3
„Oei, lieve hemeltje, hebben jullie (lat gehoord V'
beriep hij zich op het gezelschap. „Stel je voor, zoo'n
knul als Montgomery een voorbeeld voor zoo'n man
als ik wat natuurlijk zeggen wil, dat kaptein
Ball hèm voor wil dragen voor die tien percent
grateficatieNou, heeren, voor mijn part trouwt ie
met alle vroolijke vrouwtjes van Windsor, maar
dan slik ik zoo'n beleediging nog niet Of 't nog
niet erg genoeg is, op óén schip te dienen met zoo'n
stiekumen schijnheiligen gluiperigen afschaffer
En meneer Glencannon begon opgewonden het ver
haal te vertellen van zijn veete met den stuurman,
en begeleidde zijn hymne van haat met woeste ge
baren.
De verhandeling duurde maar voort en maar voort.
In 't begin knikte het gehoor beleefd, toen geeuwde
het, en eindelijk ging man voor man op zijn teenen
de kamer uit. Meneer Glencannon was midden in een
aansckotiwelijke voorstelling, hoe liij meneer Mont
gomery vandaag of morgen bij zijn keel zou grijpen,
hem uit zou wringen als een vaatdoek, het stoffelijk
overschot op dek zou gooien en er met beide voeten
tegelijk op zou dansen, toen hij tot een theatrale pau
ze werd gebracht door de ontdekking, dat hij tegen
de ijle lucht sprak, als hij .Tessup, den steward, niet
meetelde.
„Pardon, meneer," zei Jessup, een beschroomd
zwaaitje met zijn servet vertoonend, „ik wou de
tafel effen afruimen, meneer, dan heb u meer ruimte
0111 uw armen te roeren."
Meneer Glencannon knorde, bedaarde en zonk op
een stoel neer. Hij haalde een exemplaar van de
Presbyteriaansche Kerkbode uit zijn zak, spreidde
het voor zich uit en staarde met booze oogen naar den
inhoud. „Schandalig mopperde hij. „Dat een voor
beeld Schandalig!"
Na eenigen tijd werd zijn toornig gemijmer ver
stoord door een klop op de deur, en er kwam een
jongen van het reederskantoor met de post voor de
officieren.
„O, dank je, knaap, dank je!" zei meneer Glen
cannon. „Leg hier maar neer. Ik zou je graag 'n
kwartje geven, beste jog, maar ik heb al me zilver in
me andere uniform laten zitten, dus ken ik je alleen
maar 't beste wenschen. Hm. hij keek
de post in „drie stuks voor kaptein Ball.
rekeningen, zoo te zien. en 'n paar voor Hughes,
en de Kerkbode van deze week voor mij, en 't sport-
krantje voor meneer Levy en. - O ho Hij nam
een verzegeld, langwerpig pakje in de hand, geadres
seerd aan meneer Montgomery. „Wat zou die gast
noil gekocht hebben 't Komt van de Apollo Corpo
ration Ltd. weet ik veel: Apollo Corporation
Limited Enfin" hij keek steelswijs om zich heen,
liet het pakje in zijn zak glijden en ging naar de deur
,,'t ken nooit kwaad 'ns even te kijken."
In de beslotenheid van zijn hut sneed hij met een
scheermes voorzichtig de zegels los hij maakte het
papier aan één kant open en trok er een houten doos
je uit, met deze woorden op het etiket
DE APOLLO SCHOONHEIDSLIJN NEUSVOR-
MER (RADIO-ACTIEF)
Er in zat een circulaire, geïllustreerd met portret
ten in profiel van dames en heeren, uitgerust met neu
zen in alle denkbare gedaanten, te beginnen met de
dunne hoogdruktuit en te eindigen met de stompe
grofstraalkraan. Er waren er bij als vogelsnavels, er
waren platgerekte met een dikke punt, er waren
snuiten als van beren die door wouden dwalen, en er
was er één bij daar stond onder „Mr. X., voor
aanstaand koopman te Liverpool" die een krui
sing leek van een Mexicaansclien papegaai met een
Bactrischen kameel.
Het geheel was een verzameling gezichten, gelijk
er voorkomen op oude Vlaamsche prenten van een
heksensabbat, en een ideaal middel, om azijn zuur
te krijgen. Volgens de circulaire echter waren die
meelijwekkende uitsteeksels stuk voor stuk veran
derd in een voorwerp van adembeklemmende schoon
heid, door den Apollo Schoonheidslijn Neusvormer,
dewelke, volgens de fabrikanten, was samengesteld
„volgens nauwgezette micrometrische metingen,
verricht aan den neus van het wereldberoemde
Grieksche standbeeld den Apollo van het Belvedere.
De Apollo Schoonheidslijn Neusvormer mag geens
zins verward worden met tallooze minderwaardige
namaaksels, die door gewetenlooze fabrikanten wor
den aangeboden. Alleen de echte Apollo bevat het
inhaleer-kussen, gedrenkt met een radio-actief meng
sel van geheime samenstelling, hetgeen, door den
drager tijdens zijn slaap ingeademd, de inwendige
weefsels van den neus verzacht en aldus in staat
stelt, geleidelijk maar krachtdadig te worden ver
vormd tot volmaakt klassieke gestalte."
„Oeboe verbaasde zich meneer Glencannon,
naar de patrijspoort spuwend en een haartje missend,
„hoe ken zoo'n sukkel d'r zóó invliegen met z'n
ijdellieid Hij haalde uit het doosje een bekerachtig
aluminium toestel met riempjes, zoo iets als een
miniatuur gasmasker. Het onderste gedeelte van
dit apparaat het stuk, dat over de neusgaten
moest komen zat vol gaatjes, gelijk een theezeef,
en bezat een zachte roodgazen omkleeding, die
waar8chijillijk het radio-actieve weefselverweekende
mengsel inhield.
Meneer Glencannon plantte het toestel op zijn
gelaat en bekeek zijn.beeld in den waschtafelspiegel.
„Boe zei hij, en zijn stem klonk vreemd en ver,
gelijk van een buikspreker, die zijn pop in den koffer
sluit. „Je lijkt wel een blikslager die voor diepzee
duiker studeertZet 't maar gauw af, Glencannon,
vóór 't je mannelijke schoonheid havent, en ga an
den gang dan ken die ezel van een Montgomery
z'n neus iii nog wat meer steken, dan waar ie voor
betaald heb
Toen kneep hij met een tang de zijkanten van
den vormer in, tot hij hem nog slechts met groote
moeite over zijn neus kon krijgen. Het ding deed
geducht pijn, toen het daar zat. Hij plukte het er af
en wreef het kloppende orgaan, om den bloedsom
loop te herstellen. „Ziezoo glunderde hij. „Nou
zal hij 't wel laten, om an z'n postzegel te gaan
knoeien Nou dat mooie rose lapje nog. Mm.
eventjes kijkenPlotseling kwam de inspiratie.
„Duivelsdrek!" riep hij uit. „Kèn niet beter Ik
zal tegen kaptein Ball zeggen, dat ik 'n beetje kinine
uit de medicijnkist moet hebben, en dan gap ik
meteen 't fleschje duivelsdrek
Duivelsdrek of asafetida nu is een poeder met een
beslist ontmoedigenden geur. Het lijkt vaag op een
massa dingen, die geen van alle welriekend zijn,
maar 't lijkt hoofdzakelijk op zichzelf, hetgeen verre
van vaag en het alleronwelriekendste is. Oudtijds
gold het voor 'n machtig middel om booze geesten uit
slachtoffers der pestziekte te verjagenmen meende
dat geen booze geest met een haartje zelfrespect in
een streek zou willen vertoeven, waar slechts een
grein van dat goed zich ophield. Dat die opvatting
niet ongegrond was, bleek wel in den jare 1241, toen
zij de gevreesde zwarte pest te Palermo breidelde, en
zestig jaar later te Napels. Tot den huidigen dag kan
het reukorgaan de sporen van dit vroegere gebruik
waarnemen, als men door de straten van die fraaie
steden wandelt.
Meneer Glencannon hield zijn adem in, toen hij
een overvloedige portie van het poeder neersprenkel-
de tusschen de lagen van het radio-actieve inhaleer-
kussen en hij dreigde te stikken, toen hij de circulaire
en den neusvormer weer in de doos stopte.
„Allemachtig, wat een rozentuin stiet hij uit,
het papier in den ouden vorm vouwend en de onder
kanten van de klonten lak verwarmend in een
lucifersvlam. „Ik wil wedden, dat ie zoowat ossen-
spieren in z'n neus krijgt, als ie dat een paar nachtjes
geroken heeft
Dankbaar de frissche rivierlucht opsnuivend liep
hij naar voren en legde hij het pakje met de rest van
de post op het buffet in de groote zaal. Toen keerde
hij terug naar zijn hut, ontkurkte een flescli Duggau's
Dauw en goot zich een tumbler met een kop in.
„Proost, op meneer Montgomery z'n neus maar
dan andersom hief hij het glas. „De mijne lieb een
kleur van menig eerlijk litertje, maar ik zou 'm nooit
willen ruilen voor die bleeke insigne van dien uit
gestreken afschaffer Zoo'n valsche adder met twee
gezichtenTegen den kapitein te gaan klikken dat
ik een flesch in de machinekamer heb, en verhalen
ophangen over dat gevecht met dien agent in
Kaapstad, hè Wacht maar, we zullen eens kijken, wie
d'r hier an boord 'n voorbeeld geeft van arbeids
prestatie en ijver en goed gedrag
Toen meneer Montgomery dien avond weer aan
boord kwam, was de rest der officieren halverwege
't diner. De stuurman had een chrysanthemum in
zijn knoopsgat en een verwaand lachje op zijn ge
zicht. „Doe maar geen moeite voor me zei hij vroo-
lijk. „Ik heb een beetje laat thee gehad, zie je, dus ik
eb niet zoo'n onger." Zijn oogen sohitterden van op
getogen herinnering. „Eerst kregen we geroosterd
brood met boter en pruimenjam, en toen een soort
sandwiches met visclipastei er tusschen, en toen
gloeiend eete gebakken bokking die waren
eerlijk en vruchtencake met eele oopen slagroom.
Da's tenminste wat je noemt een stevige maaltijd
„En wat kreeg je te drinken informeerde me
neer Glencannon.
„Te drinken Thee natuurlijk Wat dacht je han-
(lers, dat ze schonken op 'n deftige middagvisite
„Whisky," zei meneer Glencannon rustig. „Bij
voorkeur whisky, ofschoon cognac, rum, jenever,
wodka, slivovitz en arak óók nog wel als netjes
beschouwd worden. Ik heb zelfs den spiritus wel eens
uit 't theelichtje gedronken, toen de rest op was
„O ja Meneer Montgomery haalde voornaam
zijn neus op. „Nou, lompe Schotsche gek dat je bent,
laat ik je dan eens vertellen, dat dergelijke vochten
niet voorkomen in de kringen, waar ik vanmiddag
geweest ben Ik bon thee wezen drinken bij meneer
en mevrouw Erbert Opkins en hun dochter Enriëtte,
in Opkins Matigheids Otel in Poplar. We zijn halte
maal lid van den hinternationalen bond van strijd
bare geëelontouders, en geloof maar gerust, dat zulk
gemeen slangenvergif van jou daar niet in uis
komt
„Bravo, bravo riep kapitein Ball. „Zulk ge
zelschap durf ik tenminste aan te bevelen voor een
officier, die een middag passagieren gaat Geen
drinkpartijen en geen lawaaiscliopperij, zooals ik
tot mijn spijt van sommige andere heeren wel eens
hoor, meneer Glencannon. Niets van dat al, alleen
een keurige, deftige theetafel, net als in den schoot
van je eigen familie, met gebakken bokking en zoo,
als je me volgen kunt. Ik kan u verzekeren, meneer
Montgomery en heeren, dat niemand zooveel geluk
heeft op aarde als een zeeman, die aan wal knus aan
z'n eigen huiselijken haard zit, met z'n vrouw op z'n
schoot en misschien 'n bulldog en 'n paar kindertjes
en 'n mooie, flinke electrische piano, die staat te
dreunen bij de diepe tonen van De Slag bij Waterloo,
zoo gezellig en knus mogelijk. Eh. kmhm
begrijpt u me V'
„Ja, meneer," zei meneer Montgomery, met een
onnoozele grijns. „Ik begrijp u volkomen." Hij ging
aan 't werk op zijn portie hachée, en terwijl hij die
opvorkte, zat meneer Glencannon zijn gelaatsuit
steeksel critisch te beschouwen. Er was daarvan,
constateerde hij, een aanzienlijke hoeveelheid liet
stond wel ongeveer op de juiste plaats, maar zijn
vormen waren onscherp, puddingachtig, alsof de klei,
waaruit het was gekneed, nog vochtig was en slecht
doorbakken. Het was geen neus om hoera over te
roepen neen hoe meer hij er naar keek, hoe min
der hij 't den eigenaar kwalijk kon nemen, dat deze
naar de Apollo Corporation Ltd. geschreven had.
Eindelijk staakte de stuurman zijn maaltijd, hij
stond op en liep naar het buffet. Hij bespeurde zijn
pakje, kreeg een kleur en stopte het in zijn zak. „Wel
te rusten liallemaal wensclite hij, toen repte hij
zich weg, naar zijn hut.
Ondanks het feit echter, dat meneer Montgomery
vroeg naar bed was gegaan, zou men aan zijn uiterlijk
en stemming niet zeggen, dat hij een flinken naclit
in vreedzamen slaap had doorgebracht. Meneer Glen
cannon, die ongemerkt naar hem zat te kijken aan
de ontbijttafel, merkte op, dat zijn gezicht vertrok
ken stond, zijn oogen opgezet waren en zijn neus
vlekkerig geel, alsof hij bevroren was geweest en
juist begon te ontdooien. De stuurman viel knorrig
op zijn havermout aan en trachtte peinzend de nacht
merries aaneen te schakelen, die hem hadden
gefolterd. Eerst, herinnerde hij zich, liad hij gedroomd
dat het schip zonk en dat hij met zijn neus tusschen
een toeschietend waterdicht schot was geraakt
daarna was hij in de rivier den Ganges gevallen, vlak
voorbij de blakerende waselitrappen van Benares,
en hij was wakker geworden, snakkend naar lucht,
toen het walgelijk smerige water zich over hem
sloot. Maar hij huiverde nu hij er aan dacht al
was het water slechts een droomgewroeht, het
kwalijk geuren was in zijn neusgaten gebleven, ook
toen hij wakker was. Zijn neus klopte pijnlijk, door
een spiertrekking van herdenken, en was nog vol van
de afgrijselijke lucht, die hem den heelen nacht had
geteisterd.
Toen Jessup de eieren binnen had gebracht brak
meneer Montgomery er een open, bleef een oogen-
blik roerloos zitten met het lepeltje in de houding,
huiverde en duwde toen zijn bord weg. Hij zonk
achterover, met knorrig gezicht, en hij haalde adem
door zijn mond en masseerde voorzichtig zijn neus.
Van tijd tot tijd haalde hij bij wijze van proef
een vleug lucht door zijn neusgaten in, maar het
resultaat was steeds ontmoedigend. Hij zat on
rustig te schuifelen en hoestte achter zijn hand.
Slof op blz. 12