BIJ DE ZEEUWSCH-
VLAAMSCHE
VLASSERS
■H
i^NiiHMÉwi
Strtiische vlassersdochters dragen de schooven aan voor
de kloppers.
Dat is nu weer een van die dingen, en juist,
van-de voornaamste, die zoo aardig demon-
streeren, dat Zeeuwsch-Vlaanderen toch al
tijd meer Zeeuwsch is dan Vlaamsclidat er de ont
wikkeling van den landbouw zich meer bij
het noorden dan bij het zuiden heeft aan
gesloten, al is dan ook de Belgische grens
nög zoo nabij en al isoleert de breede
Schelde 't land aan weerszijden van den
Braakman nóg zoo grondig van overig
Zeeland, van overig Nederland, ook
Brabant vooral.
En zoo is het gebeurd, dat in Zeeuwsch-
Vlaanderen in den loop der eeuwen,
haast even sterk als in overig Zeeland,
de vlasverbouw op den achtergrond
raakte, die juist bij de zuiderburen nog
altijd zoo'n voorname plaats is blijven
innemen.
Neen, uitsterven deed de eeuwenoude vlasteelt
hier nooit geheel. Integendeel, over heel Zeeuwsch-
Vlaanderen, en trouwens ook in andere streken
van de provincie, begon zij, onder invloed van toe
vallig weer wat gunsti-
Zaad en kaf vliegen onder 't klop
pen den vlassers om de ooren.
ger omstandigheden, een
nieuw élan te vertoonen.
En zelfs de vlasverwer
king werd weer ter hand
genomen daar werd de
streek rondom Koewacht
en Sint Jansteen 't cen
trum van, waar, naast
verscheidene kleinere be
drijven, reeds fabrieken
verrezen zijn van behoor
lijk formaateen vlas
industrie dus, waarin
honderden mannen en
Eerst worden na den oogst de sehooven vlas door het
zoogenaamde kloppen van het zaad ontdaan.