panflavin
31
spel als ik die Zoeloepaarlen niet in
handen krijg, kan je er nog van lusten."
Hij keek haar scherp aan en zij ver
bleekte onder zijn blik. Er was haar een
tweede licht opgegaan. Een week gele
den hadden de Canadeesche kranten
vol gestaan van een brutale inbraak in
de villa van den millionnair Emery, waar
de dieven een collier Zoeloepaarlen
hadden buitgemaakt ter waarde van
vijfhonderd pond. De rol, die haar
tafelgenoot thans in deze geschiedenis
speelde, was haar echter nog een raad
sel, evenals het aandeel dat de onbeken
de vrouw erin had, wier plaats zij had
ingenomen. Dat „gebbetje" en de drei
gende toon, dien haar vis-è,-vis bij zijn
waarschuwing had aangeslagen, lieten
er echter geen twijfel aan over, of zij
had zich in een wespennest gestoken.
„En zullen we nu maar gaan V' ver
volgde de onbekende, ,,'t Is half acht
en ik voel er niets voor door Lange Joe
ontvangen te worden met 'n proppen
schieter. Is het hier dicht bij V'
Ellen moest al haar zelfbeheersching
te hulp roepen om zich niet te verraden.
Zij voelde zich in het nauw gedreven
en wist niet wat te doen. Zij dacht er
aan den kellner te roepen, doch deinsde
terug voor het schandaal, dat zij zou
veroorzaken. Plotseling viel haar een
reddende gedachte in. Zij zou heel ge
woon met hem meegaan en den eersten
den besten politieagent, dien zij tegen
kwam, om hulp verzoeken.
„Ja, het is tamelijk dichtbij," wist zij
koelbloedig uit te brengen. „Niet de
moeite om een taxi te nemen."
„Mooi, dan gaan we loopen," zei de
ander, terwijl hij zijn portemonnaie te
voorschijn haalde. En toen zij naar
haar tasch greep, voegde hij er op blaf-
fenden toon aan toe „Laat maar zit
ten, ik betaal wel.
Bevend ging zij hem voor naar den
uitgang.
Buiten, in de frissche avondlucht,
hervond zij haar kalmte. Er kon haar
immers niets gebeurenEen agent
was natuurlijk niet te zien, maar het
politiebureau was dichtbij. Zij zou er
langs gaan en den agent, die buiten op
post stond, 'n heimelijken wenk geven.
De man was in elk geval een misdadiger
en met zoo iemand hoefde men geen
medelijden te hebben
Zij liepen de tamelijk drukke straat
uit, een andere in en de man aan haar
zijde begon een opgewekt praatje over
het weer. Zij was hem heimelijk dank
baar dat hij haar niet het hof maakte
in het vage begrip, dat zij van de onder
wereld had, achtte zij alles mogelijk.
Zjj sloeg den hoek van de straat om,
die vóór het politiebureau gelegen was
en haar hart begon te popelen. Halver
wege passeerden zij een oud vrouwtje,
dat bedelend haar hand uitstrekte en
plotseling bleef haar metgezel staan.
Hij tastte in zijn vestzak en duidelijk
zag zij, dat hij de oude vrouw een hal ven
shilling in de hand drukte.
Met een verontschuldigend lachje
kwam hij weer naast haar loopen. „Als
ik zoo'n vrouw zie, moet ik altijd aan
mijn eigen moeder denken," zei hij.
„Wat bedoelt u t" vroeg zij stamelend.
Hij lachte, maar zijn antwoord was
een en al ernst. „Dat lijkt je misschien
vreemd, maar het is waarheid. Van zulk
gebedeld geld heb ik zelf geleefd. Ik
had geen vader meer en miin moeder
was blind. Ik verloor haar toen ik
dertien was."
Er was een toon in zijn stem, die haar
roerde. Zijn jeugd gaf haar een ver
klaring voor alles. Zij had zelf evenmin
een moeder of vader en wist wat het
was alleen op de wereld te staan. Zij
sloegen weer een hoek om en van verre
zag zij het bliksemlicht van het brand
alarm op het politiebureau aanflikke-
ren. En op hetzelfde oogenblik stuitte
haar de valsehe rol, die zij speelde. Hij
mocht een misdadiger zijn, maar er
sluimerde toch nog iets goeds in zijn
hart. Hij eerde de nagedachtenis van
zijn moeder en dat was meer dan zij van
zoo iemand had verwacht.
Zij waren niet verder dan twintig
passen van het politiebureau vandaan,
toen zij plotseling bleef staan. Zij was
heel bleek en op haar gelaat lag een
vastberaden trek. De man aan haar
zijde hield eveneens zijn pas in en keek
haar vragend aan.
„Ik heb je iets te zeggen," zei ze met
een harden klank in haar stem. „Ik weet
niet voor wie je me aanziet, maar ik
ben het niet. Ik was van plan je aan
de politie over te leveren, maar ik kan
niet. Maak alsjeblieft dat je wegkomt."
Zij wilde zich omkeeren, doch het
volgende oogenblik gebeurde er iets,
dat haar perplex deed stilstaan. De
misdadiger mompelde een verwensching
en rende naar het politiebureau. Hij
greep den wachthebbenden agent voor
den ingang bij zijn arm, maakte een
heftige beweging naar zijn jas en wissel
de een paar woorden. Daarop keerde hij
naar haar terug. Zijn gezicht teekende
teleurstelling, doch in den blik, waarmee
hij haar opnam, las zij belangstelling.
„Wel, miss, ik geloof, dat wij beiden
het slachtoffer zijn van een kapitale
vergissing," begon hij beleefd. „Mag ik
me even voorstellen sergeant Bower
van het Canadeesche recherchecorps
Ik ontving gisteren een brief van een
zekere miss Torons, een handlangste i
van den beruchten Lange Jóe, dien wij
verdenken de inbraak te hebben ge
pleegd bij mister Emery. Zij had on
genoegen gekregen met haar chef en
daarom verried zij hem. In ruil voor
de belooning, die de verzekerings
maatschappijen hebben uitgeloofd, zon
zij mij de bergplaats van het parel
snoer aanwijzen. Ik hoor echter van dien
agent, dat zij vanmiddag beiden zijn
gearresteerd.
Ellen werd vuurrood. Zij zocht naar
een verontschuldiging, maar John Bo
wer gunde haar geen tijd. „Eigenlijk
verdiende u een reprimande," hernam
hij streng. „Het was uw bedoeling een
misdadiger te laten loopen. Hoe kwam
u daartoe V'
Zijn oogen schitterden en verlegen
sloeg zij haar blik neer.
„Misschien. een kwestie van ge
voel," bracht zij stamelend uit.
John Bower lachte en zijn oogen
bleven met een liefkoozende uitdruk
king op haar gloeiende wangen rusten.
„Een kwestie van gevoel als politie
man zou ik daar toch het naadje van
de kous wel van willen weten," hernam
hij opnieuw. „Waar zullen we heen
gaan, onbekende jongedame
Haar antwoord ging verloren in het
geraas van een voorbijdreunenden
vrachtauto, maar zonder tegenstribbe
len lie
Bij dit vochtige, koude weer
moet je op weg naar het kan
toor beslist een Panflavintje
nemen. Ja, ja, wij vrouwen
moeten toch aan alles denken!
j
De aangenaam smakende
B N
A
glBAYER
T PASTILLES
vormen een afdoende be
scherming tegen besmetting,
keelontsteking, verkoudheid
Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten
i
Het sprookje heeft haar te pakken.
Moeder is haar goede fee. Ze geeft
haar de lekkere Sanostol, die als
frissche sinaasappel-limonade smaakt.
Toch is Sanostol een natuurlijk lever
traan-product met den vollen vita
minen-rijkdom van levertraan. Geeft
Uw kinderen dus Sanostol: 1, 2 of 3
theelepeltjes per dag, al naar den
leeftijd, tenzij de arts anders voor
schrijft. Een flacon Sanostol bevat
45 theelepeltjes en kost slechts f. 1.40.