MARTINI
27
uoor tafel, verhoogt
Je FeestvreugJe
MARTINI
PANORAMA, Geïllustreerd weekblad. Verschijnt Donderdags. Tezamen met een der periodieken
De Slatl Amsterdam. Groot Rotterdam, 's Gravenltage in Beeld. Ons Land. Ons Zuiden of Ons Zeeland -
f .62V, per kwartaal of f 0 12^ [ter week. franco per post f f.75 per kwartaal bij vooruitbetaling.
Koloniën f 7.65 [ter juar bij vooruitbetaling. Voor postabonnementen en adreswijzigingen van post.
abonnementen gelieve men zich uitsluitend te wenden tot het bureau te Haarlem. Bureaux
HAARLEM, Nassaulaan 51. Tel. Int. 13866. Giro nr. 142700. AMSTERDAM, S.7.. Voorburgwal 262.
Telefoon Interr. 55170. Giro nr. 97046. ROTTERDAM. Stationsweg 24. Telefoon Interc. 50540. Giro nr.
101981. 's GRAVENHAGE. Stationsweg 95. lel. Interr II1666. Giro nr. 45141. UTRECHT. Biltstraat 142.
Telefoon Interc 15473. Giro nr. 149597. 's HERTOGENBOSCH, Stationsweg 27. telefoon Interc. 1215.
Giro nr. 129750. MAASTRICHT, Stationsstraat 20. lel. Interc. 5851. Giro nr. 124690 VI.1SSINGEN. Bad-
liuisstra.it 5. Tel. Hl De voorwaarden van onze gratis ongevallenverzekering zijn op aanvraag verkrijgbaar.
Van tie velen, met wie Dick inmiddels
kennis had gemaakt, mocht hij de familie
Van Dering het liefste.
,,'t Is een echt prettig en gezond,
normaal gezin," vertelde hij Jessamy
op een der ochtendritten, die nu regel
waren geworden. „Ze zijn niet zoo heel
rijk, maar ze hebben ruim genoeg,
en ze praten er nooit over. En 't is
een mooi, oud huis, waar ze in wonen
al zes geslachten in de familie, en je
zou er zelf óók wel zes geslachten
willen blijven."
Jessamy zei peinzend „0." Zij ging
voort „Er is een dochter, niet f"
„Ja, Bebe. Aardig kind. Ik houd meer
van blond, maar ik voel toch wel wat
voor Bebe. Ze heeft je een paar maal
gezien en ze wou wel eens kennis met
je maken, zei ze. We gaan er nu heen."
„Zoo vroeg riep Jessamy haar paard
inhoudend. „We kunnen toch niet vóór
't ontbijt ergens aankomen
„Daar wél," antwoordde Dick. „We
worden trouwens verwacht. Ik lieh
tegen Bebe gezegd, dat we deze week
den een of anderen ochtend kwamen."
Ze zei op een eigenaardigen toon
„0, zoo maar zij bracht het paard
weer in beweging, en opeens lachte
zij, vroolijk en vloeiend en zilverhelder.
Hij lachte mee, al begreep hij niet goed,
waar 't om ging zoo aanstekelijk
was die lach.
„Die geheimzinnigdoenerij van je
Tot 't laatste moment niets zeggen,
omdat je bang was, dat ik niet zou
willen Vooruit maar. Die Bebe zal me
best bevallen, denk ik."
De reden van haar vroolijkheid noem
de zij niet. Een dag, de vorige week,
had zij iets gemerkt van een gesprek
tusschen Leila Varick en Bebe van
Dering de laatste had naar Jessamy
staan kijken, toen deze bloemen in de
hal plaatste, en had blijkbaar aaii
Leila iets gevraagd over haar. Leila's
antwoord was kort geweest, en zij had
haar bezoekster aanstonds meegenomen
naar een ander vertrek. Nu wou Bebe
van Dering haar nieuwsgierigheid be
vredigen, en op de manier, die Leila liet
meeste ergeren zou. Zij was een heksje.
NatMrlijk zou Jessamy haar mogen.
Zij sloegen een zijweg in en bereikten
langs zonnige akkers en dennen hosschen
het breede, witte huis. De twintigjarige
Jack kwam Dick begroeten en keek
waardeerend naar Jessamy. Er kwam
ook een meisje buiten, klein en opmer
kelijk knap, met heldere, zwarte oogen,
die tintelden, toen ze Jessamy zag. Zij
gaf D.iok geen tijd om te spreken.
„V bent Jessamy Landon. is 't niet?
Prettig, dat. u komt ik had al eerder
kennis met u Avillen maken. Dit is
mijn broer Jaek. Hallo, Dick, ik
kom straks bij je. Jack zal voor de
paarden laten zorgen jullie blijven
natuurlijk ontbijten. We zijn hier nog
vreeselijk ouderwetsch we ontbijten
allemaal samen. Als we. ten minste
allemaal tegelijk op zijn. Vandaag is
iedereen present."
Zij nam den arm van Jessamy en Dick
kwam achteraan. Jessamy werd voor
gesteld aan den rechter, een frisschen
zestiger met joviale manieren, en aan
de kleine, hartelijke mevrouw Van
Dering, en tijdens de begroetingen kwam
ook de slanke Jack weer binnen,
terwijl een dienstmeisje plaatsen aan
tafel bijdekte.
„Hallo, daar is Pink."
Door de deur van de hal kwam een
jonge man met levendige, blauwe oogen
en een voorkomen van onverstoorbaar
goed humeur. Zijn vroolijke blik ging
't eerst naar Bebe van Dering, maar
bleef halverwege steken. Pink keek
Dick Bradshaw aan met een snellen,
aandachtigen blik. Dick keek ook hèm
aan. Geen van beiden vertrok een
spier van zijn gezicht, maar er scheen
toch iets tusschen ben te passeeren
in dat vluchtige oogenblik, een her
kenning en een waarschuwing. Toen
wendde Pinckney Gaines zich naar zijn
gastvrouw.
„Goeden morgen. Ik hen toch niet
te laat, hoop ik
„Nee, hoor. Juffrouw Landon, meneer
Bradshaw, kent n meneer Gaines
„Dat pakt u weer lieelemaal verkeerd
aan, moeder. U had moeten zeggen
Hé, Pink, dat zijn Jessamy en Dick
Mevrouw Van Dering glimlachte om
haar oneerbiedigen zoon. „Ik had de
gezichten wel eens willen zien. als ik dat
gedaan had." zei de oude dame kalm
„Mijn naam is er niet naai', om in
't publiek uit te schreeuwen," zei Pink
Gaines. „Jessamy klinkt veel mooier.
Als u 't goedvindt, noem ik u Jessamy,
vóór iemand zegt, dat 't niet mag
Hoe gaat 't, Bradshaw We hebben
elkaar al eens ontmoet, is 't niet O ja.
een keer in de stad, geloof ik, met Oliver
Ennis." Hij wendde zich weer naar
Jessamy. „Met u heb ik 't genoegen nog i
niet gehad. Logeert u op Lynnewood
„Ik maak me er verdienstelijk." zei I
Jessamy. „Ik catalogiseer dc verzame
ling van meneer Varick."
„O ja, de beroemde collectie. Vaak
over gehoord." zei Pink. „De beste
particuliere verzameling boeken en zoo
in 't land, zegt mén. Ik heb liooren
bewerendat de Oude.... meneer
Varick vvel eens dertig mille betaalde
voor een goed manuscript, en evenveel
voor een volbloed paard. Eigenaardige
combinatie boeken en paarden."
„Die combinatie is er nóg." kwam
Dick er tusschen. „Kom maar eens
kijken, als u zin liebt."
Hij zei het terloops, en Pinckney
Gaines accepteerde aanstonds. „Merci,
heel graag."
De rechter sprak Jessamy aan. Hij
scheen belang in haar te stellen, want
hij had al meermalen ongemerkt naar
haar gekeken. Dick, die met de jongere
Van Derings praatte, kon niet hooren.
wat ze zeiden, maar verwonderd zag hij,
hoe Jessamy's oogen opeens wijd open
gingen, alsof ze schrok. In een oogen
blikje stilte ving hij haar snelle ant
woord op „Nee, daar ben ik nog nooit
geweest." Toen glimlachte zij weer
rustig, en een opgewekt gesprek ging
voort, als een beekje in zonneschijn.
Een uur later zag de rechter paarden
en ruiters verdwijnen om de eerste bocht
van den boschweg. Hij klopte verstrooid
met zijn lorgnet op zijn duim.
„Eigenaardig," zei hij nadenkend.
„Dat meisje herinnert me aan iemand."
„Iemand die ik ken vroeg zijn
vrouw.
„Nee, kind, dat geloof ik niet." Hij
fronste even, nog in de richting kijkend,
waarheen de jonge ruiters gegaan waren.
„Ik kan me natuurlijk vergissen. Maar
- 't is vreemd, toevallig."
Wordt vervolgd