Belangrijke uitvindingen, hun romantische en tragische geschiedenis 2. FIGARO'S SCHEIDING DOOR' FR LORENZ flu uitwreef stoel, <-/<<«/ ge schil, i rooi hit neuten run allerlei proeven, het vervaardigen van modellen enz. en vooral het prodvc.ee.ren van bijzonder ingewikkelde patronen. Een modern toestel voor huisindustrie uit de hoogere textielschool te Enschede EUREKA Een stevige hand zeept in, een stevige hand zet het scheermes aan en een flinke mond praat daarbij „lederen morgen, hee- ren, zou ik kunnen huilen, omdat ik geen wever ben, iederen morgen, heeren, op mijn woord Want uw ambacht ach, komt u wat lager met uw hoofd, mister Green, dank u uw ambacht o lom perd, die ik ben, zei ik werkelijk ambacht 1 Uw kunst, bedoelde ik natuur lijk, uw kunst. Een kunst is de weverij, mister Green, en ik, die voel aanleg voor kunstenaar te hebben, ik ben door het lot aangewezen om een simpele barbier te worden. Wilt u het hoofd iets liooger houden, mister Green Dank u welIk wou, dat ik net als u, heeren, met machines om moest gaan U kunt zich niet voorstellen, wat machines voor mij betee- kenen De eenvoudigste machine doet me kippevel krijgen van eerbied. We zullen uw snor een beetje moeten afknippen, mister Green, als u er niets tegen hebt. Wat zei ik ook weer O ja, machines. machines, die zijn m'n lust en m'n leven Maar ik ben gedoemd om baarden te krabhen en domme. ijdele juffies de lokken te vervenDirect, mister Green, nog een oogenblik geduld, direct zijn we klaar." Een stevige hand beweegt zich over mister Green's wangen en kin, een flinke mond praat erbij. Als de wevers en spinners van Bolton in Lancashire zich Hichard Arkwrialit amuseeren willen, gaan ze naar den kleinen kappers winkel van Richard Ark- wright, boven wiens deur naast de gebruikelijke on derscheidingen van een Figaro het trotsche op schrift prijkt „Hier wordt volgens 'n eigen uitvinding dameshaar in alle mode kleuren geverfd." De da messalon zou 'n prachtige zaak zijn, als Richard Ark- wright er zich maar wat meer om bekommerde. Maar dag in dag uit zit hij in de woonkamer achter den winkel en men krijgt den baas slechts te zien, wanneer er wevers en spin ners in de zaak komen, met wie hij over machines kan praten. Dan dreunt de winkel van het lachen der mannen in den damessalon wachten de klanten, de „ijdele juffies", zooals Arkwright ze gelieft te noemen, vergeefs op den wonderman, die haar kapsel jeugdig glanzende kleuren moet geven. „Richard," roept soms een wever, „Richard, zeg eens, wat doet je vrouw Richard, die met het scheermes al phantastische zwaaien door de lucht maakt, trekt dan een scheef gezicht en de klanten gieren al van het lachen. „Wat vraagt u, mister Turner, wat mijn vrouw doet zucht Richard klagelijk. „Wat zou ze anders doen dan ruzie maken Weer davert een lachsalvo door het lokaal en de wevers houden hun buik vast. Maar Arkwright maakt nu voor mister Green een diepe buiging en noodigt met een nieuwe strijkage mister Turner in den martelstoel. „Zooals gewoonlijk zeker t" kweelt hij en vervolgens informeert hij naar mrs. Turner en de lieve kinderen. „Ach, u bent een benijdenswaardig man, mister Turner. Ik heb nu niet mrs. Turner op het oog, ofschoon zij een voor treffelijke vrouw is, maar ik bedoel. maar, mister Turner, u zit te diep. is het niet Mag ik misschien even dit kleine kussen.... zoo.. ik bedoel, mister Turner, de Jenny-spinning, waarmee u nu bezig bent, als ik 't wel heb. Wat 'n geluk, een nieuwe machine te mogen probeeren. deel te mogen nemen aan den vooruitgang der menschheid. Op die manier brengt Richard Arkwright het gesprek op dat, wat hij wil hooren. Terloops vraagt hij, niemand merkt de ernstig-gespannen uitdruk king in zijn kleine, fiksche oogen op en om zijn be doeling heelemaal te verbergen, trekt hij zijn gezicht, dat wel van gummi schijnt, in zulke dwaze plooien, dat allen moeten lachen. Richard is niet beleedigd, wanneer men om hem lacht en grappen over hem maakt. Integendeel. Pas dan voelt hij zich zeker. Het lachen van de mannen is het masker, waarachter hij het trillend hart verbergt van een jong mensch, die alle wetenschap betreffende zijn geliefde werktuigkunde bij elkaar moet stelen. Hij is het dertiende kind van een zeer armen vader en kreeg nooit onderwijs dat metzijntechnischen aanleg in overeenstemming was. Dat is nu nog niet anders, ja, hij mag zelfs geen belangstelling toonen. Als hij de werklui behoorlijk en ernstig zou vragen naar wat hij wil weten, dan zouden ze hem gauw duidelijk maken, dat hij zich maar met zijn eigen aangelegen heden moest bemoeien, misschien zouden ze zelfs bang zijn, uitgehoord te worden en daardoor wan trouwend worden. Daarom verbergt hij zijn vragen en zoeken in dwaze capriolen, zooals men bonbons in bont zilver papier hult. dat de aandacht moet trekken. En de dolle barbier heeft de narrenvrijheid, te mogen zeg gen en vragen wat hij wil. Zelfs de waarheid mag hij onbevreesd uitspreken. Uit zijn narrenmond klinkt zij als grappige scherts. Richard's malligheid, om de spreekwoordelijke eigenaardigheden van zijn beroep op de spits te drijven, is een masker en tegelijk een pantser tegen iederen onbevoegden blik in zijn inner lijk, dat gekwetst is door ellende. Hij staat op een verkeerde plaats in het leven, en hij weet het. En hij ziet voorloopig geen weg. om op de juiste plaats te komen. Ook ditmaal is Richard's list gelukt. Nu heeft hij mister Turner op de gedachte gebracht om niet hem. nee, natuurlijk niet hemzelf, maar mister Green te vertellen van zijn ondervinding met de Jenny- spinning. De Jenny-spinning, zoo vertelt Turner uitvoerig, heeft wel eenige waarde, maar zij werkt toch altijd nog te langzaam. Het kaarden en spinnen van de grondstof gaat ook nu nog niet vlot. Als je de hoeveelheid katoen en linnen maar eens zag, die de ondernemers den wevers thuis stuurden, en die, als deze heeren hun zin kregen, al den volgenden dag tot lappen gewTeven weer terug geleverd zouden moeten worden Zelfs met de nieuwe Jenny-spinning konden de vrouwen niet genoeg garen produceeren om den hon - ger van de weefstoelen naar materiaal en den honger van de wereld naar geweven eindproducten te be vredigen. Dat betoogt mister Turner uitvoerig en alle klanten in Richard Arkwright's kapperswinkel hooren belangstellend toe, ofschoon ze niets nieuws vernemen. Maar 't probleem houdt hen allen bezig, t is de groote zorg, die hen dag en nacht achtervolgt Daarom knikken zij en trekken zij bezorgde gezichten Dan vraagt een overmoedige stem „En als het nu eens mogelijk werd om kleeren heelemaal uit katoen te weven V' Ditmaal lachen zij niet om Richard Arkwright, den grappenmaker, hoewel hij als anders, wanneer hij neuswijze opmerkingen maakt, zijn gezicht in overdreven zorgelijke plooien trekt, die om vergiffenis schijnen te vragen, en doet alsof hij ieder oogenblik in tranen wil uitbarsten. Mister Turner fronst de wenkbrauwen en zegt lachend „Richard, waar heb je het laatste restje van je verstand gelaten Kleeren uit zuiver katoen, wat een onzin Hoe zou het mogelijk zijn, draden te spinnen, die tegelijk zoo fijn en zoo sterk zijn. om den inslag van linnen te kunnen vervangen Dat kan ook de Jenny-spinning niet, want haar draden hebben niet genoeg weerstand. Je doet beter je mond te houden, Richard, als ernstige mannen praten Maar Richard huppelt al met het scheermes in de hand door den winkel en neuriet „Ik heb m u laatste verstand verloren Nou ben ik heelemaal gek O jerum De wevers lachen al weer en ook mister Turner kan niet langer boos zijn op den dan - senden Figaro. Wat begrijpt ten slotte deze baarden krabber van de weverij, deze flauwe grappenmaker.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 12