Uit heel den omtrek komen er de arbeiders het kanaal langs naar het werk in Sluiskil. Al» de Sluiskilsche brug 't verkeer stopzet, dan groeit al gauw de file wachtenden aan tot een respectabel groepje. Wel zinken in Sluiskil de woninkjes van de ingezetenen in het niet tegen over de reusachtige fabriekscomplexen, kranen en loopbruggen. tusschen deze groote fabriekscomplexen vallen de kleinere niet meer zoo op. Bij zooveel werkgelegenheid zouden we allicht geneigd zijn te veronderstellen, dat het werkloos heidsprobleem in Zeeuwsch-Vlaanderen een oplos sing dan toch wel heel nabij moet zijn. Maar zoover is het nu ook nog weer niet. Want op de eerste plaats is de behoefte aan menschelijke arbeidskrachten bij de moderne uitrusting dezer geheel nieuw opgezette industrieën niet zoo overmatig groot, tweedens zijn er voor een gedeelte van de functies speciaal opge- Als 't schaftuur wordt aan de Sas van Gentsche stijfselfabriek. leide krachten noodig, die in onze provincie niet te vinden zijn, en derdens plaatsen de vele Belgische oudernemingen, die de industrie hier beheerschen, er ook gaarne een gedeelte Belgische werknemers. Toch zal niemand ontkennen, dat de ontwikkeling van deze nijverheid voor deze streek van belang ge worden is. Vooral Sluiskil is de laatste jaren daar door zoo gegroeid, dat er al een beweging ontstaan is, om het plaatsje, dat deels bij Terneuzen, deels bij Axel behoort, zelfstandig te maken tot nog toe zonder resultaat. In Sas van Gent kent men zulke problemen niet, maar ook daar is de uitbreiding met arbeiderswijken, villawijken en zelfs een eigen park zoodanig, vooral langs het kanaal, dat we ons wel degelijk daar staan af te vragen, of we nu met een dorp of een stad te doen hebben. De Sasse- naars hebben dat voor zichzelf trouwens al lang uitgemaakt die spreken al over stadspark en stads reiniging, of 't altijd zoo geweest is. Trouwens iedere Sas van Gentenaar moet zich wel zoo'n beetje groot industrieel gaan voelen, nu er haast meer fabrieken dan inwoners zijn. Een fabrieksstad is Sas van Gent dan ook inder daad en op de spitsuren geeft dat een drukte en verkeer, waarop menig provinciestadje jaloersch zou kunnen zijn. Van allen kant komen er dan de arbeiders aangefietstloo- peu doen er maar weinig, want het meerendeel komt van buiten Sas, ja, nu tijdens de bietencampagne zelfs van uren ver in den omtrek. Zeeuwsch-Vlaanderen is bezig, hier een eigen en wel heel krachtig leven te ontwikkelen en de tijd komt, dat het van heel ons gewest een der gewich tigste deelen zal vormen. Machtige en vernuftige transportbanen maken, dat het vervoer der materialen en producten van en naar de fabrieken maar weinig personeel vraagt. Een berg van veevoeder verlaat als afvalproduct de suikerfabriek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 17