de gele lumpen van liet van ieder goudstofje ontdaan gesteente, waarop ook het
beseheidenste plantje niet Iran gedijen.
boven de autonummers is
t van Johannesburg„The gi
de gouden stad, aangebracht.
W Ook de riksja treft men nog als ver-
roermiddel in Johannesburg aan, getrok
ken door sterke negerjongens, met bonte
vederdracht op het hoofd en beschilderde
heenenTtai spaart kousen uil!
onuitputtelijk f Voedsel moest driehonderd mijl ver
worden aangesleept. Maar wat gaf het, of het peper
duur werd f En wat de watervoorziening betreft,
wel, als er geen water meer was dronk men eenvoudig
champagne En zoo verrees een stad als het ware op
goud gebouwd.
Aldus begon de jeugd van Johannesburg, hoe jong
van jaren ook, een reuzin onder de Zuid-Afrikaansche
steden. Het is zooals gezegd de grootste stad ten