5
mijn betoogen en waarschuwingen en mijn eigen
voorbeeld klemt zij zich aan 't eten vast. Ik vind 't
walgelijk, maar ik heb leeren inzien, dat redeneeren
bij haar niet helpt.
't Moet echt een eetwonder zijn," zegt ze. ,.Ik
moest u namens Lekkertje zeggen, dat ze geen viool
tje maar een lelie is, als ze maar half zoo kan eten,
als ik hem verteld heb. Maar Lekkertje krijgt u
niet," zegt ze. ..Dag hoor
Enfin, geen mensch voelt veel voor een invaller
in plaats van Lekkertje, en speciaal voor geen juffer,
waar niemand nog ooit van gehoord heeft, dus er
wordt al gezegd laten we ons maar terugtrekken.
Wie weet draaide 't daar op uit, als Paardje die
duizend dollar niet gestort hadmaar niemand
weet er wat anders op, dus eindelijk maakt hij een
afspraak om die juffrouw te ontmoeten, die door
Hilda Slocum gerecommandeerd is.
Op een avond komt hij bij Mindv binnen met een
dame, die zoo dik is, dat er drie tafeltjes bij mekaar
moeten worden geschoven, om er haar achter te
bergen, en dat schijnt nou juffrouw Violette Shum-
berger te zijn. Ze weegt misschien een tweehonderd-
vijftig pond, maar ze is nog lang geen oudje, en niet
onknap ook. Ze heeft een gezicht zoo groot als een
wijzerplaat van een toren en kinnen genoeg voor een
brandtrap, maar ze kan leuk lachen, en ze heeft
mooie tanden, en als ze lacht heeft ze zoo'n stem,
dat de slagroom op een tafeltje aan den anderen
kant van de zaal van een aardbeientaartje afvliegt,
tot groote woede van een zekeren Goldstein, die aan
dat taartje bezig was.
Paardje heeft haar meegebracht, om haar een
soort examen in 't eten te laten doen, en ze wordt
door een stelletje deskundigen op 't horloge af ge
controleerd, als ze aan een nieuwen gang begint, en
ze zijn 't er allemaal over eens, dat ze goed spul is.
Paardje zegt zelfs eerste klas, als ze klaar is, en 't
eind van 't liedje is, dat mejuffrouw Violette Shum-
berger gekozen wordt, om tegen Joel Duffle te eten.
Misschien hebt u al hooren verluiden over dien
grooten eetwedstrijd, die in Xew York op een avond,
begin zomer 1937, gehouden is. Eet wedstrijden zijn
natuurlijk niets nieuws in sommige streken, 't
zuiden en 't oosten bijvoorbeeld, be-
hooren ze tot de oudste vermakelijk
heden maar er heeft in jaren niet
zoo'n belangrijke match plaats gehad
hier, dus wordt er nogal over gepraat
op Broadway.
Er staat zelfs iets over in de kran
ten, en er is nog nooit op een eet
wedstrijd zooveel gewed, rnaar Joel
Duffle is favoriet, zes tegen vijf over
de heele linie.
Die Joel Duffle komt een dag of wat
vóór de match naar Xew York, met
dien persoon die Conway beet, en hij
vraagt, of hij juffrouw Violette Shum-
berger niet eens spreken kan, om nog
een paar bijzonderheden af te spreken,
en wie komt er met Violette mee als
trainer en raadsman Lekkertje Jones.
Hij ziet er nog magerder en spitser
uit dan toen Paardje en ik hem den
laatsten keer zagen, maar hij voelt
zich best, zegt ie, en hij is nog maar
zes pond van zijn huwelijk met Hilda
Slocum af.
Het schijnt dat we zijn aanwezig
heid aan Hilda Slocum zelf te danken
hebben, want als ze haar beste vriendin
als inzet gebruikt, zegt ze, is 't niet
meer dan billijk, dat ze al 't mogelijke
doet om haar te helpen winnen, en ze
weet maar één mogelijkheid Violette
te laten profiteeren van de ervaring en
den raad van Lekkertje.
Maar later hooren we, dat die
redacteur, meneer McBurgle. er achter
zit. Hij stelde ontzettend veel belang
in de match en toen hij hoorde, dat
Hilda weigerde. Lekkertje uit te laten
komen, tegen zijn aandringen in, en
een noodhulp voor hem in de plaats
had genomen, werd ie kwaad en zeurde
hij net zoo lang, tot ze Violette door
Lekkertje liet africhten. Ook vernemen
we later, dat Hilda iederen keer, als
Lekkertje thuiskwam nadat hij Vio
lette les had gegeven, aan zijn adem
rook, om te zien, of hij zich tijdens zijn
afwezigheid ook t.e buiten was gegaan.
zetmeel in zit, maar," zegt ie, „alles wat lekker is
bevat natuurlijk wel zetmeel, dus eet ik nooit veel
ergens van. Mijn verloofde stelt mijn menu samen.
Ze is specialiteit in diëten ze heeft de leiding van
de dieet-rubriek in 't bekende, tijdschrift Laten We
Huishouden."
Dan vertelt Paardje aan Lekkertje, dat hij inge
schreven is voor een eetwedstrijd tegen Joel Duffle
uit Boston, en dat hij al duizend dollar kwijt is, die
hij voor z'n fatsoen heeft moeten deponeeren, en dat
een massa bewonderaars van Lekkertje er op rekenen,
uit de misère te raken door op hèm te wedden, en in
't eerst luistert Lekkertje met veel aandacht, en zijn
oogen schitteren als riksen, maar dan wordt hij
droevig en hij zegt
,,'t Zal niet gaan, heeren," zegt ie. „Mijn verloofde
wil vast niet hebben, dat ik mijn dieet stopzet, al is
't maar voor een klein poosje. Ik heb haar gisteren
nog over probeeren te halen om me een houtsnip te
geven in plaats van geroosterd bruinbrood, en ze
zegt, als ik er nog eens over begin, maakt ze 't
uit. Heb jij wel eens een maand lang geroosterd
bruinbrood gegeten, Paardje zegt ie. „Geroos
terd V'
„Nee," zegt Paardje. „Ik eet versch casino-brood,
en kadetjes, en beschuitjes met heete jus."
„Stil toch," zegt Lekkertje. „Je eet je een vroeg-
tijdigen dood in je lichaam, en je maakt me beroerd
ook," zegt ie. „Maar," zegt ie, „hoe meer ik er over
denk, dat mijn vrinden op me rekenen in hun nood,
des te naarder vind ik 't, dat ik ze niet ter wille kan
zijn. Enfin," zegt ie, „je weet nooit laten we maar
eens hooren, wat mijn meisje er van zegt."
We roepen juffrouw Hilda Slocum binnen, en
Paardje vertelt, hoe we in de knel zitten, doordat
we al ons vertouwen op Lekkertje gesteld hadden,
en nou vinden we hem op dieet en 't antwoord van
juffrouw Hilda is dit, dat ze Paardje en mij de deur
uit stuurt, met verzoek, er nooit meer in te komen,
en als we een blok verder zijn, hoor ik haar nog tegen
Lekkertje redeneeren, zoo overtuigend mogelijk.
Nou, die kans is verkeken, denk ik, want ik zie
best in, dat juffrouw Hilda een kolossaal stevig ka
rakter heeft, dus we kunnen onze magen wel aan den
kapstok hangen, als Paardje niet een reuzenmee-
vallertje heeft.
Op een middag is hij in 't Belmontpark, en hij
heeft een echten goeien tip voor't spring-concours, en
dan komt er een kwiek jongmensch met 'n harden
strooien hoed en 'n bril naar hem toe om te vragen,
wat hij er van denkt, en Paardje geeft 'm dien tip,
want hij denkt die dokt wel wat op, als de tip
klopt.
Xou, de tip klopt inderdaad, en 't kwieke jong
mensch is Paardje erg dankbaar voor de inlichting,
maar iets anders dan dankjes geeft ie niet, en Paard
je wil net zeggen, dat ze hier in de zaak geen dankjes
aannemen, als 't kwieke jongmensch vertelt, dat ie
niemand anders is dan meneer McBurgle, de redac
teur van het tijdschrift Laten We Huishouden, en of
Paardje eens langs komt, als hij soms in de buurt is.
Paardje denkt natuurlijk direct aanjuffrouw
Hilda Slocum die werkt voor dat tijdschrift, heeft
Lekkertje gezegd en hij vertelt meneer McBurgle
de geschiedenis van dien eetwedstrijd en vraagt, of
hij niet een goed woordje bij juffrouw Slocum kan
doen, dat ze Lekkertje voor zoolang vacantie geeft
van zijn dieet. En Paardje geeft meneer McBurgle
nog een prachttip, en meneer McBurgle doet blijk
baar meteen een reuzengoed woordje bij juffrouw
Slocum, want den volgenden dag belt ze Paardje in
zijn hotel op vóór hij zijn bed uit is, en zij spreekt hem
toe als volgt
„Mijn standpunt tegenover Quentin verander ik
natuurlijk nooit," zegt ze, „maar ik kan me inden
ken, hoe naar hij 't vindt, dat zijn oude vrienden op
hem bouwen, en dat hij ze teleur moet stellen. Hij
voelt het als een soort verraad dat is 't natuurlijk
heelemaal niet, maar 't zit hem dwars. En daar heeft
hij schade van bij zijn dieet.
Nu ben ik 't met dien wedstrijd natuurlijk heele
maal niet eens," zegt juffrouw Slocum, „want 't
stelt een premie op gulzigheid, maar ik heb een
vriendin, eene juffrouw Violette Shumberger, waar
u 't misschien mee zou kunnen redden. Ze is mijn
beste vriendin van kind af aan, maar ik houd 't al
leen aan, omdat ik zoo aan haar gehecht ben. Ze is
buitengewoon dol op eten," zegt ze. „Ondanks al