lkdacht,datik hef koken had verleerd DURYEA DE HOEKSTEEN VAN EEN FORTUIN .maar het zat 'm niet in het koken zélf Waaraan !a9 hetnu fèeneesmtbbelen rn <§eneeöbnj?en T" 32 Dinsdag andijviedag. Zoo had ik het vastgesteld. Ik deed mijn best en toch smaakte de andijvie niet zoo lekker als anders. Hoe kwam het Ik stelde mijzelf dui zend vragen. Lang dacht ik erover na. Ik bepeinsde van alles tot dat het mij plotseling dui delijk werd. Nü gebruik ik Maizena fabrikaat Duryea. En het is mijn raad aan „Gebruikt óók Maizena fa brikaat Duryea." Het is mjjn góéde raad. FABRIKAAT DOOR JOHN PEACOCK Tom Jones was oud, rijk. eenzaam en sukkelend en maakte zijn afreke ning met de menschlieid op. Hij zat weggedoken en toegedekt in een leun stoel in zijn villa aan den rand van het New-Yorksche Hydepark en bladerde in een beduimeld notitieboekje. Alle menschen, die hem in 't leven op de een of andere wijze hadden goed gedaan, had hij rijkelijk bedacht en met de meeaten hunner had hij persoonlijk afgerekend. Er stonden nog een paar namen open in zijn boekje en de dragers ervan kon hij elk uur van den dag verwachten. Op een tafeltje aan zijn rechterhand rinkelde de telefoon. „Meneer John Hepburn," kondigde de huisbewaarder aan. Een oogenblik later zwaaide de butler de deur open en liet een mannetje binnen met een veel te lange en wijde pantalon, een morsig vest en 'n gerafelde jas. Hij had een spits vossengezicht en een paar sluwe oogjes, die met 'n ondoor grondelijke uitdrukking bleven rusten op den ouden heer in den ziekenstoel. ,.Oa zitten," zei Tom Jones vriende lijk. toen zijn bezoeker bedremmeld bleef staan. John Hepburn nam plaats en legde met een onzeker gebaar zijn handen op zijn knieën. Zijn houding drukte onrus tige verwachting uit. ,.U kent mij zeker niet meer her nam Tom Jones vermoeid. „Wel, ik moet bekennen dat ik mij uw gezicht ook niet meer herinner. Maar het is dan ook reeds vijfentwintig jaar geleden, dat wij elkander hebben ontmoet en het heeft mijn zaakwaarnemers moeite ge noeg gekost uw adres uit te vinden. De uitnoodiging. die u van hen ontving, zal u verbaasd hebben. Een kleine geschie denis zal u echter alles ophelderen. Tom Jo*es nam een slokje water en ging voort „Vijfentwintig jaar geleden kwam er op 'n avond een man in New York aan met 'n tamelijk helder ver stand, tachtig dollar in zijn portefeuille en 'n machtigen hoop ambitie. Hij droom de van zakendoen in 't groot, maar was niet te lui om aan te pakken en klein te beginnen. Laat ik er nog bijvoegen dat hij een groentje was in de stad en nog niet veel menschenkennis had opgedaan. Weliswaar had hij al eens gehoord dat er in New York hyena's rondzwierven van allerlei slag. maar omdat hij er nog nooit mee te doen had gehad, was hij niet voldoende op zijn hoede. Op den avond van zijn aankomst liep hij ergens in deze buurt, toen hij op een donkeren straathoek tegen iemand op botste. Die iemand mompelde een vloek en liep door. Honderd meter verder merkte de ander tot zijn schrik, dat zijn portefeuille hem ontfutseld was. Hij bezat zelfs geen cent meer en de wanhoop nabij viel hij op een bank neer. Nauwelijks zat hij daar, toen er iemand bij hem kwam zitten, die vroeg hoe laat het was. Van die vraag kwam een praatje en toen hij den ander zijn wedervaren had verteld, gaf deze hem een kwartje en een adres, waar hij goedkoop slapen en ontbijten kon. Tom Jones onderbrak zijn verhaal om een tweede slokje water te nemen. Toen hij voortging keek hij zijn be zoeker vriendelijk aan. ..1' hebt hei j misschien reeds begrepen het groentje, dat zich had laten rollen, was ik. En de medelijdende vreemde, die mij een kwartje gaf voor onderdak, was n. Ik zei u reeds, dat het mijn zaakwaarnemers moeite had gekost u op te sporen, maar het is hun toch gelukt. Herinnert u zich die geschiedenis nog f' John Hepburn knikte levendig en zijn spits oudmannetjesgeziclit straalde van blijdschap. „Of ik het nog weet, meneer I" droeg zoo'n gek petje met een smalle klep. Een „Dutch" noemden ze 't toen. geloof ik. En onder uw jas droeg u een kiel in plaats van een vest." „Juist," glimlachte Tom Jones mat. „Welnu, waarde vriend, ik heb u laten ontbieden, om u mijn dankbaarheid te toonen. Het zou mij te ver voeren u alles uit te leggen, maar dat kwartje is de hoeksteen geworden van mijn fortuin. Ziehier twee biljetten van honderd dollar en een kwartje beschouw die tweehonderd dollar als interest van het kapitaal, dat u mij vijfentwintig jaar geleden geleend hebt." John Hepburn strekte zijn hand uit en na zich te hebben uitgeput in dank betuigingen verliet hij dronken van vreugde en met fladderende broeks pijpen het vertrek, de villa en den tuin. Een week later liep John Hepburn in een keurig tweedehandsch costunm langs Broadway te flaneeren, toen hij werd staande gehouden door een ouden be kende, die hem met een afkeurenden blik opnam. „Wel, Johnny, opnieuw afgedwaald naar het slechte pad i Ik dacht dat je nu genoeg leergeld had betaald." Johnny streek grinnikend over zijn mooie jas. „Alles zuiver als goud, in specteur. Tweehonderd dollar gekregen van een zekeren Tom Jones. Interest van een valsch kwartje, dat ik 'm vijfentwintig jaar geleden in zijn hand drukte en dat ie den hoeksteen van zijn fortuin noemde. Als ie echter geweten had dat ik het was, die 'm die porte feuille ontrolde en dat die hoeksteen valsch was, zou ie me die twee briefjes van honderd niet gegeven hebben." „Tom Jones ik herinner me de ge schiedenis," grijnsde de inspecteur. „Die hoeksteen van zijn fortuin was echter niet zoo valsch, als je schijnt te denken. Weet je nog, dat je toentertijd op Broadway aan een agent werd aan gewezen als de man, die valsche kwartjes uitgaf f Dengene, die je aanwees, had den we drie dagen tevoren gearresteerd, omdat ie zoo'n looden prul van je in betaling gaf voor nachtlogies, maar we moesten 'm laten loopen, omdat ie niets met die valsche munterij te maken had. Nu, dat was dezelfde Tom Jones. Jij werd gearresteerd en kreeg zes jaar voor je muntbedrijf-op-zolder. En hij kreeg de uitgeloofde belooning van tweeduizend dollar." ~van vteurew- Annonres betreffende worden in* dit blad slechts opgenomen, indien zij vooraf voorzien zijn van bet stempel „Geen bezwaar' tegen de plaatsing, afgegeven door de Commissie van Controle op de Aanprijzing van Genees middelen en Geneeswijzen, waarvan bet iSecretariaat is gevestigd iSegbroek laan 35, s-Gravenha<je. bee^ en d®° 00*^"' Vompe." der „v

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 32