DE ITAEIAANSCHE OPERA r—* JUBILEERT BHH i VEERTIG JAAR IN t™~™— LAND stelling van autoriteiten gaf hier aan mede een machtigen stoot om hoog. Maar op de eerste en voornaamste plaats wordt het instituut toch in stand gehouden door de fascinee- rende macht van de Italiaansehe stem, door de bewondering, die ^n groot deel van het publiek koes tert voor die uitzonderlijke gave van het belcanto, zooals dat uit de zuidelijke kelen welt. De naam van het Nederlandsche operaseizoen heeft gaandeweg ook in Italië een zeer goeden klank gekregen. Reeds onder 't tijdperk van Cav. de Hondt was het Nederlandsche seizoen voor menigeen onder de a.rtisten de springplank voor 'n goede carrière in Italië of in Amerika. Namen als Lucenti, Lunardi, Constantino, Isalberti, Cesaretti, Gemma Bel- lincioni, Cobelli, Cassani, Salvi verwierven vaak hier hun eersten roem, die later bevestigd werd in het land der opera zelf of wel in de nieuwe wereld. Eenieder in ons land weet, hoe de „diva Olandese" Sara Scuderi hier haar roem beves tigde, die thans zoo glorieus in Italië wordt voortgezet. Artisten van wereldnaam als Stabile, Galeff i, Dalla Rizza, Cigna traden de laat ste jaren hij de Italiaansehe Opera op. De scènerie werd aanmerkelijk verbeterd en het instituut kwam gaandeweg in het bezit van een aantal décors en costumes, die een aanzienlijk kapitaal aan waarde vertegenwoordigen. Tal van werken heeft de Italiaan sehe Opera in ons land geïntrodu ceerd. Nagenoeg geheel het reper toire van Puccini, talrijke werken van Verdi, voorts vele noviteiten van klassieke en moderner meesters. Ook hierin, in de keuze der werken, is een stijgende lijn te onderkennen. De tijd van het virt.uozendom als zoodanig is wel voorbij de veristische richting won het pleit en hierdoor werd de keuze der te spelen Agostino Casavecchi, een der vermaard - ste Italiaansehe tenoren, in Rigoletto. Aan regie en décor wordt bij de Italiaansehe Opera even groote zorg besteed als aan stemmenmuziek en ballet: deze stijlvolle scène uit Othello van Verdi is er een betvijs van. Het merkwaardig feit, dat de Ita liaansehe Opera hier te lande haar veertigjarig jubile um gaat vieren, levert stof te over voor enkele beschouwin gen, die men kan uitstrekken zoowel tot het terrein der aes- thetiek als tot dat der folklore. Er ware aanleiding om een his torisch overzicht te schrijven en de vele, zeer verscheidene le vensfasen van het instituut in herinnering te brengen, van den tijd af, dat wijlen Cav. M. de Hondt meestal heel alleen naar Milaan trok, om daar een en semble zangeressen en zangers uit te zoeken, dat doorgaans in staat bleek schier vulkanische stormen van geestdrift te ont ketenen bij de talrijke bewon deraars van het unieke zuide lijke belcanto. Maar 'n eenigs- zins behoorlijk historisch over zicht zou veel ruimte vergen, afgezien nog van het feit, dat er over de eerste vijfentwintig jaar van de Opera Italiana nagenoeg geen archief te vinden is, omdat wijlen de heer De Hondt te dien opzichte erg simplistisch was aangelegd, en niet met accountancy en dergelijke comptable instituten placht te werken. Het jongere geslacht heeft den uitgroei van de Italiaansehe Opera meegemaakt, welke eerst onder leiding van wijlen Comm. Arturo Maestro Edmondo de Vecchi, die even als het vorig jaar ook dit seizoen als dirigent komt optreden. Borin, nadien onder de directe leiding van het College van Commissarissen en hoog bekwame maëstri als Antonino Votto en Edmondo de Vecchi, zich wist op te werken tot een inderdaad veel hooger gelegen artistiek niveau, dan in het begin van haar bestaan verwezenlijkt kon worden. Die uitgroei naar hooger ar tistiek plan was absoluut noodzakelijk, wilde de Italiaansehe Opera den strijd om haar artistiek bestaan met succes kun nen volhouden. De con currentie van het even eens steeds hooger opge voerde concertwezen, de concurrentie vooral van de film, die zooveel mo gelijkheden biedt en nog steeds evolueert, de artis tieke groei van het too- neel, alles vormde facto ren, die het gaandeweg noodzakelijk maakten het werkplan van de Italiaansehe Opera, zooals dat indertijd was opgezet, grondig te herzien. De latere leiding van het instituut heeft te dien opzichte haar taak zeer goed be grepen en de daad werkelijke belang-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 4