UIT DE HISTORIE VAN KRUININGEN 16 Onder de belangrijke dorpen van het oude Zuid-Beveland was het dorp Kruiningen zeker niet het minste. Evenals tegenwoordig heeft het vroeger een stem in het kapittel der Zuid-Bevelandsche dorpen gehad, met welke ter dege rekening werd gehouden. Cruiningen, zooals het in oude stukken voorkomt, dankt zijn naam aan de schorren, die boven water staken, kruinen, d:e met den Zeeuwschen uitgang inge, dat water beteekent, samen dezen dorpsnaam vormden. Het dorp, thans een der schoonste van het eiland, is zeer mooi gelegen. Vooral nu de nieuwe rijksweg er langs gaat, ontwikkelt het zich op 'n buitengewoon mooie wijze, die ons soms steedsche aspecten doet zien. In het bezit van een telg uit een hoog aanzienlijk geslacht, stond de heerlijkheid Kruiningen reeds in de 13de eeuw als een vrije heerlijkheid bekend. Boven dien waren zijn bezitters in het begin der 15e eeuw erfburggraven van Zeeland. Erfhurggraaf van Zeeland te zijn beteekende een rijken invloed te bezitten en de edelen van Kruinin gen wisten van deze positie goed gebruik te maken om hun heerlijkheid en heb dorp met voorrechten te begiftigen. Zoo wisten ze een eigen rechtbank te ver krijgen, benevens aparte keuren, welke in het jaar 1386 door hertog Albert vernieuwd en veranderd werden. Een week- en jaarmarkt behoorde ook tot hun voorrechten. In oude tijden vormde deze heerlijkheid evenals Wolfertsdijk een afzonderlijk eiland, ten westen bespoeld door den stroom de Yrseke waarnaar het gelijknamige dorp werd genoemd in de rich ting van den tegenwoordigen zanddijk, welke na den ondergang der Oostwatering wegens den gevaar lijken toestand van Kruiningen aanmerkelijk ver breed werd. In het oosten werd zij bespoeld door den stroom de Hinkelinge. Kruiningen zelf is zeer oud. Het ambacht van Krui ningen wordt reeds in 1203 genoemd en sedert 1258 worden de edelen van Kruiningen vermeld. De eerste, dien wij aantroffen, was de edelman Godefroid van Cruiningen. In dit geslacht bleef de heerlijkheid onaf gebroken tot 15 Januari 1612, toen de laatste man nelijke afstammeling, Maximiliaan, overleed, die vijf dochters ilaliet, waarvan er vier ongehuwd over leden. Na den Munsterschen vrede schijnt de heerlijk heid aan het geslacht van der Nisse over te zijn gegaan. Door het huwelijk van Cornelia van der Nisse kwam Kruiningen aan Anthonie de Huyhert, baljuw van Veere. Kruiningen heeft een zeer fraai kerkgebouw met toren, welke pas keurig gerestaureerd is. De kerk is ruim en rust op twee rijen pilaren. Zij stond voor de Hervorming ter begeving van den deken en het kapittel van de St. Salvatorskerk te Utrecht. Oud tijds was er een vicarie aan het altaar van de heilige Barbara en Catharina. In 1623 brandde de fraaie toren af, doch deze werd geheel hersteld. In het voorportaal vonden wij een zwaar steenen monument. Bij nader onderzoek zagen wij, dat het een gedeukteeken was op het graf van den Een dorpsgezicht van Kruiningen, zooals het in de zeventiende eeuw zijn speel- Een afbeelding uit 1743 toont ons 't historische Rechthuis van Kruiningen, thans sche verscheidenheid van geveltjes vertoonde. in stadsherberg veranderd; het raadhuis verrees naast deze plek. edelman Arnoud van Cruiningen. Het is nagenoeg een meter hoog. Op de dekzerk, waarop het beeld van den ridder in volle wapenrusting met helm en handschoenen, is ook een hond afgebeeld benevens eenige wa pens. Daaronder herkenden wij de wapens van Kruiningen, Reimerswaal en Voorhoute. Dan staat er nog een vers op gebeiteld, dat als volgt luidt „Die met Paulum wittelic heeft gestreden. Wert in Christo gecroont als hi is overleden." Arnoud van Cruiningen's graftombe bewaart in het portaal der kerk nog de herinnering aan het uitgestorven geslacht. Het verblijf der edelen van Krui ningen was het aanzienlijke helaas verdwenen achter de kerk gelegen slot van Kruiningen, dat in de 13e eeuw gesticht is. Het was een der voornaamste kasteelen van Zuid- Beveland. Na het overlijden van Maximiliaan op 15 Januari 1612 is het fraaie kasteel in zulk een diep verval geraakt, dat 't in 1720 moest worden afgebroken. In het laatst der 16e eeuw schijnen er zich nu en dan nog aanzienlijke edelen te hebben opgehouden, daar in 1599 de hertog van Aarschot met paspoort te Kruiningen kwam, waar 'n halve compagnie soldaten gelegerd werd, om hem in de gaten te houden. De ridderhofstede Voorhoute behoorde tot 't bezit van Kruiningens edelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 16