ZEEVERKENNERS door P. C. van Putten Waterschout Zeeverkenners staan vast op hun been-en. Een tweetal .Jakar-draaiers in actie. pen, sturen, ankeren, kompasvaren. Deze trainings- wijze is niet bij alle groepen geheel gelijk en gedeel telijk afhankelijk van beschikbaar materiaal en van het beschikbaar zijn van deskundige hulp. Wanneer deskundige hulp voor het waterwerk niet in ruime mate voorhanden is, is er nog veel ander werk waarin de zeeverkenner zich kan oefenen, als E.H.B.O., seinen, pionieren, enz. De training heeft slechts plaats eenige uren per week, gemiddeld van 6 tot 8 uur, zoodat eerst na eenige jaren de bovengenoemde handigheden kunnen worden aangeleerd, en een jongen, die zijn vrijen tijd besteedt, heeft meestal zijn vierjarigen verken- neretijd geheel noodig om een „all-round" zee verkenner te worden. Organisatie. Een zeeverkennersgroep bestaat uit welpen, zeeverkenners en zee-voortrekkers. De welpen hebben dezelfde uniform en wet als hun broertjes te land, terwijl hun training ook geheel geljjk daaraan is. Gewoonlijk wordt het zwemmen méér beoefend. Zeeverkenners zijn niet zoo bekend als land- verkenners, er zijn er ook lang zooveel niet. U vindt hen echter niet uitsluitend aan zee, zooals de naam u misschien zou doen vermoeden, doch ook meer landwaarts, begrijpelijk slechts m waterryke streken, alwaar, door gebrek aan geschikt trainingsterrein ter beoefening van het leven van den woudlooper, van het vele water gebruik gemaakt wordt voor een deel der verkennerstraining. De naam is een vertaling van het Engelsche „bea- Scout". Ook in Engeland ontstonden de eerste zee ver kennersgroepen. De uniform bestaat uit blauwe trui, korte blauwe broek en matrozenmuts. Doel van den zeeverkenner is geüjk aan dat van zjjn broeders te land. Wet en belofte zjjn dan ook volkomen gelijk. De leden van 'n zeeverkenners- groep zjjn niet voorbestemd om zeevaarder te wor den, iedere jongen, onverschillig of hij een loopbaan te land zal kiezen of gekozen heeft, kan lid worden van zoO'n groep. De aanraking met „diepzee-ver kenners'' bevordert misschien den lust om te gaan varen en meer van de wereld te zien. (Diepzee-ver- kenners zijn oud-padvinders die zeevarend zijn ge worden.) De wijze van training is aanvankelijk veelal gelijk aan die der landverken- ners. De zeeverkenner be ijvert zich de vaardigheden als kampeeren en koken eigen te maken. Daarmede eenigszins bekend zijnde wordt hij ingewijd in het „waterwerk". Hij leert zoo noodig zwemmen, de uit wijkregels te water, de geva ren van het te bevaren wa ter als stroom en scheep vaartverkeer en leert daar na roeien, wrikken, pedde lenterwijl ook de eerste beginselen van zeilen hem worden bijgebracht. Als hij in genoemde zaken bedre ven is volgt meer volledig schiemanswerk, zeilen, slee- De vendelzwaaiers toonen hun kunst. Bedrijvigheid der zeeverkenners op den Kralingschen Plas; een M.M. wornr zeuscao, ge—.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 4