Op le foto hieronder ziet u het resultaat ran een week arbeid in het reusachtige bedrijf ran een goudmijn: zeven harenieder van 74 kg. kamer, welke niet stoom verhit wordt tot een temperatuur van 96 graden De brokken steen, waarin het goud verborgen is, worden met lorries naar de schachten vervoerd, waar de liften onophoudelijk de kostbare delfstoffen naar de oppervlakte brengen. Daar wordt het harde erts gebroken en ge malen en gewasschen en moet nog vele bewerkingen ondergaan, voordat het kan worden gesmolten tot baren, de gele klompjes, die zoo'n machtigen invloed hebben op alles en iedereen. De edele kern van liet erts, dat op onmenschelijke diepte uit de aarde wordt gehakt, gaat dan de reis over de wereld beginnen, een reis naar simpele brandkastjes en naar kluizen, welke hypermoderne en onneem bare vestingen zijn. Wat er overblijft zijn de eigen aardige heuvels en steen- gruisbergen in de omgeving van de mijnen, want zooals Johannesburg, de Zuid- Afrikaansche goudstad, ontstaan en fantastische opkomst dankt aan het goud, zoo werd ook het niet zee: mooie maar wel vreemde landschap in de naaste omgeving gevormd door de goudmijnen. Een gedeelte van de werk plaatsen, waar 'het erts wordt gebroken en gemalen. Voordat het goud tenslotte teordt gesloten in het voornaamste der mijngebouwen, de groote kinds, moet het nauwkeurig gewogen worden. Het zuivere goud wordt gesmolten en in baren gegoten, waarna deze worden gestempeld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 42