GREAT EASTERN
Het verhaal van een
technisch wonder
DOOR FRITZ ROTHGIESSER
EEN ONGELUK KOMT
NOOIT ALLEEN
30
verwezenlijkt de machines, waarmee 't schip
was uitgerust, waren verouderd, nog voor
dat 't schip zijn eerste zeereis had aanvaard.
Ook de snelheid viel tegen, daar ze practisch neer
kwam op slechts veertien knoopen. En dit alles zou
misschien nog te overwinnen zijn geweest, wanneer
niet een andere gebeurtenis het onbehaaglijke gevoel
was komen vergrootenOp 30 J uni 1860 liep het schip
de haven van New York binnen. Een massa kijk-
lustigen verdrong zich op de pier en'n Amerikaanscli
fregatschip loste saluutschoten. Nauwelijks echter
was het schip in zicht van de haven, of het bleek
dat er iets moest gebeurd zijn aan boord. De
„Great Eastern" zond signalen uit en de vlag hing
halfstok. Voor de tweede maal.
Het schip riep de dringende hulp in van de haven
politie en toen de sheriff aan boord kwam, vernam
hij dat kapitein Harrison op onverklaarbare wijze
tijdens de reis was verdwenen. Daarom was een gron
dig onderzoek gewenscht, voordat het schip meerde
aan de kaaimuren. Laten we echter dadelijk ver
tellen, dat het onderzoek niets opleverde. Harrison
was en bleef weg. Eerst veel later, toen men 't schip
sloopte, vond men in een verborgen hoek der inge
wanden een skelet, dat men beschouwde als dat
van den verdwenen kapitein. Maar het raadsel van
die verdwijning is nooit opgelost geworden. Ziehier
wat er was gebeurd.
Op den zesden dag dei' zeereis had steward Miller
de deur van de kapiteinshut zien openstaan. Het
bed was niet beslapen. De eerste officier, McKlean,
liet het schip onmiddellijk afzoeken van onder tot
boven. Het weer was goed en de zee glad als een
spiegel. Het was ondenkbaar, dat de kapitein door
een golf overboord was geslagen.
Eenige passagiers hadden H^rriqon 's avonds laat
pog gezien en met hem gesproken. Hij was zeer op
gewekt en had herhaaldelijk gezpgddat het zoo
jammer was, dat Brunei dien tocht niet had kunnen
beleven. Daarop had hij afscheid genomen en zich
naar zijn hut begeven.
Er was ook geen enkel spoor, dat op een eventueel
ongeluk wees. Alles leek volkomen in orde. Vijanden
had hij niet en hij was nog nooit onder dokters
behandeling geweest. Hoe men ook giste en zocht,
Slecht» eier reizen meiakte de Great Eastern" ah passagiersschip. Toen ging de „Great Eastern Steam
Ship Companyfailliet en werd het schip nit de vaart genomen. Tiet duurde tot 1865. eer de reusachtige
raderboot opnieuw in gebruik werd genomen. In dat jaar voer de „Great Eastern" uit om een telegraafkabel
tusschen Engeland en Amerika te leggen. Onze prent toont een der drie ruimen ran het schipwaarin de
kabels met een totale lengte van 2500 zeemijlen lagen opgerold. De heer met den lichten hoed is de toenmalige
prins ran Wales (de hdere koning Edward VII), die het schip bezichtigde.
Den volgenden dag stierven er nog Iwee stokers,
wat het aantal dooden op vijf bracht. De aan
gerichte schade maakte omvangrijke reparaties
noodzakelijk, die op vijfentwintigduizend pond
sterling werden geraamd, doch in werkelijkheid
dit hedrag aanzienlijk overschreden.
Brunei lag intusschen nog steeds bewusteloos in
zijn huis te Londen. Kapitein Harrison be
greep maar al te goed, welke tragische ziele-
strijd zich in Brunei moest hebben afgespeeld en
de oorzaak was geworden van die plotselinge ineen
storting. Na 't vervullen der noodige formaliteiten
keerde hij naar Londen terug en zijn eerste bezoek
gold natuurlijk Brunei. Hij werd ontvangen door
een verpleegster, die hem vertelde dat Brunei twee
uren te voren, zonder tot bewustzijn te zijn ge
komen, was overleden. De dreigende catastrophe
was te veel geweest voor zijn ondermijnd gestel.
Terwijl Harrison langzaam door de straten liep
naar de reederij, groeide in liem het vaste besluit,
het werk van zijn vriend tot een bevredigend einde
te voeren.
Precies een jaar later aanvaardde de „Great
Eastern" baar eerste reis naar New York. Het was
dan ook méér dan tijd, dat liet schip winst begon
af te werpen. Niettegenstaande alle reclame was
het schip niet volgeboekt. De prijzen waren veel te
boog driehonderd pond in de eerste klas, twee
honderddertig in de tweede en tusschendeks zelfs
nog honderdzestig. Dit waren bedragen, die voor
dien tijd buitensporig hoog waren.
Het bleek, belaas, onmogelijk de prijzen te ver
lagen. Niet alleen de dringende herstellingen na de
ontploffing hadden een gat geslagen in de fondsen
der reederij, maar ook het lioognpódig perfection-
neeren der machines had een macht geld gekost.
Brunei's bange vermoedens waren maar al te zeer