SPELEN in de g stad En nu kijken ze met aandacht We lezen tegenwoordig allemaal detective verhalen en niemand geneert er zich meer voor. De tijd van Lord Lister en Nick Carter is voorbij. Wat beters kwam er voor in de plaats. Maar hebt u wel eens een detectivespel gespeeld Misschien zegt een acteur„Zeker, verscheidene. Ik werkte mee aan verschillende, zooals ..De Spook trein" en „De man in de monnikspij"." Ieder ander zal echter met een gerust hart deze vraag met neen beantwoorden, behalve.... uw zoon of de jongen van de buren, die bij de padvinderij is, zooals de onofficieele term luidt. Hij ontdekt bij het ontvangen van zijn drieinaandelijksch oefenprogramma vast den een of anderen datum, waarop een groot spel in de stad gespeeld wordt. Voorloopig weet hij alleen den titel, maar die is aantrekkelijk genoeg, geheel gelijk aan dien van uw detectiveroman „De geheim zinnige ontvoering" of „De verdwTenen koerier' De leider van den troep bedacht den naam van het spel en zette dien in het programma. Wat er eigenlijk gebeuren gaat, is voor hem dikwijls aan vankelijk ook nog een duister punt. Een vaag plan staat hem voor den geest, maar meer ook niet. Hoe meer de datum nadert, des te vaster moet het plan voor het spel worden. Niets mag hij vergeten, want het ongelukkige toeval ligt altijd op de loer, om den boel in de war te sturen. De jongens van den troep weten van niets, gissen naar waarschijnlijkheden, probeeren soms wat uit te visschen en raken opgewonden over het geval, totdat op den bepaalden datum zij plotseling bij een tocht door de stad een hunner makkers in een auto door twee kerels zien ontvoerd worden. On middellijk is de heele zaak in actie. De jongeren willen direct tot daden overgaan, patrouilleleiders manen tot kalmte. Het nummer van den auto wordt opgeteekend. Een slimmerd weet de garage, waaruit de wagen afkomstig is. Enke len gaan de kwestie nader onderzoekeu in de bewuste garage en brengen verslag uit van hun bevindingen. De chauffeur was al weer uit met 'n anderen wagen, maar in den auto hebben zij een brief gevonden, waar schijnlijk verloren door een der ontvoerders. Inderdaad, de brief werpt eenig licht in de duistere zaak. Een der winkeliers in de .straat schijnt mee te werken in dit complot. In de etalage van den handlanger ligt een driehoekig kaartje met een zwarte hand erop getee- kend. Dat is het herken- ningsteeken De brief was dus bestemd voor een helper, maar nu is dit kostbare document in het bezit der verkenners. Zoo onopvallend mogelijk trekt de troep haastig naar de aangeduide straat. Voor ieder van de vier winkels wordt een patrouille aan het werk gezet. En nu kijken ze met aandacht, speuren ze, misschien heel lang, tot een het kaartje ontdekt en de troep daardoor weer een stap nader gekomen is tot het doel, de ontknooping van het drama. Wee dengene. die nu argeloos den winkel binnengaat en met 'n brief in zijn hand naar buiten komt. De verdekt opge stelde troep stormt naar voren, hij wordt vastge pakt en de bewuste brief verwisselt bijna gelijktijdig van eige naar. Wees niet bang, het zal u niet over komen, want een volledig signalement stond mede in den brief uit den auto. Het slachtofferwordt vrijgelaten, nu men den tweeden brief in handen heeft. En dan werpt men zich op de nieuwe gegevens, die het onbeholpen ge schreven epistel be vat. Men zal trachten, den jongen weer de stad binnen te smokkelen. Aan deze mogelijkheid zal de politie niet spoedig denken. De weg, waarlangs men zal gaan, is aangeduid door middel van een ruw schetsje. Op een geschikt punt moet de geadresseerde de taak der boeven overnemen. Betere aanwijzing had men niet kunnen wenschen. De troep zal wel eens eventjes die taak overnemen. De posten worden langs den aangewezen weg uitgezet. In portieken, op trappen, half onder geparkeerde auto's liggend, wacht men af. Hoe de jongen vervoerd zal worden is de groote vraag. Wachten en kijken luidt het Een verdacht uitziend individu komt slungelig voorbij commando. Niet op je eigen houtje handelen. De patrouilleleiders hebben de leiding. Alleen op hun teeken mag een kleinere verkenner op zijn fluit het alarmsignaal geven De spanning stijgt met de minuut. Een verdacht uitziend individu komt slungelig voorbij. Over zijn schouders hangt een groote zak. De jongens worden onrustig. Het fluitje gaat al naar den mond. Maai de P.L. schudt van Niet doen Die zak is niet zwaar genoeg. De man doet maar alsof. Weer wachten en uitkijken. En dandaar nadert een handkar met een kist erop. Twee kerels duwen uit alle macht. Zat die eene niet in den auto vanmiddag Dit moet het zijn. Het fluitje gaat aan den mond. Vlug Gauw knikt de P.L. Schril klinkt het geluid door den laten herfstnamiddag. Plotse ling is de stille, straat vol leven en beweging. Van alle kanten komen ze aangerend. De ontvoerders probeeren nog te ontsnappen, maar het lukt hun niet. Stevig vastgebonden moeten ze aanzien, hoi- het deksel van de kist gesehoven wordt en men met vereende krachten het arme slachtoffer uit zijn nauwe gevangenis verlost. Het is een matig genoegen, 0111 op een handkar over de hobbelige stadskeien door elkaar gerammeld te worden. De spanning breekt. Het spel is uit. En nu gebeurt er bijna een wonder. De speurders verbroederen zich plotseling met degenen, die hun kameraad wreed ontvoerden. Luid klinkt het gelach over de kostelijke vermomming, leder wil zich de scheefgetrokken pel of den vuilen deukhoed op de haren drukken. Hei touw, waarmee Hugo de Groot gebonden was, wordt aan de kar vastgemaakt Tien, twintig handen pak ken het beet, een paar duwen en de rest klimt op de kar, die nu een zege wagen wordt. Zingend trekt de troep door de straten naar 't troep - huis, waar in den winter dergelijke spe len worden voorbe reid. Daar ontcijfert men geheimschriften, tracht stadsgedeelten te herkennen uil knipsels van prent - briefkaarten, speurt naar een in het ver trek verborgen vin gerhoed. En gij, die den zingenden troep voor, op en achter de handkar tegenkomt, schudt gij uw wijze hoofd over zooveel dwaasheid in de twintigste eeuw, die toch modern zakelijk wil zijn Of wordt het tikje roman tiek, dat ieder mensch in zijn hart meedraagt, in u wakker en verlangt ge een oogenblik er naar, ook mee te doen AA anneer dit laatste het geval is, ga dan eens naar een verkenners leider, een hopman, en vraag hem, of ge eens een rol in zoo'n spel moogt vervullen. Hij zal het u niet alleen gaarne toestaan, maar u dankbaar zijn voor uw hulp. En zelf beleeft ge dan een sensatie gelijk aan die. welke gij ondergaat bij het lezen van den spannend sten detectiveroman. R- DIJKSTRA Voorop en achter de handkar

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 8