MANTELS MET BONT 38 De flatteuze liooge kraag heeft vrijwel afge daan en plaats gemaakt voor velerlei variaties op het gebied van bontgarneering. Een verandering, die niet in alle opzichten een verbetering is, daal de nieuwe mantels in vele gevallen heelemaal geen kraag meer hebben, de draagster dus heel wat minder profijt van haar wintermantel heeft. Een van de nieuwste en meest populaire garneeringen wordt ver kregen door het aanbrengen van een flinke punt bont op rug en voorpand. Een garneering, die afkleedt, en te vens liet voordeel heeft den rug heerlijk warm te houden. De rechte opstaande cols zijn wèl practisch, doch hebben het nadeel lang niet iedereen goed te kleeden. Men moet een behoorlijk langen hals hebben, wil men niet het gevaar loopen propperig te lijken. Een alleraardigste variatie op het thema der bontjassen zien we toege past door het aanbrengen van vier kanten of strepen van bont. De man chet wordt hoe langer hoe zeldzamer zij wordt vaak vervangen door een punt van bont, een streep over de geheele mouw en soms zelfs doorheele mouwen van bont. Persianer is dit seizoen uitgesproken favoriet, daarnaast hebben zilvervos sen, bever, nutria, geverfd petit gris, Indisch lam en zelfs weer skunks de voorkeur. Onder de kraaglooze mantels wordt meestal een kleurig zijden shawltje gedragen, terwijl som mige modellen ook het ouderwetsche befje, al dan niet van bont, ver- toonen. Opgemerkt dient nog te worden, dat het bevestigen van bont langs den mantelzoom de silhouet önnoodig ver kort en slechts hoogst zelden het geheel verfraait.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 38