UIT 9S LANDS MINISTERS EN AFGEVAARDIGDEN D tb K /i H li Dank zij een zeer welwillende en waarlijk on bekrompen medewerking, die ons van voorzitter en qriffie der Tweede Kamer ten deel werd, zijn wij in de gelegenheid, onzen lezers H begrootings- debat te laten meebeleven in 'w uitgebreide serie ge heel ongedwongen en on geposeerde snapshots, door onze fotografen tijdens n middagvergadering ge maakt. Wij vonden mr. J. J. VAN BOLHUIS, door zijn haast dertig jarige parlementaire er varing den oudste der Ka merjournalisten en deken der perstribune, bereid, deze opnamen, die wij in dit en het volgend num mer van ons weekblad publiceeren, te doen ver gezeld gaan van zijn ge zaghebbend commentaar. Minister Colijn is aan het woord. Hij is een over tuigend redenaar, maar tevens een goed do cent. Zijn gebarenspel mist den zwier van wijlen Heemskerk, maar het is resoluut, op den man af. Het is een belangrijke dag en ook zijn ambt- genooten volgen hem met ge- spannen aandacht. Gewoonlijk zijn niet zoovele stoelen achter de regeeringstafel bezet. De premier heeft zware dagen achter den rug. Bij het politiek debat, waarmede de begroo- tingsdiscussies immers plegen aan te vangen, was hij al dien tijd een nauwgezet luisteraar. Meestal nam hij plaats op een bank in de nabijheid van den spreker, soms met half-geloken oogen, een enkele maal zicht baar vermoeid, maar ook dan paraat. Meen niet, dat iets hem ontgaatAls een opmer- kino- of beschuldiging hem mishaagt of verbaast, schieten de oogen vuur, om aanstonds daarna de rustige uitdrukking te herkrijgen. Als een afgevaar digde grappige of gewaagde dingen zegt, hoort de premier het aan met lachenden blik of humoristische lijdzaamheid. Betrekkelijk zelden blijft hij achter de regeerings- tafel zitten, als de afgevaardigde, die aan het woord is, zijn beleid bespreekt. Zoo komt hij beurtelings bij dé rechter- en bij de linkerzijde terecht. Op een der photo's zit hij in de nabijheid van het sociaal democratische Tweede-Kamerlid mej. Alida de Jong. Even daarna is hij echter weer naast minister Patijn neergevallen, als ware het om te toonen, dat hij toch nog niet geheel vergeten is, waar zijn eigenlijk parlementair domicilie is. Hoe heugt ons nog het eerste optreden van dr. Colijn als minister Dat ligt nu bijkans 27 jaren ach ter ons. Begeerd heeft dr. Colijn, die nog geen ander half jaar afgevaardigde was en allerminst de leider van de oppositie tegen den toenmaligen minister van Oorlog W. Cool was geweest, dat ministerschap m geenen deele. Hij noemde het zij het dan ook met in het openbaar „een koopje". Maar als het moest, zou hij het doen en een jaar later stond de militiewet in het Staatsblad, die het contingent aanzienlijk ver hoogde en grooter risico's verbond aan de misken ning van onze neutraliteit. Juist bijtijds, ruim twee jaren vóór den wereldoorlog.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 2