EVERLASTING Haar gaat niet één grain van af! Het volle 011$ blijft honderd gram fouzikato&n De verrekening van een oude sc huid 15 door Edward Curzon Johnson en Burnell waren vijf jaar compagnon geweest, toen de dood een einde maakte aan hun samenwerking. Het waren geen geweldige zaken, die zij hadden gedreven. Johnson en Burnell waren pelsjagers en een speling van het toeval had hen bij elkander gebracht. Johnson had zich het eerst ge vestigd aan de boorden van het Groote Berenmeer. Hij kwam toen pas uit Engeland, dat hij verlaten had als verstekeling aan boord van een vrachtschip. Zes uur na zijn vertrek deed zijn patroon aangifte, dat hem ongeveer achthonderd pond ontstolen was. Hij verdacht Johnson en toen deze niet meer in zijn betrekking verscheen, kwam er een verzoek tot op sporing in de kranten. Dit bleef echter zonder resul taat en op denzelfden dag dat de politie overging tot het doorzoeken van zijn kamers, stapte Johnson in Halifax aan wal. Hij maakte drie maanden goede sier van het geld en vertrok daarna met een paar jagers naar het Groote Berenmeer, waar hij een ver laten hut vond en zich vestigde. Hij was er ongeveer een jaar, toen Burnell kwam opdagen. Hij was een dertiger, evenals Johnson, zat goed in zijn uitrusting en scheen niet. van middelen ontbloot. Hij zei dat hij van Londen kwam en dat de romantiek van het avontuur hem naar het Xoorden getrokken had. Johnson zag er voordeel in, hem bij zich te houden en toen hij Burnell een compagnie schap voorstelde, stemde deze toe en bleven zij sa men wonen. Johnson was lui, heerschzuchtig en ruw Burnell daarentegen ijverig, gewillig en afkeerig van ruzie. Het duurde niet lang of .Tolinson had hem onder de plak liij liet hem al het ruwe werk doen, buitte hem uit en snauwde hem af als een hond. De pelsjacht was in die jaren niet onvoordeelig aan het Groote Berenmeer. In het goede seizoen brachten zij bijna wekelijks een volbepakte slede bij den agent van de Company aan en de prijzen waren hoog. Zij maakten een aardigen spaarpot, maar Johnson kon zich op den duur niet schikken in die afzondering. Hij verlangde naar licht, leven en mu ziek en vaak ook werd hij geplaagd door heimwee naar Engeland. Ilij wist echter, dat hij vijftien jaar zou moeten wachten, voor het feit van dien diefstal verjaard was en dit vooruitzicht stemde hem nog kribbiger dan hij reeds was. Vijf jaar duurde de samenwerking van de compag nons en de ver houding werd met den dag slechter. Toen overkwam Burnell een ongeluk. Gp een dag raakte hij ver van de hut in een wolvenklem be kneld en het duurde tot den volgenden morgen, voor Johnson zich de moeite gaf hem te gaan zoeken. Hij vond hem met bevroren voeten en den volgenden dag was Burnell doodziek. Hij vroeg Johnson hem naar Post Albert te brengen, maar Johnson noemde het geval te kinderachtig om er zooveel drukte voor te maken en antwoordde ruw, dat hij vanzelf wel weer beter zou worden. 's Nachts lag Burnell hevig te ijlen, doch tegen den morgen keerde zijn bewustzijn terug. Hij voelde, dat thans alle hulp te laat zou komen en wenkte Johnson aan zijn bed. ,,'t Is gauw met, me gedaan," zei hij zwak. „Voor liet te laat is, wil ik nog een oude schuld met je ver rekenen." „Een oude schuld vroeg Johnson. Burnell knikte, maar hij liet zich niet uit over den aard van die schuld. „Ik heb mijn geld verstopt in een oude patroontasch," ging hij voort. „Je zult die tasch vinden in het vossenhol hier vlak bij de hut, waarvoor ik ter bescherming een klem heb uit gezet. Het is bij elkaar ongeveer drieduizend dollar. Dat geld is voor jou familie heb ik niet en ik doe dus niemand iets te kort als ik het jou geef. Johnson's oogen gingen begeerig open en hij wachtte af wat zijn compagnon nog verder te zeggen zou hebben. Burnell ademde moeilijk en na een korte pauze vervolgde hij „In die tasch zal je ook mijn identiteitspapieren vinden. Je hebt me verteld van. van dat ongelukje, dat je in Engeland hebt gehad. Als je genoeg mocht krijgen van dat leven hier, ga dan onder mijn naam naar Engeland terug. Meer heb ik niet te zeggen, Johnson. Geef me een beetje water ik wil gaan slapen. Johnson had hem verrast aangehoord. Hij liet hem drinken en toen Burnell zich met zijn gelaat naar den wand van de hut had omgewend, ging hij naar buiten en zocht het vossenhol op. Hij verwijderde de klem, stak zijn arm in het hol en haalde een be schimmelde patroontasch te voorschijn. Hij vond ruim drieduizend dollar aan bankpapier Burnell's heelen spaarpot. Doch nog veel meer verheugde hij zich in het bezit van de papieren. Ilij hoefde nu geen negen jaar meer te wachten, voor hij als een vrij man naar Engeland kon terugkeeren. Toen Johnson in de hut terugkeerde lag Burnell op zijn rug. Hij lag roerloos en zonder adem en zijn zwart bevroren, hevig ontstoken voeten staken als stomme verwijten uit zijn stukgesneden slaapzak. Johnson haalde een schop, groef een kuil in de sneeuw en liet den doode erin neer. John Rodney Burnell be groef een zekeren Johnson, mompelde met een zucht van verlichting „amen" boven zijn graf en keerde het den rug toe. Den volgenden morgen vertrok hij naar Post Albert en drie weken later scheepte hij zich in Halifax in met bestemming naar Southampton. John Rodnev Burnell keerde weer naar het vader land terug, dat hij ruim vijf jaar geleden uit zucht naar avontuur verlaten had. Het was druk aan den steiger in Southampton. De passagiers van de „Ocean" werden naar de douane loods geleid, waar hun bagage werd geïnspecteerd en hun papieren wei-den ingekeken. Een paar heeren met een koel uiterlijk spelden de namen en sloegen een groot register op, waarin zij een vluchtigen blik wierpen. John Rodnev Burnell naderde met popelend hart de balustrade. Hij gaf zijn pas af en de heeren bladerden. „John Rodney Burnell vroeg een hunner plot seling. „Dat ben ik." zei hij opgewekt. De meneer schudde het hoofd. „Dat gaat niet, John Burnell. Politie' Tot hiertoe en niet verder. We hebben nog drie jaar gevangenisstraf voor je in het vet zitten. Doodslag onder verzachtende omstan digheden - we hoeven je er zeker niets van te zeggen. De pseudo John Rodney Burnell gaf geen ant woord op die vraag. Hij had plotseling begrepen wat de man, wiens leven hij daarginds verbitterd had en dien hij aan zijn lot had overgelaten, met de ver rekening van die oude schuld had bedoeld. VAN ENGELEN EVERS - H E E Z E (N. - B R.) Ook de schitterende Hundwerkboeken ..1001 Pracht ..Te Kust en ie Keur en ..Handwerk oreugd die elk I 50 kosten, kunt U gratis krijgen, ieder voor 50 Everlasting omslagen. De modellen in „Praten en Breien" zijn ook op een knotlengte van 359 meter berekend, Met EVERLASTING komt dat altijd uit! JC&l Het Augustus nummer. Nr. 34, can ..Praten en Breien tnef tal van rlotte mortellen en duidelijke merkbesckrijvingert. ontvangt IJ gratis tegen inzending can 3 Everlasting ontslagen. Wol 50 ram. Motvrij, Krimpvrij. Kleurecht. Katoen 100 gram. Krimp vrij. Kleurecht. Frolasolgeverfd. Knotlengte 550 Meter. Dit is zonder mankeeren het gewicht van iedere knot EVERLASTING. Datbeteekent een knotlengte van 359 M., waar wij altijd voor instaan! Als U verteld wordt, dat U dezelfde kwaliteit goedkooper kunt krijgen, eisch dan ook het volle ons! Laat de knotten afwegen. En reken dan eens uit, of ze per 100 Gram óók goedkooper is. Verder doet U verstandig te bedenken, dat de kwaliteit van EVERLASTING nog niet geëvenaard is en dat de prijs nu eenmaal de laagste is, waarvoor de beste breikatoen bij mogelijkheid geleverd kan worden. DusEVERLASTING is altijd voordeeliger!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 13