HEERSCHERS OVER 250 JAREN RUSSISCHE GESCHIEDENIS dooi* W E. J. Smetanic-Klinsky KATHARINA DE GROOTE Behalve aan de garde heeft Katharina haar troonsbestij ging voor een groot gedeelte ook aan den adel te danken, dien zij nu gaat beloonen. Tij dens de eerste tien jaren van haar heerschappij worden door haar in totaal zeventig duizend boeren aan leden van den adel ten geschenke gegeven. Zeventig duizend staatsboe- ren werden hierdoor tot slaven van hun nieuwe meesters Pe lijfeigenen Men schat het aantal boeren, die door Katha rina tijdens haar regeering als lijfeigenen werden weggeschonken, op ongeveer één millioen. I)e goede voornemens, waarmede zij in 't begin bezield was, stranden een voor een op het onwrikbare, natuurlijk gegroeide staatshuisliouden van het Russische rijk. Katharina, die haar kracht geenszins overschat, laat weldra de lijfeigenschap een onopgelost probleem. De humane leer van Montesquieu blijkt niet door te voeren. En hoe kan zij er ook anders over denken, als zelfs Derschawin, de grootste dichter van haar tijd, het iets vanzelfsprekends acht, dat lijfeigenen TIENDE VERVOEG *4** gestraft worden met den knoet, dat men hen ketent, verhandelt en uithongert 1 De hoop der boeren op bevrijding uit de lijfeigen schap gaat spoedig verloren. Niet op de laatste plaats ziet Katharina in deze bevrijding een gevaar voor den troon. Dat echter uit de ontevredenheid der onder drukte boeren een veel grooter gevaar zal groeien, daarvan is Katharina zich voorloopig in 't geheel niet bewust. Dit zal haar eerst over enkele jaren dui delijk worden. Toch is Katharina het lot dei- boeren uit den grond van haar hart toegedaan. Zij schreef eens,,Ik houd van ongecultiveerde volkeren. Ik behoor aan Rusland." Zij houdt inderdaad van 't gewone volk, maar zij is niet sterk genoeg om 't lot te doen veranderen. Het zal nog jaren duren,voordat in Rusland een boer 't recht heeft zich vrij te noemen. De eer der bóeren- bevrijding zal niet aan Katharina, maar pas aan een harer afstammelingen toekomen. Het is haar voor bestemd, den vollen haat der vertoornde boeren aan den lijve te moeten voelen. De opstancl ran Jen pseuJo-Czaar I meijan Pugalschow et, naar mysticisme overhellende Russische volk, dat nog niet zoo lang geleden de nieuwe lieer- selieres heeft toegejuicht, begint zooals zulks Orooi was de verwoesting, die werd aangericht tijdens den opstand van Kozakken en lijfeigenen onder aanvoering van den pseudo-Czaar Emeljan Pugatschow. Een oude plaat van de stad Kazan, die door de verbitterde opstandelingen in brand werd gestoken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 30