Wild trompettend, de slurven druk heen en weer zwaaienddrommen zij in 'n hoek der kheddashijeen. l)e jongen kruipen angstig onder hun moeder, bescherming zoekend tegen het gevaar. vende pooten, de lucht is vervuld van hun angstig en woedend getrompetter. Zoodra de „kheddas" klaar is, beginnen de drijvers de kudde op te jagen, totdat zij ten laatste geen anderen uitweg meer ziet en de omheinde ruimte binnen stormt. Met behulp der tamme olifanten worden de woeste dieren gevangen, aan sterke touwen gelegd, waarop na enkele dagen met het temmen kan begonnen worden. Zulke drijfjachten bieden een schitterend, ongewoon schouwspel en zij trekken enorm veel bekijks. Hond de „kheddas" worden speciale tribunes getimmerd, die steeds „uitverkocht" zijn. Vooral de Eugelsche kolonisten zijn erop gebrand 'n drijfjacht bij te wonen. Het is lieelemaal niet wreed en bijzonder opwindend. Bijgaande zeldzame fotoserie geeft van een en ander '11 goed idee. jaarlijks bij volle maan in October en November te Sonepur aan den Ganges gehouden wordt. Aan zulk een drijfjacht nemen honderden geoefen de inlanders deel. Er worden spieders vooruitge zonden om een kudde op te sporen. Meestal bestaat zoo'n kudde uit dertig tot vijftig dieren, alle tot dezelfde familie behoorend. Zoodra 'n kudde is gelocaliseerd, trekken de drijvers er op af. Zij hebben een paar honderd tamme olifanten bij zich en be ginnen nu zoo geruischloos mogelijk de kudde in te sluiten. Zij maken een ring van vijf tot tien kilometer, die door dubbele posten bewaakt wordt, op een ouderlingen afstand van zestig tot tachtig meter. Meteen vangt men aan met 't maken van een lichte afrastering van bamboestokken, terwijl binnen dezen ring een andere groep inlanders direct begonnen is met den bouw van een zeer zware afrastering, gewoonlijk cirkelvormig, met 'n middellijn van dertig tot vijftig meter, bestaande uit zeer zware pa len, ongeveer vier meter hoog. Deze omheinde ruimte Eenmaal binnen de khed das" kruipende wilde dieren schuw opeen. Die bedrieg lijke kalmte duurt gewoon lijk niet lang. want in blinde razernij bestormen zij de omheining. Deze echter zit zóó stevig in elkaar, dat ze de zwaarste stooten kan uithouden. heet „kheddas" en hierin moet later de kudde worden opgevangen. Het maken van zulk 'n „kheddas" neemt 'n dag of vijf in beslag en intusselien moet de ingesloten kudde worden bewaakt* om te voorkomen, dat zij ont snapt. Des nachts vooral trachten de wilde dieren onder aanvoering van hun leider keer op keer den ring te verbreken. Met bran dende fakkels, kampvuren, ketelmuziek en geweer schoten jaagt men de kudde telkens weer terug de grond dreunt van hun dra- Ben prachtige foto van 'n wijfjes-olifant met jong. A7s de dieren eenmaal ge vangen zijn, is het temmen vrij gemakkelijk. De tamme olifanten zijn hierbij van on schatbaar nut en na enkele weken reeds kan men uit de jmigle vertrekken en de gevangen dieren in de stal len verder opleiden voor de taak, die hun wacht. De jonge olifanten wegen bij hun geboorte ISO pond, na drie jaren zijn ze onge veer anderhalven meter hoog.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 7