GELD, GELD, JIJ ZORGENKIND 29 (WORDT VERVOLGD) Een der geweldige schepraderen van de „Great Eastern'". Langszij ligt een oud fregatschip, geladen met den transatlantische n kabel, die in 1866 door de „Great Easterntusschen Enge land en Amerika werd gelegd. En dan lanceerde hij nog de verklaring, die hij tot nog toe had geheim gehouden Lloyd zou geen be zwaar maken tegen opname van het schip op de officieele scheepslijsten, want het schip zou immers gebouwd worden onder toezicht van Lloyd. Dit gaf den genadeslag aan alle bedenkingen. Tegen een schip, dat, niettegenstaande alle afme tingen, de goedkeuring wegdroeg van Lloyd, de beroemde, verzekeringsmaatschappij voor alle aan gelegenheden ter zee, was niets meer in te brengen. Ook in de parterre begon het er levendiger toe te gaan. Alleen op de eerste rangen, de rangen der financiers, bleef men sceptisch gestemd. Achter die rijen zaten de leden van het „Institution of Engi neers", de organisatie van alle technici werktuig kundigen, werf- en fabriektechnici, civiele ingenieurs, en zoo voort. Juist zij waren vrij bevooroordeeld ter vergadering cekomen, maar zoodra ze hoorden hoe Brunei de eeuw der techniek ophemelde, waaraan zij hingen met hart en ziel, gaven ook zij zich gewonnen. Daarbij kwam nog de oorverdoovende bijvalsorkaan der galerij, het goedkeurend geschreeuw der zeelui, die uit Brunei's uiteenzettingen naïef concludeerden, dat het paradijs nabij was, waarin de zware en onver droten arbeid der spieren ging vervangen worden door een lichten druk op een of anderen hefboom. Het viel niet uit te maken, wie van de aanwezigen in de parterre het eerst zijn bijval uitte, maar Brunei's rede behaalde een schitterende overwin ning. Toen Brunei aan het slot verklaarde, dat de menschheid het voortaan als beneden haar rang had te beschouwen nog met kleine notedoppen op den oceaan te varen en dat de bouw van dit schip den eersten vooruitgang sinds honderden jaren betee- kende, groeiden de bijvalsbetuigingen aan tot een orkaan. Begeestering is echter geen vischwaar, die men kan inzouten en te geschikter tijd weer te voorschijn kan halen en Brunei had derhalve links en rechts inteekenlijsten klaar gelegd, waarop gegadigden naast hun namen ook het gewensclite bedrag konden invullen. Zoodra Brunei zweeg, werd het een wed loop naar de lijsten. Alleen de kleine groep der financiers maakte geen haast. Een uur na afloop der redevoering was reeds een bedrag van 70.000 pond sterling volteekend ten hate van de nieuwe „Eastern Steam Navigation Company", scheepvaartmaatschappij voor de ooste lijke vaart. Onder de namen, waarachter een opvallend groot bedrag was geboekt, stond op de allereerste plaats de naam van John Russel, voor een bedrag van 3500 pond. Ten' kantore der Hamburger en Bremer reede- rijen zag men den nieuwen scheepsbouw te Lon den met leede oogen aan. Vier jaar te voren was te Hamburg de „Hamburger Paketsfalirt Aktien Gesel 1- schaft" verrezen, een zeer^escheiden onderneming, Zeer luxueus werden de passagiersverblijven van de „Great Eastern" ingericht. Een hoekje ran de conversatiezaal die drie stoomschepen, een vijfmaster en twee kleine zeescheepjes onder eigen vlag in de vaart had. Ook Bremen had enkele zeilschepen in de vaart en het was dus te begrijpen, dat de bouw van dit Engelsche reuzenstoomschip een zeker onbehagen opwekte. Er viel niet aan te denken, tegen zoo'n reus te concurreeren. Het was echter nog niet zoo ver. Het schip lag vooreerst nog op de werf vanJohn Russel in Millwall aan de Theems en was het groote zorgenkind zoowel van maatschappij als van aandeelhouders. De eerste roes was voorbij. Slechts luttele maanden na de merkwaardige bijeenkomst m de Vauxhall wa ren alle aandeelen gestort. De maatschappij was tot stand gekomen en alles scheen in kannen en krui ken. Brunei was misschien nog het meest van allen ver rast door het vlotte verloop der omstandigheden. Er waren immers in zijn redevoering een paar pun ten van vrij twijfelachtig gehalte. Het bewuste schip der Grieken was heelemaal geen succes ge worden, men had haven noch dok kunnen vin den om het te bergen en was op slot van zaken ge noodzaakt geweest het weerom te sloopen. Dit was trouwens nog niet eens zoo erg. Maar Brunei's be wering omtrent Lloyd was alleszins voorbarig ge weest. Hij had weliswaar met Lloyd gesproken en Lloyd had te kennen gegeven, dat men zijn goed keuring wel niet zou weigeren aan een volkomen zee waardig schip, maar van steun of toezicht, zooals Brunei had gezegd, was zelfs met geen woord ge rept. De heele geschiedenis van het schip is een voort durende aaneenschakeling van verrassingen en on voorziene wendingen. In het beginstadium waren alle voorspellingen van Brunei uitgekomen. Allen, van wie John Russel beweerd had, dat ze niet zouden inschrijven, waren lid van de nieuwe maatschappij. Thomas Hope, een der meest bekende financiers van Londen, was president, I. R. Campbell, leider der „Peninsular and Oriental Steam Navigation Com pany", was directeur en John Russel zelf was, wellicht tot zijn eigen verbazing, samen met Brunei, leider van den bouw, op zijn werven in Millwall. De haute finance had zich opvallend op den achtergrond ge houden en de aandeelhouders bestonden meest uit kleine ingenieurs en technici, vaklui, die klaar blijkelijk meer vertrouwen hadden in het waag halzerige project dan de voorzichtige geldmagnaten. Alles verliep zoo schitterend, dat Brunei een beetje bang was voor zijn eigen toekomst en die van 't schip, de „Great Eastern", zooals men het had gedoopt. Een jaar', nadat de maatschappij was gesticht, begon men met het leggen van de kiel. De bouw moest in drie jaar voltooid zijn, in werkelijkheid zouden het er echter zes worden. In de eerste jaren hadden de ingezetenen van Londen nu toch ook een nieuw doel voor hun uit stapjes, nl. het kleine plaatsje Millwall aan de oevers van de Theems. Na verloop van een a twee jaar kon men den voortgang van den bouw goed volgen. Drie dek hoog torende de reus boven alle hellingen en dokken der omgeving uit. Niemand die niet daarvan wilde genieten en zoo werd het jaar in jaar uit een voortdurend gaan en komen te voet of per vehikel langs de oevers van den stroom in de richting van Millwall. Reeds van achter het plaatsje Erith zag men den romp van 't reuzenschip afgeteekend tegen den horizont. Dit bracht vooral geld in 't. laatje van de kasteleins. Men zat in prieelen en op de ter rassen, keek naar het schip en debatteerde over de toekomst der techniek. En vooral de aandeelhouders wier aantal in de honder den liep popelden van nieuwsgierigheid en verlangen, gespannen het oogenblik ver beidend waarop er eindelijk leven in die doode ijzeren massa zou komen. En dat er toch leven in het monster zat, bewees de niet te verzadigen honger van het ondier naar.geld Het verslond duizenden, honderdduizenden, millioenen shillings en vertikte het niettemin te groeien. Eu zoo moest dan ook eindelijk eens de dag komen, dien de haute finance met scherpen blik had voorzien en waarop het op de beurs toeging als in een bijenkorf. De „Eastern Steam Navigation Company" had liaar betalingen gestaakt, moest ze staken omdat de bouw al liet dubbele der uitgetrok ken gelden had verslonden en de kas leeg was tot op den bodem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 29