l)e werkkamer van keizer Frans
Jozef in den Hof burg te Weenen.
zij zich niet meer aan de eischen der wellevendheid
onttrok. Met regelmatige tusschenpoozen ging zij
voor een mahoniehouten schrijftafel zitten en nam de
pen in haar hand. Zij begon met een aanspreking, die
geen enkele vrouwelijke adressante van middelbaren
leeftijd kan verdragen, namelijk „lieve schoon
moeder". Ook Sophie verdroeg het niet. Zij haatte het
woord „schoonmoeder" in Sisi's mond nog erger dan
het „tante Sophie". Sisi had in de aartshertogin meer
te zien dan enkel een tante. Sophie had Elisabeth al
dikwijls den wenk gegeven, dat zij zich liever „mama"
zou hooren noemen door de keizerin of, wat nog beter
klonk Madame Mère, zooals indertijd Laetitia Bona
parte, de moeder van Napoleon, officieel genoemd
werd. Maar Elisabeth scheen de wenken in deze
richting niet te willen begrijpen en zoo bleef alles bij
het oude. Haar brieven begonnen onveranderlijk met
„lieve schoonmoeder" en eindigden overeenkomstig
met„uw schoondochter Elisabeth." Soms, bij wijze
van bijzondere toegeeflijkheid, teekende zij Elise.
Behalve dit geringe onderscheid waren de brieven
alle even koel en saai. Niets zou deze beide vrouwen
nog te zamen kunnen voeren. Hun veete zou zoo lang
duren als hun het leven gegund was.
De dagen te Possenhofen vlogen al te snel om. In
den herfst keerde de keizerin naar Weenen terug,
waar dezelfde moeilijkheden haar wachtten, die zij
er in den zomer had achtergelaten. Er waren er zelfs
nog eenige bijgekomen. De kleine Sophie ging uit
stekend vooruit en telkens als Sisi de kinderkamer
betrad, vond zij er een heel gezelschap van bedienden,
hovelingen en vreemd bezoek. Aartshertogin Sophie
pronkte met haar aardige kleindochter; zij wist aan
den geringsten wenk van de langbewimperde, kleine
oogleden een beteekenis te geven en begroette elk ge
baar met kreten van plezier. Verschillende malen per
week kwam er een aantal dames bijeen voor een min
of meer gemoedelijk theepraatje en bij die gelegen
heid werd het koningskind bewonderd en aangehaald.
Het meest onschuldige kirren had een koor van uit
roepen ten gevolge. De meeste dames vervielen in
krompraterij, alsof het wicht dat beter verstond.
Te midden van dat alles troonde de aartshertogin als
een verwelkte madonna op een gestolen wolk en
straalde in een glorie, die haar niet toekwam.
Voor Sisi was de aanwezigheid van die babbelende
wezens bijzonder pijnlijk, omdat zij getuige werden
van haar vernedering en teleurstelling. Met opeen
geklemde tanden schreed zij door hun midden om
ten minste iets van haar dochters krullenkopje te
zien, maar spoedig had zij er genoeg van om door de
oogen van meer dan twintig praatgrage dames ver
slonden te worden. Zij bleef liever heelemaal weg.
In den zomer van het volgende jaar werd Sisi's
tweede baby geboren. Het was weer 'n meisje en ze
werd Gisela genoemd naar de Beiersche prinses, die
met den eersten christen-koning van Hongarije, den
heiligen Stephanus, gehuwd was. Ludovika van
Wittelsbacli was als peettante uit
gekozen. Maar in Possenhofen wa
ren de mazelen uitgebroken en de
hertogin kon niet op reis gaan.
Daarom verzocht zij haar zuster
Sophie als plaatsvervangster op te
tredenDeze omstandigheid gaf de
aartshertogin ook op haar tweede
kleinkind al dadelijk zekere rech
ten. Zij was het, die de papieren
moest teekenen, die met de gees
telijkheid moest confereeren en de
doopjurk uitzoeken. Voordat Eli
sabeth voldoende hersteld was om
te zien, wat er gebeurde, was haar
tweede dochter haar ontfutseld
op een even sluwe manier als de
eerste. Opnieuw werd verklaard,
dat zoowel om wille van de dynastie
als voor de kinderen zelf Sisi het
beste deed zich erin te schikken.
Frans Jozef begon nu een en
ander op te merken, dat hem niet
aanstond. Zijn oudste dochter,
prinses Sophie, trippelde al met
onvaste stapjes heen en weer en
begon te praten. Maar geen enkel
van de woordjes, die zij sprak,
had ook maar eenige betrekking op
hemzelf of zijn echtgenoote. Wat
erger was, de grappige kleine hum
mel was er gewend aan geraakt om
voortdurend een kring van bewonderaarsters om
zich heen te zien. Dat had haar kleine hoofdje op
hol gebracht en zij toonde zich schaamteloos ijdel.
Als hier niet direct werd ingegrepen, zou de dreumes
hopeloos bedorven worden.
Elisabeth luisterde naar de klachten van haar
man. Toen hij had uitgesproken, deed zij hem een
voorstel.
..Laten wij met de kinderen naar den Hofburg
gaan
Frans Jozef stemde toe. Nu stonden zij voor liet
vraagstuk, hoe dit plan uit te voeren. Zoowel de
keizer als de keizerin zagen, dat de aartshertogin
van jaar tot jaar strijdlustiger werd. Geen van hen
beiden voelde iets voor een open twist met deze ge
vaarlijke tegenstandster. Er moest dus een krijgs
list worden bedacht.
Sisi bemerkte overigens bij de paar korte bezoeken,
die zij haar kinderen bracht, dat het maagje van de
kleine Sophie van streek was, de peuter gaf chocolade
op, knoopen en zilverpapier. Elisabeth mocht dan
niet veel ervaring hebben, maar zij zou in elk geval
haar kleintjes geen bonbons en geen ondergoed
hebben gevoerd. Dit gaf den doorslag.
Frans Jozef deelde zijn moeder in een brief mede,
dat de beide prinsesjes mee naar den Hofburg zouden
gaan, waar een aparte reeks vertrekken voor hen
werd ingericht. Hij gaf voor deze verandering een
reden op, die zoo tactvol mogelijk gekozen was
Sisi voelde zich, zooals hij schreef, niet sterk genoeg
om de lange trappen te beklimmen, die naar de ver
trekken der aartshertogin leidden. De keizer sloot
met het bericht, dat hij thans met Sisi een reis van
een dag of twaalf naar Stiermarken en Karinthië
zou gaan maken en dat hij daarna met zijn familie
den Hofburg wilde betrekken. De brief was gedateerd
■op dertig Augustus, maar werd nog twee dagen achter
gehouden, totdat de voorbereidselen voor de reis
klaar waren. Het jonge paar wilde liever niet in de
buurt zijn, wanneer de storm losbrak.
Een dergelijke handelwijze zou in burgerlijke
kringen wellicht als lafheid kunnen worden uitge
legd. Toch was Frans Jozef niet laf, om van Sisi
te zwijgen. Zij stonden op een plaats, waar het beter
was onderlinge tegenstellingen met zoo weinig
mogelijk gerucht uit den weg te ruimen. Het is een
ongeschreven wet, dat families hun vuile wascli
niet in het openbaar moeten doen en koninklijke
zeker niet. Hartige woorden te kunnen wisselen
is een privilege van het proletariaat, dat met luider
stemme en zoo kwaadaardig als liet de opgewonden
heid van het oogenblik wil zich van zijn opgekropte
haatgevoelens ontlast. Maar een regeerend huis
vertegenwoordigt de waardigheid van de gelieele
natie en het kan zich dus niet de luxe permitteeren
van heilzame huiselijke schermutselingen. Als er
vorstelijke ruzies voorkomen, dan worden zij
achter gesloten deuren uitgevochten en doorgaans
van het huis in een wieg, en mocht Sisi het nauwelijks
aanrakenHet was de pop van een knorrige, oude
dame geworden.
De jonge moeder voelde zich zeer onrechtvaardig
behandeld en opnieuw poogde zij zich tegen de
heerschzueht der oudere vrouw te verzetten. Zij deed
een beroep op den hofarts, dr. Seeburger. Aldra
bleek, dat zij zich in haar keus vergist had. Dr. See
burger deelde volkomen de meening der aartsherto
gin. uit wier hand hij van tijd tot tijd een bijzondere
gratificatie ontving. Hij gaf de jonge keizerin zeer
beslist ten antwoord, dat haar jeugd en haar uiterste
onervarenheid de gezondheid van liet kind in groot
gevaar zou brengen. Hij ging zelfs zoover, dat hij
Frans Jozef onder vier oogen sprak over den onge-
lukkigen gemoedstoestand van zijn gemalin, welken
hij het gevolg achtte van een nerveuze kwaal.
„Wat moet ik doen V' vroeg de keizer bezorgd.
„Haar schijnbaar toegeven," luidde de raad, „maar
in werkelijkheid voet bij stuk houden."
Elisabeth leed een nederlaag. Nu haar de vreugde
van haar kleine onthouden werd, verloor zij er
spoedig de belangstelling voor. Zij zocht zich te troos
ten met allerlei onbeduidend tijdverdrijf zij, die
nooit iets om opschik had gegeven, werd overdreven
ijdel. Dagen achtereen bracht zij voor haar spiegel
door met het kiezen en passen van nieuwe kleeren,
het uitvinden van een nieuw kapsel of een nieuwen
stijl voor galajaponnen en opvallende juweelen.
Toen het weer zomer werd, kon zij nauwelijks den
dag afwachten, waarop zij naar Beieren zon vertrek
ken. Het was haar eerste bezoek aan huis na haar
huwelijk. Frans Jozef had dit reisje als een Paasch-
venassing bedoeld en hij hoopte, dat zij er gezond
van zou terugkeeren. In Straubing stoad hertog Max
met zijn heele familie aan de kade om Sisi van het
schip te halen, dat heel wat langzamer stroomop
waarts kwam, dan het indertijd stroomafwaarts was
gedreven. In München moest een kort oponthoud
worden gemaakt om de Beiersche koninklijke familie
te begroeten. Nadat de jonge keizerin van Oostenrijk
haar vele ooms en tantes omhelsd had, lag de weg
naar Possenhofen open.
In Possi was niets veranderd. Het meer lokte in
zijn frissehen glans nog even verleidelijk als vroeger
en de dagelijksehe zwempartijen werden weer opge
nomen. In de bouwvallige stallen stonden vurige
paarden te wachten op het oogenblik van uitrijden.
Elisabeth, die zoo lang niet meer in 't zadel had
gezeten, steeg weeT te paard en zwierf her en der,
soms tot Feldafing, aan de overzijde van het Starn-
berger meer. Zij bracht dagen vol onbezonnen genot
door.
De vacantievreugde werd af en toe overschaduwd
door'n naren plicht. Aartshertogin Sophie verwachtte
brieven. Voor Sisi was het reeds een kwelling om
ook maar 'n briefkaart te moeten schrijven aan een
vijandin. Maar zij was zoo volgzaam geworden, dat