EEN VARANENJACHT OP KOMODO WêêèM^p 1 Een expeditie slaagt er negentien exemplaren te bemachtigen 'n Reuzenvaraan uit Artis. Men lette op de gespleten tong, waar mee hij de schildpad aanraakt. In het begin van Juni van dit jaar vertrok uit Tandjong Priok mot de „Melchior Treub" naar Flores en Komodo een onder de auspiciën van den Bataviasclien Planten- en Dierentuin reizende expeditie, die zich allereerst als doel had gesteld den stand van den beroemden Varanus Komodoen- sis te onderzoeken en in de tweede plaats voor verschillende dierentuinen (in Indië zoowel als Holland en 't buitenland) een aantal exem plaren van deze vrijwel uitgestorven diersoort te bemachtigen. De Varanus Komodoensis is nog niet zoo heel lang bekend. Een twintig jaren geleden wist men zelfs in'wetenschappelijke kringen nog niets van het bestaan van de varanen af en 't waren militairen, die enkele exemplaren onder den titel „voorhistorische monsters" opzonden naar het zoölogisch museum te Buitenzorg. Dr. Houtman maakte toen oen volledige beschrijving van don reuzenvaraan. Vanaf dit tijdstip dateert eigenlijk de groote belangstelling voor den „Bijawakh". Hij is de grootste der nog levende liagedis- tn soorten en hoewel het dier in zijn uiterlijk voor een leek eigenlijk maar weinig verschil demonstreert met een ordinairen krokodil (van daar dat de bevolking den varaan den boeaja darat, den landkrokodil, noemt), is het dier aan den krokodil in geen enkel opzicht verwant. Met zijn voor zijn lichaamsomvang betrekkelijk kleinen kop, zijn lange, gespleten tong en ruwe huid doet de Komodo-varaan inderdaad sterk aan een voorhistorisch monster denken en het is volkomen Dr. de Jongh (geheel rechts) verklaart aan de fotografen en den resident van Timor (geheel links) de werking van zijn varanenval. Met lansen gewapend jagende eilandbewoners met hun kleine paardje8 op wild. Een voor lokaas bestemd hertje wordt naar het bivak gevoerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 6