u De man met de ijzeren long Koppetisnellers-hunst Frederick B. Snite Jr., de zoon van een bekenden millionnair te Chicagowerd achttien maanden geleden het slachtoffer van de zoozeer gevreesde kinderverlam ming, terwijl hij een vliegtocht maakte tusschen Sjanghai en Beking in China. Enkele uren nadat men hem naar het grootste ziekenhuis van Beking had overge bracht, was reeds z*n geheele lichaam tot aan den hals verlamd. Hij beschikte zelfs niet meer over voldoende kracht om te ademen en zou zeker gestikt zijn, indien het bewuste hospitaal niet in '1 bezit ware geweest van 'n apparaat, waarmee de functie der longen kunstmatig kan worden verricht. Dit toestel heeft den vorm van 'n stoom ketel vijftien keeren per minuut wordt de lucht door m iddel van yn zuiginstaMatie uit de tank gepompt. Hierdoor ontstaat 'n luchtledige ruimtehetgeen tot gevolg heeft dat de verlamde borst van Snite wordt opgelicht en een hoeveelheid versche lucht m z'n longen vloeit. De oude heer Snite, rechts op onze foto, heeft z*n zoon thans per schip en per trein van Beking naar Miami Florida. Ver. Staten laten overbrengen. Snite is altijd in opgewekte stemming, hoewel hij slechts naar den zolder kan staren. Het ontbijt van den patiënt wordt op een blad achter z'n hoofd opgediend. Dubbele spiegels stellen hem in staat om zich heen te zien. Nadat hij gegeten heeft, leest hij de ochtendbladen of praat met een zijner verpleegsters. Er zijn er zeven in totaal ze zijn met hem meegekomen uit China en hebben hem zelfs vloeiend Chineesch leeren spreken. De aankomst van Snite te San Francisco. Naast de tank en er achter loopen de Chineeschc dokters en verpleegsters, die de verre reis van Sjanghai hebben meege maakt. Snitels vader heeft reeds meer dan 500.000 gulden moeten besteden om hem in V leven te houden Een paar griezelige maskers Min of meer geslaagde kartonnen namaaksels van een menschengezioht De werkelijkheid is vreemder dan de fantasie dit zijn de zorgvuldig geprepareerde hoofden van een Indianenpaar. dat langs de boorden der Amazone werd verrast door een vijandelijken stam en gedood. Daar de Indianen blijkbaar niet bijster veel vertrouwen stelden iii bun eigen kunde in het prepareeren van de koppen, brachten ze den buit naar een Jivaro-Indiaan die wijd en zijd bekend stond als een „meester-chirurg-koppensneller". Men bereikt het gebied der Jivaro-rndianen over de Amazone, die men tot Iquitos per stoomboot opvaart, om zicli vervolgens per kano westwaarts te begeven. Men komt aldus terecht in 'n geheimzinnige, griezelige streek, waai' het gevaar niet van de lucht is. Wat men er vindt Schatten Goud Edel- steenen Misschien wèl, misschien ook niet Maar wat men met zekerheid weet er bestaat daar, bij dat geheimzinnig en angstwekkend volkje, een soort in dustrie die weelderig bloeit en nergens ter wereld baars gelijke zal vinden de griezeliudu8trie van het prepareeren van gesnelde koppen. Het is een „kunst" die den Jivaro-Indiaan van vader op zoon wordt overgeleverd als een soort traditie. De Jivaro-Indiaan wéét dat zijn vijand elk oogenblik van den dag en den nacht op hern loert en hij heeft maar één vrees dat die vijand de kunst van 't prepa reeren niet of maar half machtig is. Het is immers de grofste heleediging die men een gevallen vijand kan aandoen zijn gesnelden kop niet of niet zorgvuldig genoeg te prepareeren. Dat zijn kop gesneld wordt, vindt de Jivaro de een voudigste zaak ter wereld, maar dat men zoo'n gewichtiger) buit verwaar loost of verkeerd behandelt dat kan een Jivaro gewoonweg niet slikken. De cameraman van een Amerikaansche filmexpeditie had het twijfelachtig genoegen eens zoo'n demonstratie van koppen-prepareeren bij te wonen. Niet van dichtbij, want de stookplaats van den „chirurg" was taboe tot op minstens vijfentwintig meter, maar hij mocht op een afstand wachten op de koppen, die hij, tegen vergoeding, als curiosum zou meekrijgen. Dat.wachten duurde wel vijf dagen, want het waren geen doodgewone maar héél bijzondere koppen. Er- moest dus aan „gewerkt" worden volgens alle regelen der kunst. Hoe griezelig ook. het resultaat was een frappant staaltje van werkelijk meesterschap. De Jivaro speelde het klaar om de hoofden van twee menschen te doen ineenschrom pelen tot de grootte van een flinken sinaasappel, zonder dat ook maar iets van de uitdrukking van het gelaat verloren ging of ook maar één vezeltje van de huid werd geschonden. Alle schedelbeenderen waren zorgvuldig verwijderd en de getaande huid zag er uit als leer. De lippen waren doorboord en saamgebonden met speciaal touw. Op de vraag., waar dat touw eigenlijk voor diende, antwoordde meester-in-het-vak", dat die touwen onmisbaar waren om te beletten dat de blanke in zijn slaap zou worden gestoord door het „gebabbel" der gesnelde koppen. Ze konden anders wel eens dingen zeggen die allesbehalve aangenaam waren om te hooren De Jivaro beschouwt dit koppensnellen en prepareeren als vanzelfsprekend. Hij voelt zich gevleid wanneer men zijn kunst bewondert en prijst, maar hij let er zorgvuldig op dat men hem daarbij niet op de vingers kijkt. Hoe geduchter en dapperder de vijand, wiens kop gesneld wordt, met hoe meer „liefde" en zorg zijn kop wordt behandeld en „vereeuwigd". Want die kop zal aan de latere Jivaro-geslachten het tastbare bewijs kunnen leveren dat hun voorzaten niet alleen dapper en handig waren in het vernietigen hunner vijanden, maar ook en vooral dat zij werkelijk als onovertroffen meesters konden gelden in de h.i. zoo voorname en gewichtige kunst van het prepareeren van gesnelde koppen. In Ecuador, Peru en Brazilië heeft de wet het bezit van dergelijke koppen ten strengste verboden, maar een toerist kan altijd en overal speciale „kooplui" ontmoeten, die hem zachtjes in het oor fluisteren dat zij „iets belangrijks" te koop hebben, dat de moeite van 't meenemen overwaard is. De tallooze eiland jes van Polvnesië en Melanesië wemelen nog heden ten dage van koppensnellers, zooals men ze ook nog op Borneo kan vinden en enkele andere plaatsen. Maar nergens ter wereld is de kunst van het prepareeren tot zulk een hoog peil uitge werkt als bij de Jivaro-Indianen van het Amazone-gebied. Het is 'n griezelige, menschonteerende kunst, maar de onontwikkelde, stumperige Jivaro zou u met groote verwonderde oogen aankijken en diep beleedigd het hoofd schudden als n hem dit vertelde. Voor hem immers is dit snellen en prepareeren '11 laatste en hoogstaande hulde aan zijn gesneuvelden vijand en in stilte koestert hij maar één wensch dat zijn eigen gesneld hoofd in goede handen zal vallen en niet in die van den een of anderen kwakzalver-van-het-oerwoud, die het voor eeuwig zou onteeren in de oogen van de nakomelingschap.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 14