DORIAN MOET
KIEZEN....
door Alwych Clifford
m
iïSSs
4
Aanvangend met den oudste was daar in de
eerste plaats John Cornish. Hij was de
„vader" van het kleine vliegstation, vier
endertig jaar oud en bekleedde den rang
van kapitein. Verder was hij arm en niet gewoon
zich op den voorgrond te dringen, al was hij de
verantwoordelijke commandant van het station.
Ingewijden wisten dat hij een moeilijke jeugd door
worsteld had en daaruit had hij waarschijnlijk zijn
levensernst en dat vaderlijk air overgehouden, waar
voor hij bij den vliegdienst bekend stond.
Verder was daar luitenant Henry Bayne. Hij was
tien jaar jonger dan John Cornish, van ouden
Engelschen adel en schatrijk. Voorts bezat hij een
knap voorkomen, mitsgaders de goede eigenschap
zich nóch op zijn uiterlijk, nöeh op zijn goede afkomst
of rijkdom te laten voorstaan.
Nummer drie van het trio was Cordon Marholm.
Hij was de jongste luitenant, pas gebreveteerd en
de luidruchtigste en vroolijkste van het station. Zijn
wieg had in het achterhuis gestaan van een vrij druk
beklanten kruidenierswinkel in Windsor, maar vrijwel
alles, wat papa Gordon daarin had verdiend, had hij
ten koste gelegd aan de opvoeding van zijn zoon.
Tenslotte valt van hem nog te vermelden, dat hij
luchthartig en roekeloos was bij het lichtzinnige af
eigenschappen, die vanouds een wonderlijke aan
trekkingskracht op de vrouwen hebben uitgeoefend.
Drie mannen, die in de eenzaamheid en het
moordend klimaat van Britsch Somaliland dag en
nacht en zonder ophef voor de dagelijksche en
schijnbaar onbeteekenende, maar inderdaad hoogst
gewichtige belangen waakten van een wereldrijk,
waarin de zon nimmer ondergaat.
Dorian Parkinson en haar vader completeerden
dit wereldje. Parkinson's plantage lag slechts een
kwartier gaans van het vliegstation verwijderd. Bijna
avond aan avond bezochten zij elkaar, over en weer.
En eenmaal per week vloog Dorian met een der
officieren naar Hargesa, een „stadje" in het binnen
land, waar zij haar inkoopen deed en een paar land-
genooten ontmoette.
Dorian noemde kapitein Cornish „oom John". De
anderen beschouwde zij als intieme vrienden. Allebei
maakten ze haar het hof beiden met ernstige
bedoelingen en zonder dat er óóit sprake was van
onderlinge ijverzucht. Kapitein Cornisli gaf zich
géén moeite naar haar gunst te dingen zij dacht
dat hij te saai en te koud was, om onder den invloed
te kunnen komen van een vrouw.
De keus ging voor haór slechts tusschen Gordon
en Henry. Het was een probleem, dat haar vaak
bezighield. Beiden wachtten ze op een woord van
aanmoediging en wérkelijk wist zij niet aan wien zij
de voorkeur moest geven. Den eenen dag trok Henry
Bayne haar het meest aan zijn knappe verschij
ning en zijn schitterende positie in de Engelsche
society. Maar als zij dan den volgenden dag met
Gordon Marholm naar de stad gevlogen was, nog
natintelend van pret om zijn dolle invallen en
vervuld van een dwepende bewondering voor zijn
inderdaad krasse staaltjes van vliegdurf, dan
schudde zij het hoofd als zij aan luitenant Bayne
dacht. Maar tot een besluit kon zij niet komen.
Het maakte haar vaak genoeg kribbig. „Van wien
houd ik nu het meest vroeg zij zich dikwijls af
met een ernstigen trek op haar knap gezichtje,
waarmee zij ongewild en vaak zelfs onbewust al
méér mannen het hoofd op hol had gebracht. „Of
houd ik van geen van beiden écht T"
De verre horizon, waaraan haar peinzende oogen
een antwoord zochten, bleef echter stom. Evenals
de wind, die een schroeihitte meevoerde. En het
eentonige lied van het ruizelende zand, dat over de
vlakte joeg, zong wél van den dood, maar niet van
de liefde.
Er was een „bal" aan het vliegstation. Een heusch
bal, met muziek, anderhalf danspaar en twee
toeschouwers. Een oude gramofoon speelde van een
gebarsten plaat een schrilklinkende wals van Strauss
op een rhythme, dat letterlijk met geen enkel
ander rhythme te vergelijken viel. Dat lag echter niet
aan de plaat of aan Strauss, maar alleen aan de veer
van de gramofoon.
Dorian en Gordon dansten. Zij hijgden als locomo
tieven, want het valt niet mee op een houten vloer
met breede naden en hobbelige kwasten in het rond
te komen. En te minder, als de wind bij elke vlaag
een kruiwagen fijn, gemeen zand door de deur- en
vensternaden perst.
Henry Bayne zat met een neerslachtig gezicht bij
de gramofoon. Na elke drie ronden van de plaat
moest hij tien keer aan den zwengel draaien, om de
muziekfabriek op gang te houden.
„Draaien, lummel, draaiensteunde Gordon
Marholm. „Het lijkt de kraaienmarsch wel van
Chopin. Dadelijk geeft ie den geest.
„Ik doe anders niet," schreeuwde Henry Bayne,
den zwengel rondslingerend. Prompt leverde het
orkest een steigerendèn galop.
„Zalig," zei Gordon aan Dorian's oor. „Zóó door
het leven."
„Verschrikkelijk afgezaagd," zei Dorian verachte
lijk.
„Wat het leven V'
„Het compliment natuurlijk."
„Nou je 't zegt. mompelde Gordon. Hij brak
bijna zijn beenen over een kwast in het hout en de
galop ging eensklaps overin een langzamen tango.
Toen klonk er een gepruttel en de plaat was afge-
loopen.
„Mijn beurt," zei Henry Bayne.
„Zeg, zou je m'n dame geen oogenblik rust
gunnen 1" vroeg Gordon verontwaardigd. „Ze is die
lamme muziekdoos niet, die je maar op hoeft te
winden
Hij viel met Dorian in een hoekje neer bij Tom
Parkinson en kapitein Cornish, die zich bij dergelijke
festiviteiten vergenoegden met toezien en met
afgeven op het klimaat, de ongezelligheid en het
„gebrek aan verkeer".
Het duurde tien minuten, voor Dorian voldoende
op streek was, om zich opnieuw te laten slachtofferen.
Thans was het Gordon's beurt om te draaien. De
andere kant van de gebarsten wals van Strauss werd
ten gehoore gebracht óók een gebarsten wals van
Strauss.
„Dorianmompelde Henry Bayne. „Wan
neer
Het was een vraag, die hij haar eiken dag minstens
éénmaal stelde. „Ik weet het niet," zei ze met een
zucht en een glimlach tegelijk. „Kunnen jullie nu
niet tevreden zijn met wat
je hebt T"
„Hèbt f Wét hebben we
dan 1 Maak het nu van
avond eens uit met je zelf.
Beloof je 't
Zijn stem klonk dringend
Gordon sloeg altijd een
tuchtigen toon aan. En
tegen dien aandrang voelde
zij zich nooit goed bestand
„Ik zal mijn best doen,"
beloofde ze voor de hon
derdste maal. „Vanavond
of morgen."
„Hé, geen geheimen
daar," riep Gordon. „Hard
op spreken, dat doe ik ook.
Je bent hier niet in een
Amerikaansehe fluister -
kroeg, maar in behoorlijk
gezelschap
Neushoorns in Artis
„Vanavond - óf morgen," beloofde Dorian
nogmaals.
Tom Parkinson en kapitein Cornish keken elkaar
toevallig aan. „Wat denk je ervan, Cornish f
vroeg Parkinson met een glimlach. Hij kon het beste
met hém opschieten dat drukke gedoe van „die
jongens", zooals hij de beide luitenants noemde,
vermoeide hem te zeer.
„Wat bedoel je t" informeerde John Cornish.
„Wel zou hij Henry Bayne of Gordon
Marholm heeten t" grinnikte de planter. „Ik heb
dat spelletje nu al zoo lang aangezien ééns zal
het er toch van moeten komen."
John Cornish wendde zijn blik van hem af. Hij
sprak nooit over Dorian en hij scheen het ook nu
liever niet te doen. Maar Parkinson was nu eenmaal
nieuwsgierig naar zijn meening. „Ik houd het op
Henry Bayne," vervolgde hij. „Gordon brengt haar
voor een paar uur in een dollen roes, maar als zij
voor de keus staat, zal ze wel verstandig zijn."
John Cornish knikte, „Dat heb ik al terstond
gedacht," zei hij met eenigen tegenzin. „Als zij
Gordon twee dagen niet ziet, is zij hem vergeten."
Hij stond op, alsof liij Parkinson de gelegenheid
wilde benemen dieper op het delicate vraagstuk in
te gaan en tegelijk gaf de muziek met een benauwd
gereutel den geest.
„Wie gaat er morgen naar de stad vroeg Gordon.
,,'t Is mijn beurt," antwoordde kapitein Cornisli.
„Denk dan om een potje gember voor „His Masters
Voice", John. Hij is verbazend schor vanavond...."
Het „bal" was afgeloopeu en Dorian werd thuis
gebracht door de twee vrienden. Zij namen afscheid
met een handdruk en den dringend vragenden blik
van Henry Bayne beantwoordde zij met een glimlach
en een hoofdknikje. Vanavond, óf morgen....
Maar toen zij een half uur later voor het venster
van haar slaapkamer stond en over de troostelooze
vlakte uitstaarde, besloot zij met een zucht „Mor
gen
Gordon Marholm viel dien morgen de eer te beurt
Dorian een parachute om de schouders te mogen
gespen. „Je weet er alles van," zei hij, na een zorg
vuldige inspectie van de riemen.
„Alles," beaamde Dorian met een glimlach. „Maar
ik zal haar niet noodig hebben. Zóóveel vertrouwen
heb ik nu wel na meer dan vijftig vluchten."
„Och nee, noodig heb je haar natuurlijk niet,"
bevestigde Gordon. „Maar het is voorschrift en
bovendien een groote geruststelling."
Tom Parkinson en Henry Bayne liepen om de kist
heen en kapitein Cornish inspecteerde de instrumen
ten. Alles was in orde zij konden vertrekken. Het
vliegtuig was een oud model jager, omgebouwd tot
lesvliegtuig en ten behoeve van den instructeur van
een tweede zitplaats voorzien. John Cornisli kroop
achter het stuur, Dorian ging naast hem zitten en
met een armzwaai namen zij afscheid.
Ronkend verhief het vliegtuig zich in de lucht en
zette koers naar het Oosten. Het was nog vroeg en
vóór twaalven hoopten zij terug te zijn. Dorian was
stil. In gezelschap van den ernstigen John Cornisli
was zij weliswaar nooit luidruchtig, maar zij was
thans toch zwijgzamer dan anders. Toen zij op het
vliegveldje aankwam, had zij een vragenden blik