EEN BOUQUET VOOR MENEER
S'
MONTGOMERY
Cen Glencannon-verhaal
door Guy Gilpatric
ir John Castle, voorzitter van
liet bestuur der reederij Clifford,
Castle Co., Ltd., deed met
moeite zijn oogen open en keek
rond. Zijn omgeving leek hem vaag
bekend, en toch weer niet, en toch
ook weer wel.
De kamer kon best zijn eigen privé-
kant.oor zijn, dacht hij tenzij 't
natuurlijk het privé-kantoor van een
ander was. Hebben is hebben en zoo
voort, maar wie was de hebber
„Wie heeft wat t" vroeg hij luidop aan zichzelf.
„Als je die hoofdpijn bedoelt die heb ik. Maar ik
bedoel de hoofdpijn niet, ouwe jongen, ik bedoel
't kantoor. Maarmaar wie bèn je eigenlijk
precies V' Hij haalde een zijden etui met gouden
randen uit zijn zak en schudde den inhoud, uit
visitekaartjes bestaande, op den vloer uit. „Eigen
aardig mompelde hij, naar de langwerpige papier
tjes turend. „Dus ik ben sir John Castle, hè 1 Wat
is de wereld toch klein, wat is de wereld toch klein
Stel je voor, dat ik hier op mijn kantoor zit in die
onmogelijke vroegte Da's werken, hè t Een mensch
moet aan kunnen pakken tegenwoordig Ga
'daar maar eens zitten, ouwe jongen, dan zal ik u
'n briefje dicteeren, juffrouw Melcher, en dan wippen
we er even uit en dan pakken we iets om onze oogen
open te houden, wat En dan hoera voor een
Turksch bad
„Neem u niet kwalijk, meneer," kwam een ver
manende stóm door de omringende wazigheid. „Ik
ben juffrouw Melcher heelemaal nietik ben vrouw
O'Halloran, de schoonmaakster, en as ik zoo vrij
mag zijn om 't te zeggen lijkt u wel 'n gek, met uw
zwarte pakkie an en uw overhemd heelemaal vuil, en
die malle papieren muts op uw hoofd en zoo voorts
Ja, een gek, sir John, dat durf ik u gerust vierkant in
uw knappe verpierewaaide jonge gezicht te zeggen
Sir John Castle tuurde ingespannen over iets,
dat waarschijnlijk een bureau was, en ontdekte een
zwarten berg, die er achter opdoemde. Die berg
stond met zijn handen in zijn zijden één er van had
een stoffer en de andere een vuilnisblik beet.
„Ah, liiephiep hallo, mevrouw O'Halloran
groette hij haar. „Wat dacht u te doen voor de thee
vanmid. eh. nee nee, natuurlijk nietIk
wou eigenlijk vragen, hoe laat.is 't t"
,,'t Is half negen, nèt geslagen," zei vrouw O'Hal
loran. „Half negen 's morgens as u daar soms an
mocht twijfelen. Den ochtend van den tweeden
September.'.'
„Zoo," peinsde sir John, „half negen 's morgens
Buitengewoon Vroeg in bed en vroeg er uit, niet
Goud in den mond en zoo Zeg, daar moet ik echt
eens een briefje aan Hazlitt over dicteeren. Een
stukje bezielingOverloopend van opbouwende
ideeën over grootere toewijding jegens den arbeid,
begrijpt u f Iets dat afstuift om zoo te zeggen.
Klaar, juffrouw Melcher T"
„Wacht u even zei vrouw O'Halloran. „Juf
frouw Melcher is er nog niet en 't kantoor is nog
niet eens open, dus u bent er zeker met uw passe
partout in gekomen. Maar ik denk er niet over met
een man in uw toestand te gaan redeneeren ik
heb al veel te veel ondervonden met m'n man
zaliger, hij ruste in vrede, dan heb ik ook vrede
As u één minuutje wil wachten, sir John, zal ik die
electrische dicteer-mechine van meneer Hazlitt effen
binnen brengen en voor u anzetten, dan ken u zoo
hard dicteeren as u wil, of u ken voor mijn part
versies op gaan zeggen, zal geen mensch last van
hebben
„0, ja, prachtig zei sir John. „Uw toewijding
jegens den arbeid is voorbeeldig, mevrouw O'Hal
loran
Zoo geseliiedde het, dat het bedrijvige oude heertje
Virgilius Hazlitt, algemeen bedrijfsleider der firma,
ongeveer een uur later op zijn bureau het volgende
schrijven vond, door juffrouw Melcher getikt en op
genomen van een zonderling verward dictaat, dat
zij in de machine had gevonden.
Van Sir John Castte
Aan: Mr. V. Hazlitt
Onderwerp Arbeüls-prestatie
In dezen crisis-tijd zijn wij meer dan ooit ge
dwongen, de arbeids-prestatie in al onze afdeelingen
op te voeren. Nu is een zoogenaamde afdeeling
niets anders dan een groep menschen, en de arbeids
prestatie van het geheel is de som der prestaties
van de afzonderlijke personen. Dus is het gebruik
van alcoholische dranken zeer betreurenswaardig.
Ik zou willen, dat u een circulaire zond aan de
kapiteins van al onze drieëntwintig schepen, en hun
opdroeg af te kondigen, dat een gratificatie van 10%,
berekend naar het jaarloon, zal worden toegekend
aan dien officier aan boord van ieder schip, die,
naar het oordeel van den kapitein, het ijverigst
zijn taak zal hebben vervuld en zijn collega's in het
verloop van dit kalenderjaar het beste voorbeeld
van toewijding en gedrag zal hebben gegeven.
Ik twijfel er niet aan, of u zult de voordeelen van
dezen opzet inzien, al is het hier slechts beknopt
omschreven, en zoo goed willen zijn, de détails der
uitvoering te bepalen. Zend den brief s.v.p. zoo spoe
dig mogelijk rond.
Meneer Hazlitt zette een bril op, al sierde reeds
een lorgnet zijn messclierpen neus, en las het briefje
andermaal.
„Maar dat.dat is een goed plan, een best plan 1"
mompelde hij. „Dat ik daar niet zelf aan gedacht
heb Maar. hoe komt sir John Castle op zoo'n
idee 1 Sir John. Sir John notabene 1"
Sinds het overlijden van den oxiden sir Philip
Castle, drieëntwintig jaar geleden, had meneer Haz
litt de ingewikkelde zaken van Clifford, Castle en Co.
zoo goed als alleen geleid. Een practisch voorstel te
ontvangen van den fideelen erfgenaam des stichters
was bijna hetzelfde, als een parel te ontdekken in
een ingemaakte oester. Het was verbazingwekkend.
Het was plienomenaal.
„Wel, wel, welglimlachte hij, zijn magere blauw -
dooraderde handen wrijvend. „Zou 't lichtzinnige
jongmenscli eindelijk belang in de zaak gaan stellen
Zou hij iets gaan presteeren GrootehemelHij
keek op zijn horloge. „Pas even half tien, en hij is er
al, en hij heeft dat briefje al gedicteerd Prachtig
Uitstekend!.... Juffrouw Melcher! 0, juffrouw
Melcher, gaat u even zitten en neemt u even een brief
op voor de kapiteins van alle schepen, per adres onze
agenten, eerstvolgende haven waar te bereiken.
Eh. laat eens zien. ahem
De lunch was genuttigd en meneer Montgomery,
eerste stuurman van het ss. Inchcliffe Castle, stond
op van zijn plaats aan tafel, liep naar de patrijspoort
en staarde droomerig naar de plompe, slonzige sclioor-
steenen van Limehouse, als roeterige dwergen samen
scholend in de lagere slierten van een December-
nevel. „Ah, Londen overwoog hij, in zijn zak van
zijn keurige uitgaanspak tastend naar een'tanden
stoker, en dien, na de ontdekking, peinzend in
gebruik stellend. „Goede oude vaderstad In Lon
den. voel ik me toch altijd thuis, want waar je
hart is. daar ben je thuis 0, kapitein Ball,
als u 't goed vindt, wou ik even aan wal gaan van
middag, om een paar vriendschapsplichten te ver
vullen
„Vriendsohapsplichten grinnikte meneer Glem-
camion, de eerste machinist. „Zei je vriendschaps
plichten i 't Bezoekuur in de Londensche gevange
nissen is van negen tot elf 's morgens, stuurman, dus
als je visites wou maken, kom je een tikje laat
Meneer Montgomery draaide zich om en zag den
spreker aan met een afkeer, waar iets hooghartig-
beschermends in school. „O, dank u, meneer Glen-
cannon antwoordde hij, den knoop van zijn zalm
kleurige das betastend. „Dank u zeer artelijkMaar ik
wou eusch geen visites bij uw familie gaan maken
daar krijg ik ier aan boord royaal mijn bekomst van
Knikkend naar kapitein Ball met't voldane lachje
van iemand, die de lachers op zijn
hand heeft weten te brengen, stak hij
den tandenstoker in een eleganten
hoek tussclien het lint van zijn hoed
en ging hij, om zich aan wal te begeven.
„Nou nou," zei meneer Glencannon,
hem nakijkend en droevig het hoofd
schuddend, ,,'n erg raak antwoord ken
ik 't niet vinden van 'm ik ben
hard bang dat z'n hersens achteruit
gaan. Ik ken me den tijd nog herinne
ren, dat ie paars van woede werd en
't, schuim op z'n mond kreeg, als ik zoo'n spotpijl met
weerhaakjes op'm af stuurde. Ik ben bang, heeren...."
„O zeg, hij heeft een tandenborstel gekocht
viel meneer Swales hem in de rede. „Een tanden
borstel met een rood celluloid handvat, wat zeg je me
dédr van t"
„Hij heeft een paar sclioone sokken ook gekocht."
beweerde de jeugdige heer Levy, de marconist. „Zal
ik u eens zeggen wat ik denk, heeren 1 Zal ik u eens
zeggen wat ik écht denk Ik denk, dat meneer Mont
gomery een meisje aan de hand heeft
Kapitein Ball verschikte zijn buikje langs den rand
van de tafel en lachte een welwillend lachje. „Eh
hm eli-hm," zei hij. „Enfin, ik wou maar zeggen, 't
zou me niets verwonderen als meneer Levy gelijk had.
Ik heb er zelf ook al sporen van gemerkt de laatste
paar maanden, zoo van die.net of. enfin,
ik bedoel, als iemand zich iederen dag scheert, als
ie op zee is, u begrijpt me wel, en als ie bij iederen
maaltijd z'n nagels netjes en secuur met z'n vork
schoonmaakt, voor ie begint te eten. nou, dan
wil ik maar zeggen, dan wijst dat heel aardig op
sersé le femme, zooals onze Fransche broeders zoo
snedig zeggen."
„Kom kom, meneer, nee, meneer!" sprak meneer
Glencannon blozend tegen. „Als u 't zoover zoekt doet
u hem toch onrecht, geloof ik Ik voor mij ken den
kerel niet uitstaan, en ik krijg 'm nog wel es ook, maar
ik zal 'm nooit beschenden, al is ie geheelontliouwer.
Nee, kaptein Ball, ik geloof dat u onredelijk kwaad
denkt. Ik geloof, dat meneer Levy gelijk heb, en de
arme verdoolde gek alleen maar verliefd is."
„Nou eh. hm. wat dacht je dan dat ik
dacht, vroeg kapitein Ball scherp. „Ik wou alleen
maar zeggen, dat meneer Montgomery verliefd was,
en ik wensch hem 't beste er mee. Ja, heeren, ik hoop,
dat hij haar trouwt, wie 't ook is, dat hoop ik echt
Meneer Montgomery is een beste degelijke knaap met
een solied karakter, en als hij gelukkig getrouwd is
wordt 't, nog een beter voorbeeld dan tot nu toe voor
sommige andere personen hier aan boord, die ik op
't oogenblik maar niet zal noemen Hij stierde
meneer Glencannon een boozen blik toe, maar de
machinist keek op dat moment naar den zolder.
„Ja, kaptein," gaf hij toe, met een knikje tegen de
lamp, ,,'t huwelijk is een zeer lofwaardige bezig
heid voor ons allemaal, die op 'n schip de zee op
trekken, en 't is 'n bron van bitter verdriet voor me
geweest, dat ik nooit 'n dame van de sclioone sekse
heb kennen vinden, waar ik met me hand op me
hart van kon zeggen, dat ze me waard was. Je heb
natuurlijk lui, die gelukkiger zijn Carstairs bij
voorbeeld, van de Hardcliffe Castle die heb een
verloofde in Auckland, en een in Oslo, en nog een in
Milford Haven. En den laatsten keer, dat ik 'm sprak
dat. was in Semarang zei ie tegen me je ken
me feliciteeren, Glencannon, ik sta op 't punt om 'n
uitverkorene te worden
„Daar heb je 't nou precies zei kapitein Ball,
zijn wangen opblazend en aanstalten makend, om
te vertrekken. „Daarom zeg ik ook juist, dat ik hoop
uit 't hart van ehnee, ik bedoel uit de diepte van
m'n hart, dat meneer Montgomery den kogel door....
nee eh. ik bedoel, dat hij haar hand mag winnen,
als je me begrijptJa" hij bleef bij de deur staan
en stond de kruimels van de bovenglooiing zijner
corpulentie te kloppen „ja, zooals ik al zei, dan
was hij nog een mooier voorbeeld voor den een of an
deren van de heeren, dien ik met name zon kunnen
noemen
Ditmaal was de steek zoo nauwkeurig gericht, dat
meneer Glencannon de persoonlijke toepasselijkheid
niet voorbij kon zien, maar vóór hij woorden ter
afwering vinden kon, was kapitein Ball het dek op
gestapt.