DE KODAK REGULAR lijders aan suikerziekte PriPenkemesetas k DE MAN MET HET BLAUWE MASKER *«52 as en all en,die suiker moeten mijden L DE CAMERA VOOR HET SEIZOEN 1937! 26 Vervolg van pag. 23 tabletten uit zuivere kristal-saccharine, zonder eenigen bij- of nasmaak. Zij zijn gemakkelijk oplosbaar en kunnen uitstekend bij het koken en bakken gebruikt worden. Gegarandeerd onschadelijk, zelfs voor de gevoeligste maag. Verkrijgbaar bij aDothekers en drogisten in handige schuifdoosjes 43 ets. nhoudende 500 tabletten. A.G. Hermes" Zürlch 2, Zwitserland WÊÊm B Trilvrije beelden door rompont spanner. Vlug laden door uitlichtbare spoelhouder. Sluiter tot 1 10o sec- Afstandsmeter m. gemakkelijk afleesbare cijfers K A. f. 6.3. Optische doorzichtzoeker. Geschikt voor foto's 6x9 cm. VERKRIJGBAAR BIJ ALLE K O D AK - H AN D E LAR E N Hij kwam Baron een beetje nader, toen Spat Leverson betrapt word op een poging, een pakje edelsteenen liet land uit te smokkelen. Het was alle maal gestolen goed en Bristow wist, dat Spat een beier in groot formaat was. Hij was opgetogen, toon hij ont dekte, dat de grootste steenon van don Kia-armband en de Konton-broehe óók in liet pakje van Spat zaten. „Je komt er beter af," zei Bristow don heler, „als je me een beschrijving kunt geven van den man, waar je die dingetjes van gekocht hebt. en me alles vertelt, wat je van liem weet." „Dus kom ik er niét boter af," zei Spat wijsgeerig. „Hij had 'u masker voor, 'n sportpet op, 'n lange regenjas aan en schoenen met rubber zolen. Ik had 'm nog nooit gezien. Ik weet niet waar hij vandaan kwam." „Wat voor soort masker vroeg Bristow. „Een zakdoek over zijn mond en zijn neus." „Kleur t" „Blauw of zwart, tk zag hem 11a donker." „Iloe kende hij je t" „Weet ik niot," zei Leverson. Bristow voelde, dat de man niet veel uit zou laten. „Stem snauwde hij. ,,'n Heel end in de hoogte," zei Spat. Of 't dezelfde man was met 'n andere stem of dat Baron de twee sieraden aan iemand anders had gegeven om van de hand te doen, oude Wim wist het niet. Maar hij wist wel, dat Baron hem zwaar op de maag begon te liggen. Herhaaldelijk kwam er rapport op de Yard binnen van kleine juweelendief- stallen in verschillende streken. De Londensche groote wereld had aanmer kelijk last van hetzelfde euvel. Als er iets opmerkelijks was aan die dief stallen, dacht Bristow, dan was het, dat ze allemaal plaats vonden tijdens een bal, diner of een andere feestelijkheid. Toen hij ze, met hoofdinspecteur Lynch, wat oplettender naging, ontdekte hij twee dingen van belang De diefstallen schenen de familie Fauntley te volgen liet land door. Lord en lady Fauntley, Lorna, John Manne ring, de gravin van Kenton en nog een zestal personen van denzelfden kring waren altijd onder de aanwezigen. lederen keer werd er een sieraad van betrekkelijk geringe waarde ontvreemd. Er werd geen poging gedaan, kostbaar der steenen weg te halen, zooals de Liska-diamant van lady Fauntley. „Ga 't personeel maar zooveel moge lijk na," zei Lynch, ,,'t Begint op binnen werk te lijken." „Maar er is altijd afdoend bewijs, dat do man van buiten kwam," zei Bristow. „Tè afdoend," zei Lynch. Bristow zette een man of zes aan het werk om de geschiedenis der verschil- ende leden van het personeel te be- studeeren, maar die nasporingen lever den niets op. Er was er niet één bij de groep met een slechten of ook maar een verdachten staat van dienst. „We moeten wachten tot hij iets groots begint," zei Bristow. „Dat is precies wat ik doe," gaf Lynch ten antwoord. Mannering genoot. Hij had niets tegen inspecteur Wil liam Bristow; de geruchten, die hij had verkregen uit hulpbronnen als Rooie Flannagan, Spat Leverson, Levy Schmidt en anderen, waren zelfs gunstig voor 'don politieman. Maar eon zekere roekeloosheid had hem aangedreven tot den streek in hot pandjeshuis, waarbij Levy graag goliolpon had, want hij zag een kans, om fijn goed voor een zacht prijsje ts koopen en tegelijk zijn eerlijke trouw tegenover do politio te toonen. Levy was, zooals Mannering ontdekt had, een heler van do bovenste plank, door hèm was hij met andere mannen van 't vak in aanraking gekomen. Hij had dio relatie noodig. Niet het minst moeilijke deel van zijn nieuwe leven was do verkoop der edelsteenen. Na die ge schiedenis van Fauntley's kluis was hij gaan inzien, dat hij 'n meer dan opper vlakkige kennis van brandkasten on sloten moest hebben. Hij ging er prat op, dat hij vlug loerde, maar niet hot succes van de pandjeshuis-onderneming was hij even ingenomen als met hol wolslagen dor rooverijtjes, die hij ten nadeele van sommige lodon dor society had bedreven. Het dobbelen had Mannering in het bloed gezeten bijna van bet moment af. dat hij zijn oogen had opengedaan. De betrekkelijk rustige jaren in Somerset leken nu eon fantastische droom. Spélen, ddt was zijn leven. Een zekere som gelds inzetten op een paard of het draaien van een wiel had iets aantrekkelijks, maar 't zette geen gang in zijn bloed hij had er zelf niets bij te doen alleen cheques teekenen. I11 deze nieuwe sport echter zat opwin ding te over. Zijn vrijheid was afhanke lijk van zijn eigen vlugheid, zijn levens onderhoud was afhankelijk van zijn eigen nauwgezetheid. Zijn slimheid stond tegenover die van de politie. Mannering had alles bekeken, voor hij begon de hindernissen waren ernstig, maar de verdienste was groot. Hij kreeg geld in overvloed, als hij moed en hersens genoeg bezat, om uit politiebanden te blijven maar hij begreep best, dat hij tegen de justitie niet makkelijk op zou kunnen. Tenzij Tenzij hij de politie aan 't vechten koii krijgen tegen een schimtenzij hij twee of drie verschillende persoonlijk heden in 't leven kon roepen, de politie voor twee of drie problemen zetten, op 't eerste gezicht verschillend, maar alle maal samenhangend met dien zooge- naamden Baron. Kon dat 1 Was 't mogelijk de politie Bristow en Lynch speciaal achter schimmen aan te krijgen, terwijl hij werkte Dat wds mogelijk, meende Mannering. Hij schatte toen vrij juist, hoeveel de politie wist. Hij vermoedde, dat er argwaan was gewekt door de gelijkenis tusschen de fuifdiefstallen, hij begreep, dat de justitie verband zou zoeken tusschen den geheiinzinnigen D. Baron en de Kia- en Kenton-juweelett. Hij ver moedde zelfs, dat er overal, waar de kring Fauntley kwam, iemand van de recherche meeging 't werd nu gevaar lijk, dezelfde methode te gebruiken snel de lichten dooven, stelen, en het licht weer aandraaien, met de daarop volgende verwarring. Hij moest 't nu anders aanpakken, begreep hij, al was 't maar tijdelijk. Hij zag in, dat de politie die fuifdiefstallen heel nauwgezet zou gaan onderzoeken, en vroeg of laat achter de waarheid zou komen, als hij er mee doorging. Eén ding gaf Mannering zorg. Dat was Lorna.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 26