MOUWEN BLIJVEN BELANG mouw moet nauw zijn, wat de silhouet slank afkleedt. Wijde poefen hoven den pols maken niet alleen onnoodig zwaar, doch ook oud. Bij het gekleede middagjurkje van ons eerste plaatje, een jurkje, dat gedacht is in zwarte zijde met een ceintuur van velours chiffon, zijn de mou wen versierd met motieven Bvan glinsterende paillet ten. n Garneering, die zich langs de manchet herhaalt. De tweede afbeelding geeft een eenvoudiger toe passing van garneering recht over de mouw. Op de wollen jurk in tomaat- kleur een veelkleurig bor duursel van afwisselend flanelsteek en sterretjes. Plaatje drie brengt mo tieven in den eens zoo gewilden tamboureer- steek. Dergelijke figuren worden tegenwoordig ech ter bij voorkeur in appli- catiewerk gebracht. Ten slotte een tafzij- den jurkje, waarbij de garneering van mouwen en ceintuur één geheel vormt. Zoowel terra als hardgroen zullen het uit stekend doen op een on dergrond van zwart. De mouw is een ge wichtig onderdeel van het geheelde garnee ringen, die in de lengte aangebracht worden, ma ken over het algemeen een gunstiger indruk dan dwarsstrepen, zooals het laatste plaatje toont. Dat. de animo voor over dreven groote koppen en sterk verbreede schouders nu wat aan het luwen is, wil nog niet zeggen dat de mouw zich met. een wat bescheidener plaatsje zal vergenoegen. Ook thans blijft zij nog een belangrijk onderdeel van het geheel en heel vaak ligt het zwaartepunt van de garneering juist bij de mouwenRanden bor duursel rond den inzet epauletten, die het toilet iets krijgshaftigs geven een streep, die in de lengte midden over de mouw loopt, en daarnaast dan toch altijd nog meer of minder kunstige ruim teverwerking bij hét arms gat. Al strijden de lange en de korte mouw vriend schappelijk om den voor rang en al zal die mouw in beide gevallen van boven nog flink wat ruim te vertoonen, de onder-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 38