29 marktplein gestopt worden om de afscheidsrede en de feestwenschen van den burgemeester in ontvangst te nemen, evenals grootere en kleinere bloemen hulden, die sproeterige kinderen, in de gewestelijke dracht gekleed, de reeds berstensvolle koets binnenwierpen. Iveral weer groetten haar guirlandes en eerepoorten op haar weg. In Straubing zouden Sisi en haar ouders de reis per boot op den Donau voortzetten. Het oogenblik was gekomen, waarop Sisi afscheid moest nemen van haar broers en zusters. Zij omhelsde hen een voor een. Helene liet laatst. ,,0, Nené," snikte zij hulpeloos. Maar haar oudere zuster hield zich stijf. Was dit niet ile triomftocht, haar toegedacht en had Sisi haar dien niet ontstolen Gedurende den eindeloozen rit door het juichende München had Nené star rechtop gezeten en heimelijk op haar lippen gebeten. Want zij moest terug en weer door dezelfde straten rijden, door niemand toegejubeld, misschien wel beklaagd, terwijl de hemel niets dan gunsten regende op het kleine nest, dat de schuld van alles was. Nu had Sisi angst. Nené kon dat duidelijk zien. Geen wonder, dat het kind de kluts kwijtraakte, ze was ook pas zestien maar ze kreeg wat ze verdiende Nené verkwistte geen medelijden aan dat brutale wicht, dat meer had willen hebben dan ze dragen kon. Nu goed. dan moest Sisi maar keizerin worden, als ze dat in Weenen zoo wilden. Misschien hield Frans Jozef van een huilende bruid Zij, Nené, zou zich zeker heel wat beter hebben gedragen. Op haar leeftijd scheen het niet meer dan natuurlijk om als een rijpe vrucht uit den vaderlijken boomgaard geplukt te worden. l'itdagend ging Nené naar de koets terug en maak te het zich behaaglijk in het hoekje, waar straks haar moeder had gezeten. De jongere meisjes stap ten na haar in. terwijl de jongens in de sjees van den hertog de achterhoede vormden. Voor het laatst werden handen gedrukt en wuifde men elkaar toe toen trokken de paarden aan en reden de koetsen in galop weg. Achter hen woei een wolk van stof op. Sisi bleef ernaar kijken met tranen in de oogen. „Vaarwel," sprak zij zacht. Het was het afscheid van haar jeugd. De kleine Beiersche stoomboot pufte gewichtig stroomafwaarts naar liet eilandje Passau, omstroomd door drie rivieren Donau, Inn en Ilz. Hier wapperde de eerste Oostenrijksche vlag langs 't water, maar Sisi merkte dit niet op. zij lag in haar kajuit te slapen. In de morgenschemering van den tweeëntwin tigsten April bereikten de reizigers Dinz. Zij Werden met liet luiden van klokken en 'n symplionie van scheepssirenes begroet. De oudsten der stad trok ken met wuivende banieren door de straten en zetten het volkslied in, terwijl een militair muziekcorps lien begeleidde. Een bijzondere omstandigheid maakte de ontvangst nog plechtiger: Frans Jozef, ver langend zijn bruid te zien. was haar tot hier tegemoet De triomfale intocht ran Elisabeth in II eenen. Op den voorgrond de eeuwenoude praal koets, die door Rubens beschilderd werd. Op den achtergrond de St. Caroluskerk. waarin de kroning plaats vond. gekomen. Een prachtige boot, geheel la-dekt met bloemen (de keizer had alle rozen van Sckönbrunn voor deze gelegenheid laten plukken lag aan de kade en heesch de rood witte banier van Oosten- rijk-Hongarije.gevolgd door de keizerlijke vaan van zwart en goud. Toen zij Franzi op zich toe zag komen, week de vreemde angst, die Elisa beth plotseling had bevan gen. Zij liet zich door hem aan wal geleiden en naar het ouderwetsehe hotel, waar de kamers waren besteld voor den nacht. Toen de Beiersche gas ten veilig geïnstalleerd waren, moest de keizer haastig naar Weenen terug. De staatszaken drukten zwaar op zijn jonge schou ders en hij liad deze korte oogenblikken met Sisi slechts kunnen koopen voor den prijs van zijn nachtrust. In de hoofdstad werd het huwelijksfeest reeds voorbereid en de on beschrijfelijke eischen van de internationale etiquette dwongen den keizer tot persoonlijke medewerking. Op hem rustte de taak de organisatie van de groote gebeurtenis tot in bijzonderheden na te gaan en goed of af te keuren inmiddels logeerden reeds vorstelijke gasten uit geheel Europa in zijn kasteel. Hij was niet alleen heerscher, gastheer en bruide gom, maar evengoed ceremoniemeester. En toch, ondanks de eischen. die meedoogenloos aan zijn tijd en zijn persoon werden gesteld, wilde hij naast Sisi zijn op het oogenblik, dat zij Oostenrijk zou binnenkomen. Zij was hem hier dankbaar voor. Zelfs het korte halfuur, dat zij hem aan haar zijde zag. maakte haar rustig en gelukkig. Was het niet heerlijk te voelen, dat hij zoo hevig naar haar verlangde, dat hij deze haastige reis had ondernomen, terwijl hij haar volgens 't reisplan toch morgena vond in Weenen had kunnen ontvangen f Zij voelde het ongeduld van zijn liefde en vergat, dat zij bang was geweest, verdrietig en eenzaam. Haar eerste droomen op Oostenrijkschen grond waren vol van de teederlieid. waarmee hij haar omringd had. Den volgenden morgen kwam zij aan boord van het met rozen bedekte schip en voelde zich als een prinses uit een sprookje. Badend in de gouden morgenzon gleed de stoomboot stroomaf waarts op de steeds breeder wordende rivier De zon ging onder, toen de zoom van het Weensche bosch in zicht kwam. Hier stroomde ile Donau zeer De jeugdige keizerin Elisabeth van Oostenrijk in den kostbaren bruidstooi. breed en machtig en zoo zou hij van hier verder golven naar Boedapest en dan door Belgrado en Boekarest naar de verre Zwarte Zee. Aan den horizon hadden zich stormwolken dreigend opgestapeld. Een stevige bries voer door de hooge boomen en scheurde plot seling de wolken vaneen, zoodat een vlammend 100de hemel er doorheen gloeide. In een aureool van glorie wendde liet schip zich naar de landingsplaats van Nussdorf. de kleine Weensche voorstad. Zóó was de avond van dien sprookjesdag. ZESDE HOOFDSTEK Tn 'n stijve rangorde ston- den de Habsburgsche familieleden te wachten. Ofschoon Elisabeth om vijf uur had moeten aankomen, was het schip veertig minuten over tijd. Aartshertogin Sophie stelde dit vast, toen zij voor de zooveelste maal op haar kleine horloge keek, dat in de opnaaisels en plooien boven haar ceintuur rustte. Voor een oogenblik Ik-trok de lucht zoo dreigend, dat het scheen, of ei- lieelemaal geen ontvangst zou kunnen plaats hebben. Sophie had haar zwarte paraplu opgestoken en aan de wachtende, officieele per soonlijkheden, die in haar buurt stilzwijgend hun speeches repeteerden, een teeken gegeven, dat zij naar huis konden gaan. Maar de bui was ten slotte overgedreven en de reizigers verschenen met een vertraging van veertig minuten ten tooneele. Fit de naaste rivierbocht klonk het schrille fluiten van een scheepssirene en na enkele minuten draaide het schip bij. Frans Jozef haastte zich naai den oever, terwijl hij met. zijn gepluimde sjako wuifde. Nauwelijks was de loopplank uitgelegd, of hij sprong erop en eenmaal aan boord had hij slechts oogen voor Sisi, die hij in zijn armen sloot en in woordelooze vreugde aan zijn hart drukte. Zij beant woordde dit met een even groote vurigheid, daar ze nog in de stemming van een zeldzaam avontuur verkeerde zeker zou deze knappe en galante Franzi, de sprookjesprins, haar onbeschrijfelijk gelukkig maken. Voorafgegaan door hertogin Ludovika en haar echtgenoot kwamen de passagiers aan land. De welkomstceremoniën begonnen. Maar lang vóór de laatste langademige welkomstgroet was uitgesproken en het mannenkoor van Nussdorf de bruidsaria uit den „Freischiitz" (Frans Jozef zei gewoonlijk Sehreifritz) had gezon gen, was Sisi in de keizerlijke koets getild en naarSchönbruun gebracht, Het was donker, toen de acht sneeuwwitte rossen voor het groote paleis stilstonden. Toortsen gloei den langs de breede rijwegen en boven de gouden arenden, die Napoleon, toen hij tijdens zijn tocht naar Moskou Weenen als hoofd kwartier gebruikte, op de obelisken bij den ingang had laten plaatsen. Het uitgestrekt park stond stamp vol toeschouwers, die in een don derende ovatie uitbarstten „Hoog Elisabeth Overstelpt door een gejuich, dat niet meer wilde eindigen, stond Sisi op in haar koets en wuifde met haar nietige, kanten zakdoekje, hetgeen de temperamentvolle Weeners in een razernij van wel komstvreugde bracht, Van alle kan ten klonken telkens weer de kreten „Habsburg, Wittelsback hoog

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 29