I)e hertog van Wur temberg in Siiss ite Jood'' „Onder dr. Royaards, nietwaar, mijnheer Tour- niaire V' „PreciesAch ja, Willem Royaards.In 1911 ben ik bij liem gekomen. Ik had niet beter kunnen doen. Nog altijd heb ik het grootste respect voor hem hij heeft mij een prachtige, een grootsche gelegenheid gegeven om mijn talent tot ontplooiing te laten komen. Willem Royaards kan ik niet vergeten. Zoo'n figuur missen wij op het oogenblik, en ik vraag me af, wanneer er weer een leider van zijn grootte zal komen. Hij was de bezielende voorganger, die met zijn tooneelspelers deed, wat nu Mengelberg nog steeds met zijn Concertgebouworkest doet, tot roem van Amsterdam als muziekstad. Royaards leefde en vocht voor het tooneel, voor de kunst van het tooneelonder zijn leiding beleefden wij een periode van hoogen bloei, en de vruchten, ervan plukken wij nu nog. Want al onze groote acteurs zijn door hem gevormd. Een ongeloofelijke werker, Royaards. Onvermoeid werd er gearbeid op de repetities keer op keer werd er voorgespeeld, geschaafd aan een scène, aan een gebaar, een woord, totdat alle mogelijkheden van „...maar, mannen, ont houdt dat ik een ezel ben al is het niet op geschreven. vergeet niet, dat ik een ezel ben". (Brummel in „Veel leven om niets"'.) vh-'Kx*.» stapt, den Amsterdamschen Stadsschouwburg, in gang Marnixstraat, binnenwandelt en dan meteen het tooneel oploopt. En daar staat hij dan, als in specteur van politie, officier of minister van Bin- uenlandsche Zaken, of als vader Doolittle in Pygmalion. U zult het zich wel herinneren, hoe hij bij den professor binnenkomt en met z'n lang- zamen, ietwat dóórknikkenden pas naar de canapé loopt om 'ns over zijn dochter te praten. ..Heppu dat mijn hoore segge, petroon Zoo'n klein onder deel van zijn rol zegt hij zoo goed, dat het jaren later nog in de ooren klinkt, evenals vair vele andere rollen. Want we mogen den juhilaris niet vereenzelvigen met zijn wever Spoel en jonker Andries Bibberwang daarmede zou men hem onrecht doen. Hij is een dier geboren tooneelspelers, die maar op de planken be hoeven te staan om een figuur, welke dan ook, tot leven te brengen. Maar de tooneelkunstenaar Oscar Tourniaire zelf zegt er alleen van „Ik heb veertig jaar comedie gespeeld meer niet, hè was n.l. circuseigenaar, in welke hoedanigheid hij naar Rusland trok. Daar werd hij door czaar Nico- laas II benoemd tot eere-stalmeester en in den adel stand verheven het recht van de naam-uitbreiding met Bachigaloupi behoorde erbij. Vooraf had hij zich natuurlijk laten naturaliseeren in Rusland. Op deze wijze werden de Tourniaires van F ran se hen tot Russen en van Russen tot Nederlanders de acteur, die zijn veertigsten tooneelverjaardag viert, blijkt dus brieven van adeldom te bezitten. Voorzoover dit onbekend was, géén nieuws is dit dat Oscar Bachigaloupi Tourniaire in zijn rijke loop baan andere brieven van adeldom heeft verworven, den adel dien men verkrijgt door geest en talent, en het dankbare, ingespannen gebruik daarvan. Daar door verdient hij den eere-titel, dien men dikwijls te lichtvaardig schenkt een groot kunstenaar van het tooneel. H. A. De bezoeker kent intusschen het onderwerp wel. waarover desnoods uren gepraat zal worden, zelfs door Tourniaire met z'n simpele veertig-jaar-eome- die-en-anders-niet. Een opmerking over het eerste optreden als Spoel in de „Midzomernachtdroom" is het begin. „Dat was in 1916. in Arnhem. Spoel, een wever in de „Midzomer nachtdroom"een der bekendste rollen van Oscar Tourniaire. tekst, talent en werkkracht tot hun recht kwamen. De concentratie en de inspanning waren dan soms zoo zwaar geweest, dat de reactie bij de première niet uitbleef en je als tegenspeler wanhoopsangsten op het tooneel uitstond, zoo als hij er dan naast was. Bij de latere vertooningen kwam dat natuurlijk niet voor. Was hij op de repetities niet spoedig tevreden met de resultaten, evenmin vond hij, dat hef werk klaar was, wanneer de vertooningen eenmaal begonnen waren, en als de vijftigste opvoering op komst was, werd er weer generale repetitie gehouden, waarop geschaafd en verbeterd werd. of het een première gold. Ik vind het nog jammer, als ik er aan denk. dat hij in 1925, ontmoedigd en teleurgesteld, ziji werk moest opgeven." Diedriek van Haerlem in de ..Oijsbrecht van Aemstel". Er is een gedeelte aan Tourniaire's naam. dat niet algemeen bekend is. Welke beteekenis heeft dat ..Bachigaloupi" I De verklaring moet men zoeken in een ander gedeelte van Europa, in Rusland. Zooals men weet en zooals hier werd vermeld, is de vader van den jubileerenden acteur ook tooneelspeler ge weest oudere lezers hebben waarschijnlijk nog her innering aan zijn spel en zullen ook weten, dat Oscar Tourniaire soms de rol van zijn vader overnam, wanneer deze ziek was. De grootvader, Ernst, leefde in Dordrecht, waar hij een manege had. Deze Ernst Tourniaire moest zich laten naturaliseeren als Ne derlander, daar hij door zijn vader de Russische nationaliteit bezat. Zoo komen wij dus op den over grootvader. die van geboorte, neen, geen Rus was, doch Fransehman zijn wieg stond in Grenoble. Vandaar naar Rusland is geen ongewone reis, voor iemand die een circus heeft de Grenobler Tourniaire Johannes Zawadil in „De Familie Schimek"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 13