KLOPJACHT OP ZUID-BEVELAND Hl mond- en klauwzeer moet de ge lederen van de hazen wel sterk hebben gedund van 't jaarze hebben in lang niet zoo grooten getale den herfst gehaald als in andere seizoenen. Maar dat wil niet zeggen, dat er niet nog genoeg zijn overgebleven om den boeren en het komend gewas meer dan draaglijke schade te berokkenen. En de klopjachten leveren dan ook jager en boer nog meer dan voldoende succes. In den Nieuwen Kraayertpolder onder Lewedorp maakten we zoo'n klopjacht mee. Een tiental jagers, een dertig drijvers en practisch geen honden. Maar de langooren werden toch wel opgespoord. En 't volgend jaar zal de Nieuwe Kraayertpolder geen overdreven hinder ondervinden van 't be- geerig knabbelend gedierte. 11 Met allerlei voertuig wordt jacht gezelschap aangeroerd naar een der hoeken van den polder. Mij zal er geen ontgaan En na een spannende jacht keeren de groepjes met den buit terug naar het verzamelpunt. Dan blaast de jachtopziener verzamelen voor de drijvers. De kansen en de beste strategie worden zorgvuldig overwogen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 11