DUIVELDANS Ill Al A Een demon in de éstalU De Thibetaansche tempel van Ghoom voor den aanvang der dansen. Geen ander gebergte ter wereld is zoo nauw met de godsdien stige voorstellingen van een volk verbonden als de Himalaya- keten, welker onmetelijke ijswanden en gletschers volgens de overtuiging der Thibetanen bewoond worden door goden en demonen. Van de nooit door menschenvoeten betreden, ongenaakbare toppen, komt naar hun meening alle zegen en bescherming, maar van daar uit ook is het, dat schrikwekkende demonen dood en verderf slingeren naar de dalen en laagvlakten. De vereering van Boeddha en het bezweren der machtige duivelen vormen dan ook de kern van elke godsdienstige plechtigheid bij deze overigens diep-geloovige volken, woonachtig temidden der onherbergzame ijsreuzen tusschen Kashmir in het Westen en Butlian in het Oosten. Slechts zelden heeft een blanke, die door de Thibetanen als een „ongeloovige" wordt betiteld, de gelegenheid, zulk een godsdienstige plechtigheid mee te maken, laat staan daarvan fotografische opnamen Tempel-muzikanten geven met eentonige doch doordringende fluitklanken 't signaal van den aanvang der ritueele plechtigheid. Uit de vier meter lange tempel-trompetten morden klanken i» vort} ii

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 20