen en waardeeren van het eigenlijke „scouting", zooals dit door den stichter, lord Robert Baden Powell, aan de wereld werd ge geven, toen hij in 1907 op het Brownsea-eiland zijn eerste experimenteele kamp hield. Het geheele schema van rangen en groepeering is in den loop der jaren gegroeid en opgebouwd aan de hand van in de praetijk opgedane ervaringen. Ditmaal wil ik uitgaan van de plaats, waarop de jongen zijn allereerste schreden in de wereldbroeder schap van padvinders ook maar kan aanvangen. De jongste aangeslotenen bij de padvinders zijn de welpen (8-12 jaar). Na zijn periode van teerpoot wordt hij geïnstalleerd tot welp, met de mogelijk heid van het behalen van zijn eerste ster. tweede ster en vaardigheidsinsignes. Zes van deze jolige gröengetruide snaken vormen een nest. Hun leider wijst den meest geschikte aan als nestgids. De gids kiest met goedvinden van den leider Akeelaeen helper. Twee tot vijf van deze nesten vormen een welpenhorde (dus 12-30 jongens). De Akeela (welpenleider, afgekort W.L.) wordt geassisteerd door een of meerdere assistenten (A.W.L.'s), die allen ook een spelnaam dragen als Baloe, Baghera, Ka, etc. etc. Het geheele welpenspel is gebaseerd op Rudyard Kipling's „Door wolven Commissaris van materiaal en maga zijndiensten Wereldjamboree 1937 opgevoed", waaraan ook de spelnamen ontleend zijn. De horde speelt in horde- verband. Akeela is de verantwoordelijke persoon, waar alles om draait (pro gramma's, spelen, etc.). De verkenners (12-17 jaar). De jongens, die uit de horde naar de verkenners overkomen, hebben door hun vaardigheid (training in concentratie, etc.) een kleinen voorsprong op hen, die er van buiten af inkomen. Echter doen zij volledig afstand van alle behaalde onderscheidingen en beginnen geheel over nieuw. Na tot 3e klasse verkenner te zijn geïnstalleerd staan de mogelijkheden 2e en 1ste klasse verkenner, alsmede het behalen van vaardigheidsinsignes etc. voor hen open. Zes verken ners, echte Hollandsche jongens met een open ge zicht en van enthousiasme tintelende oogen, vormen een patrouille. Uit hun mid den kiezen zij, in overleg met hun leider hop man een patrouilleleider (P.L.). Deze laatste kiest in overleg met zijn jongens en Een tweetal Sckotscke ver kenners wordt begroet aan den ingang van hel natio naal hoofdkwartier te Den Haagwaar ook de leiding van de Wereldjamboree zetelt Een horde welpen met Akeela. «CU

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 4