SNAPSHÓ
BALI Tooverwoord voor liefhebbers van oostersche kunst en oostersche (Hindoe cultuur. Maar niet
minder voor hen, die van de tropische natuur houden. Men beweert en dat niet geheel ten
onrechte dat van Bali een Indisch Marken gemaakt wordt, dat 't wondereiland een stuk „vreem
delingen-industrie" geworden is. Wat daarvan waar moge zijn, één ding is zeker de natuur blijft zich
zelf en dus verrukkelijk schoon. Hierboven een foto van Bali's kust tusschen Karang Asem en Kloeng-
koeng. Een smalle strook wit strand, waarop de oceaan zijn witgekuifde golven laat rollen, wuivende
klapperboomeu, zachtjes bewogen door den zeewind, en op den achtergrond groenende heuvels.
EEN JAVAANSCH Op Midden-Java, vooral in het noordelijk gedeelte daarvan (omgeving Demak en
TOILETKASTJE Rembang), staat de oude houtsnijkunst nog hoog in eere. De eenvoudige
Javaansche houtsnijder is daar een kunstenaar in zijn vak. En men kan het zich
haast niet voorstellen, dat deze ambachtslieden uit de dessa zulk schitterend werk kunnen leveren met-
vaak primitieve werktuigen. Hiernaast geven wij
een voorbeeld van Javaansch houtsnijwerk. Het is
een tot een bruidsschat behoorend toiletkastje
met spiegel, voor welken de Javaansche bruid,
gehurkt zittend, haar toilet maakt.
Een foto uit Oost-Indië (Java) die VERKEER
om vele redenen merkwaardig is. In OP JAVA
de eerste plaats, omdat de fotograaf
een bijzonderen „compositorischen" aanleg blijkt te
bezitten. De drie zoo harmonisch bijeen staande
klapperboomeu beheerschen het fotobeeld en ver-
leenen er het tropisch cachet trail. De loofboom en
het even boven den weg uitstekende huisje geven een
beeld van rust en vrede, die door de elkander voorbij
vliegende auto's (links) dreigen te worden verstoord.
En toch zou zonder die auto's het fotobeeld saai en
zwaarmoedig zijn. Alle verhoudingen zijn goed (hoog
te van den weg ten opzichte van het totaalbeeld
enz.). Dat men op een Indische foto auto's aantreft
is natuurlijk niets bijzonders. De auto is hèt ver
voermiddel langs de moeilijke wegen op geacciden
teerd terrein en bij de vaak groote afstanden. Heele.
stukken van ons koloniaal bezit- zijn door de auto
voor verkeer en exploitatie opengesteld. Merkwaar
dig is de kleine witte „auto". Feitelijk is het
vervoermiddel een motordriewieler, waarover een
carrosserie is gebouwd. Dit „geval" biedt gelegen
heid om een man of vier te vervoeren.
heé
h vo<
■aaf
paree
we,
DE VOORGALERIJ VAN Of
EEN INDISCHEN NIMROD in zi
fotoj
ooit tracht wijs te maken, dat de gepit
de tropen geschoten heeft, dan zeggen
van een eland en elanden houden zich wel in h
massale schedel links op den grond is vsjn een
van kidangs (herten) en van ban tongs' (wild
jager in Indië heeft voorgoed de jaiht o|
schreeuw naast haar jong zag neervallen-