31 op, waarop de terdood veroordeeliiig van Alexej, den zoon van Peter, wordt uitgesproken „Kent ge de geschiedenis van dezen grootvorst vraagt de Czaar op dreigenden toon. Alexander beeft. Hij vreest zijn vader zóó diep, dat diens stem alleen re*ds het bloed in zijn aderen doet stollen. Hij begrijpt 't dreigend gevaar. D e samenzwering Zooals vroeger Peter III, zoo schiep ook Paul zich zijn eigen vijanden zelf. Velen wenschten hem in 't geheim den dood. Ook de boeren, wier bestaan de Czaar meende te hebben verlicht, kwamen voort durend in opstand. Hij gaf altijd smalend af op Katha- rina de Groote, die tijdens haar regeering bijna een millioen boeren als lijfeigenen aan haar gustelingen ten geschenke had gegeven. Maar hij overtrof haar toch verreweg, daar hij in vier jaar tijds 600.000 staatsboeren onder zijn weinige vrienden verdeelde, terwijl zijn moeder er vijfendertig jaren over deed. Alleen reeds in 't eerste jaar van Paul's verwarde, onsystematische regeering braken tweehonderd - tachtig opstanden onder de boeren uit Een Russi sche geschiedschrijver maakte 'n rake opmerking door te beweren, „dat Paul met de eene hand liefkoosde en met de andere gruwelijk kastijdde". Van den eenen kant vond hij het goed, dat de lijfeigenen aanklachten tegen hun meesters indienden, van den anderen kant echter verbood hij den grootgrondbezitters niet, de boeren voor deze aanklachten met lijfstraffen te tuchtigen. Een verordening van den Czaar, die den landeigenaars verbood de lijfeigenen meer dan drie dagen in de week op hun bezittingen te laten werken, getuigt wel van menschlievendheidmaar het was geen bevelMet 't gevolg, dat de boer evenals vroeger de heele week zonder eenige belooning voor zijn meester moest zwoegen. Het is voelbaar aan alles, dat een samenzwering tegen den Czaar in de lucht hing. En zooals dat vroeger reeds zoo vaak het geval was, ligt ook nu de haard ervan in de garde. Aan 't hoofd der samen zweerders staat de militaire gouverneur van St. Petersburg, graaf Peter von der Pahlen. Paul had zelf den energieken graaf op dezen verantwoordelijken post geplaatst. Hij was tevens de eenige, aan wien de Czaar zijn volledig vertrouwen schonk. Vandaar, dat Pahlen verbleekte, toen de Czaar hem op 'n dag in zijn wTerkkamer ontbood, de deur achter hem afsloot en zwijgend z'n gezicht begon te bestudeeren. „Verraadschoot den gun steling door 't hoofd. „De santenzweerJers zjjn mg he- enJ, ilt zelf ben een van hen ^Minuten van kwellende onzekerheid volgden. „Waart u in het jaar 1762 hier De graaf is met dit jaartal vertrouwd. Peter III werd toen te Ropscha vermoord. „Om u te dienen, majesteit. Maar wat wilt u daar mee zeggen „Hebt u aan de samenzwering, die mijn vader den troon ko3tte, deelgenomen De gouverneur wischt zich 't zweet van het klam me voorhoofd. Hij weet zich met geweld te beheer - schen.... één onbedachtzaam woord kan hem en zijn medeplichtigen het leven kosten. „Ik was getuige, maar geen deelnemer aan deze samenzwering, majesteit. Ik was te jong en slechts 'n eenvoudig onderofficier bij de cavalerie. Waarom stelt zijne majesteit deze vraag „Omdat.. omdat men hetgeen men toen gedaan heeft, wil herhalen De graaf begrijpt, dat hij verraden is. Doch hij is van nature een waaghals, hij besluit alles op één kaart te zetten. „Ik ben daarvan op de hoogte, majesteit. De samenzweerders zijn mij bekend, ik zelf ben een van hen „Wat zegt u daar „De volle waarheid, majesteit." En de listige Pahlen verklaart, dat hij zich bij de samenzweerders heeft aangesloten alleen met 't doel om van hun plannen op de hoogte te blijven, om hen op 't geschikte oogenblik in samenwerking met den Czaar gevangen te nemen. De Czaar begint te razen. „Wij mogen geen oogenblik talmen. De booswich ten moeten terstond worden gevangen genomen. Sluit ze in de gevangenis Verban ze naar Siberië in dwangarbeid De gouverneur ziet zijn gunstig oogenblik geko men. „Ik zou dit alles reeds lang gedaan hebben, als Ik wil 't hart van een echtgenoot en vader geen pijn aandoenWil zijne majesteit deze namen hier zelf lezen De namen van uw echtgenoote en uw beide zonen staan op de lijst der samenzweerders. Ik moet dus onbegrensde volmachten hebben, om geen risico te loopen De woedende Czaar verstrekt zijn gunsteling de noodige volmachten en met 't bevel tot inhechtenis neming der Czarina en haar beide zonen op zak ver laat Pahlen 't vertrek van den Czaar en begeeft zich naar de kamer van grootvorst Alexander. „Ik zweer ik rweer Fhe militaire gouverneur graaf Pahlen zou reeds lang tot daden zijn overgegaan, had niet grootvorst Alexander hem daarin verhinderd. Zonder diens toestemming immers was de staatsgreep niet uit te voeren, want hij zou na het aftreden van Paul tot Czaar over Rusland worden uitgeroepen. Alexander was met 't plan der samenzwering ver wikkeld. „Wij zullen den Czaar verzoeken den troon vrij te geven. Maar hij moet voelen, dat wij inderdaad zeer sterk staan en daartoe is uw toestemming, koninklijke hoogheid, van zeer groot belang „Ik kan geen toestem- rning geven," verklaart grootvorst Alexander. Maar de graaf houdt dit maal voet bij stuk. Hij toont Alexander het bevel tot gevangenneming. „Er zijn slechts twee mogelijkheden. Uw toe stemming of Alexander verbleekt. Hij denkt aan zijn onmen- schelijken vader. Aan de vele slachtoffers, die deze reeds gemaakt heeft. Hij denkt aan de vele malen, dat hij, Alexander, op zijn knieën voor den Czaar gelegen, om genade voor deze slachtoffers smeekte. hoe hij door den tyran in het gelaat geschopt werd. Er zijn maar twee mogelijk heden. Neen, Alexau- 21 Juli 1776. I)e ontmoe ting van den toenmaligen grootvorst Paul, die na Katharina's dood den Rus- sischen troon besteeg, met den zoozeer door hem be wonderden Pruisischen ko ning Frederik te Berlijn. Graaf Be lining sen, generaal der cavalerie, een der leiders van de samenzwering tegen Paul 1 der voelt zich te jong, te levenslustig om 't lot te deelen van grootvorst Alexej, die door zijn vader, Peter den Grooten, ter dood veroordeeld werd. „Ik geef u mijn toestemming," verklaart hij ten slotte, „maar zweer mij, dat 't leven van mijn vader geen gevaar loopt." Graaf Pahlen ademt verlicht op, nu hij de toestemming heeft. De staatsgreep kan nu worden uitgevoerd „Ik zweer. ik zweer. antwoordt hij haast automatisch, terwijl hij haastig het vertrek verlaat Voor het laatst b|j elkander In den salon van 't Michajlowsky-slot heerscht een gedrukte stemming nog vóór de Czaar verschenen is. Slechts één man weet zich te beheerschen, de man, achter wien Paul zich veilig voelt graaf Peter Alexandrowitsch von der Phalen. Na lang wachten betreedt ook de Czaar den salon. Zijn zware, dreigende blikken zijn gevestigd op Alexander. Hij blijft hem aanstaren en het schijnt, dat hij vermaak schept in de zielepijnen van z'n zoon. De jonge vrouw van den grootvorst dreigt *t bewustzijn te verliezen zelfs de ijzeren Pahlen voelt zich onrustig worden. „De tafel is gedekt De stem van den major domus verbreekt de druk kende stilte. De paren zetten zich in beweging. Graaf Pahlen is alleen. Hij betreedt als laatste de eet zaal. Hij ziet naar 't purperroode achterhoofd van den Czaar en vraagt zich ai, hoe lang dit nog zoo rood zal blijven Aan tafel dwingt Paul zich tot uitgelatenheid. Maar voortdurend kijkt hij zijn zoon doordringend aan. Hij kan zijn vreugde over de neerslachtigheid van Alexander nauwelijks verbergen. Plotseling bemerkt hij, dat op 't nieuwe eet servies het Michajlowsky-slot staat afgebeeld. Hij ziet zulks nu voor het eerst. Hij drukt 'n kopje met de afbeelding aan zijn lippen. „Dit is de gelukkigste dag van mijn leven." Dan wendt hij zich eensklaps tot zijn zoon en vraagt opge wonden „Mijnheer, wat scheelt eraan vandaag „Sire, ik voel mij niet heel wel „Dat kome, wat komt," antwoordt de Czaar on verwachts en verheft zich van zijn zetel. Een dramatische nacht MJet is nacht. De Czaar schrijdt met lange, moede schreden door het slot. De wacht der garde- kurassiers is aangetreden, 'n Officier rapporteert. Paul inspecteert de gewapende soldaten. „Gij allen zijt Jacobijnen De commandant van de wacht verstaat de be schuldiging verkeerd. „Jawel, majesteit De Czaar lacht. „U niet, maar uw regiment. Ik weet precies, wat daar gebeurt. Laat de wacht inrukken Meteen commandeert hij zelf „Rechtsomkeert Marsch Marsch In plaats van de ingerukte wacht ontbiedt de Czaar twee kamerhuzaren, die hij voor zijn slaapka mer op wacht zet. „Niemand binnenlatenbeveelt hij barsch, zet verstrooid z'n hoed op en verdwijnt in zijn kamer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 33