KERSTMIS? WORDT HET EEN WITTE Gewoonlijk worden de liefhebbers van een witte Kerstmis teleurgesteld, maar de mogelijkheid, dat koning Winter tegen dien tijd zijn bekende eigenaardigheden vertoont, blijft toch altijd bestaan. En dan is het zaak om voldoende uitgerust te zijn voor snerpende koude, voor de verrassing van sneeuw ook. Lekker warme jurken voor in huis, een stevige winterjas of beter nog een warme bontjas om de winterkou te trotseeren. Daarbij is het van groot belang en zelfs onontbeerlijk om onze wandeling te doen slagen, te zorgen voor aankleeding van hand en voet. Voor de heel kouwelijken bestaat er uitkomst door den terugkeer van het mofje. De mof, die gemaakt wordt van hetzelfde bont als de mantel, of, als we een stoffen jas hebben, dan toch in elk geval passend bij de garneering. Uiterst practisch is de wijze, waarop deze mofjes tevens ingericht zijn als tasch. Heeft men nog slechts een klein stukje bont of moet men een vrij dure bontsoort speciaal voor dit doel aanschaffen, dan kan men zonder eenig bezwaar den achter kant van het mofje van stof nemen. Wat betreft onze onderdanen, is het zaak, onze fijne kousen op non-actief te stellen ofwel over te gaan tot het aanschaffen van een paar vleesehkleurige onderkou sen van wol. Daar deze kousen naadloos zijn, doen ze weinig afbreuk aan het geheel, besparen ons al leen koude voeten en in vele gevallen zelfs rheu- matiek of winterteenen. Is er sneeuw gevallen, dan alle ijdelheid opzij gezet en de hooge overschoe nen, die men in aller aardigste modellen kan krijgen, voor den dag gehaald. Een witte Kerstmis is wel het meest poëtische, dat wc ons kunnen voor stellen. Maar een grauwe Kerstmis buiten is min stens zoo bevorderlijk voor de intieme huiselijke sfeer, die onafscheidelijk met de Kerstgedachte ver bonden is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 36