5
dien avond de olielamp uitblies en neerknielde voor
baar bed, bad zij even ernstig als naïef „En dat die
zwaluw zooveel mag zeggen, alsdat het een zoon
zal zijn.
Glimlachend sliep zij in.
Den volgenden morgen was de zwaluw verdwenen.
De jonge vrouw keek somher, doch haar gezicht
klaarde op, toen het vlugge diertje den volgenden
dag met 'n sierlijken, vliegensvluggen duik op dezelfde
plaats onder het dak verdween, waar zij het gisteren
had zien verdwijnen. Een tweede zwaluw volgde
er klonk een luidruohtig gekwetter onder het stroo-
dak en daarop vloog het paartje uit.
Door het venster van de lage, zwartberookte
kamer volgde de jonge vrouw de gewichtige voorbe
reidingen van het jonge paar voor het bouwen van
een nest. Zij vlogen uit, keerden terug met een
misvormden snavel en verlieten dat donkere, ge
heimzinnige plekje onder het dak weer met schoone
4r»
„Leem," zei Iwan Petrofsky, die „geleerd" was,
omdat hij onderwijs had gehad in zijn latere jeugd.
„Die rare knobbels op hun snavel zijn stukjes leem.
Daar bouwen ze d'r nest van. Met stroo en veeren en
zoo, zie je. 't Is zooveel als het ouderlijk huis, dat ze
aan 't, maken zijn. Nou gaan ze gauw eitjes leggen en
broeden.
„Allebei. die eitjes 1" vroeg Sonja Petrofsky
ondeugend.
„Jij.gek. lachte de man en Sonja lachte
ook. Dat „gek" was een even teedere liefkoozing als
een kus, want een menschenpaar dat elkander be
grijpt, zoekt geen kwaad in een woord.
„Heb je al eens opgelet, dat die eene voortdurend
aan zijn poot pikt Die poot lijkt dikker ook. Dat is
die nou, die het eerste hier was."
,,'k Heb er niet op gelet, vrouw."
Iwan Petrofsky wendde zich van het venster af.
Zijn vrouw keerde naar het houtvuur terug, waar
boven de pap hing te pruttelen. Zij roerde in den
pot en in de plooien van de gebonden substantie
droomde zij zich de immer wijdere grenzen van haar
teederste verlangens. Eerst een zoon. dan een
dochter. Zwaluwen brachten geluk.
De zwaluwen vlogen af en aan. Sonja Petrofsky
droomde haar schoone droomen Iwan zwoegde
van vroeg tot laat op zijn velden, die hij duur ge
pacht had van een heer uit Nikojalew. In Pont
d'Avis bad en schreide een jonge vrouw en speelde
een kind in de schaduw van zijn moeders leed. En
ergens in de woestijn cirkelden vliegtuigen rond en
zochten patrouilles naar drie verloren mannen. Een
van die drie was een Pransche korporaal. Zijn rech
terbeen was monsterachtig opgezwollen en hij riep in
zijn ijlkoortsen voortdurend om zijn moeder, die al
voor jaren gestorven was.
De tweede was een Duitscher en heette Heinz. Hij
had hallucinaties en zong honderdmaal per dag een
weemoedig liedje„Zwaluw, waarheen is uw
vlucht
De derde was een Pransche officier een pa,-
trouillecommandant. Hij droeg heel alleen den
zwaren last van de herinnering aan den dood van
acht van zijn manschappen en van de verantwoor
delijkheid voor het welzijn van de twee laatst over
levenden. De last wès zwaar zwaarder, veel
pijnlijker nog dan de smartelijke gedachten aan dat
dierbare huis in Pont d'Avis aan Julie, nooit genoeg
aanbedenaan kleinen Pierre, nooit genoeg gewaar
deerd.
Toch had luitenant Franpois Benoit zich niets te
verwijten ten opzichte van zijn plichten tót de zijnen.
Maar is het niet pas in het aangezicht van den dood,
dat menschen menschen begrijpen en gaan waar-
deeren 1
Een zwaluwpaar bouwde zijn nest. Maar een van
hen was al te dartel van liefdesgeluk en verloor de
voorzichtigheid uit het oog. Naar een klassiek voor
beeld - was het geen geminachte, gekromde slaaf,
die zong
„Ik heet Mohammed en kom van Yemen,
Mijn geslacht stamt voort uit Asra,
Zij die sterven, als zij liefhebben...."
Zoo stierf die kleine, vlugge zwaluw aan de liefde.
Een havik viel neer en doodde haar met zijn klauwen.
Iwan Petrofsky was er getuige van. Hij rende zijn
huis binnen en greep zijn geweer. Er klonk slechts
één schot en honderd meter verder viel een stervende
havik neer met een doode zwaluw in zijn klauwen.
Sonja snelde toe. „Arme zwaluw," zei ze mede
lijdend. „Iwan, zou dat geen.Zij aarzelde, werd
verlegen en sloeg haar oogen neer.
„Wat bedoel je V' vroeg Iwan norsch.
Zelfs in dien norschen toon voelde zij de ontroering,
die hem bekropen had bij de gedachte aan haar.
„Zou dat geen ongeluk.
„Je bent gek," lachte Iwan forsch en ook dit voelde
zij als een liefkoozing. Hij had de kleine zwaluw
losgemaakt uit den doodelijken greep van den havik
en met een bevreemden blik staarde hij neer op
de gebogen pootjes van het warme vogellijfje. „Dat is
een stokje," zei hij verbaasd.
Sonja zag alleen dat de zwaluw drie pooten had.
Maar Iwan's oogen verrieden groeiende verwonde
ring. „Een stukje riet," vervolgde hij. „Aan het
pootje vastgeklemd met een horlogering. Geen
wonder dat het arme dier aan dien poot pikte. Kijk,
zit daar niets inBij de heilige Moeder van
Kazan.
Verbluft toonde hij een reepje mailpapier
uiterst dun en doorzichtig. Er stonden woorden op
geschreven met inkt en in een taal, die hij niet kon
lezen. „Dat is gek," mompelde hij. „Ik zou wel eens
willen weten wat die woorden beteekenden."
„Als je 't aan den meester vraagt...." stelde
Sonja voor. „Ik heb wel eens gehoord dat ie alle
talen verstaat. Maar zou je niet wachten tot morgen,
Iwan 't Heeft immers geen haast.
Ergens in het zuiden van Rusland kon dien avond
een verontruste jonge vrouw den slaap niet vatten
een doode zwaluw kon haar nimmer geluk brengen.
In Pont d'Avis, in zuidelijk Frankrijk, bad een
andere jonge vrouw met een hart vol vertwijfeling
om een wonder en kon een kind niet- slapen, omdat
zijn moeder zoo vreemd deed. En op driehonderd
kilometer afstand van Fort Miribel worstelden twee
razende mannen tegen tal van denkbeeldige vijan
den en werden beslopen door dien Eeneden Dood.
De derde man bad om het einde en aan het slot van
zijn gebsd murmelden zijn koortsige lippen „Lieve
ling. Julie. Pierre. m'n kleine schat.
Vliegtuigen ronkten langs den gloeienden hemel
van de Sahara. Zij daalden dieper en dieper en scheer
den bijna rakelings langs de zandbulten. Ergens
moesten ze liggen die drie makkers, hetzij dood
of levend. Het nietige strookje papier, door een
DE GROOTE ALETSC HGLETSCHER
EGGISHORN, ZWITSERLAND
nietige zwaluw over bergen en dalen, zeeën en rivie
ren, steden en dorpen naar de menschen gedragen,
was een waardevolle aanwijzing in welke richting zij
gezocht moesten worden.
„Luitenant Benoit van het Afrikaansche bataljon
Zéphirs bevindt zich met twee Europeanen op een
klein plateau, vermoedelijk driehonderd kilometer
zuidoostelijk van Fort Miribel gelegen. Geef hier
kennis van God zal het u loonen. Julie en Pierre,
mijn laatste gedachte zal aan jullie gewijd zijn.
Alles leek een wonder, maar het handschrift liet
er geen twijfel aan over, of het wonder was tastbare
werkelijkheid. Een der verst verwijderde vliegtuigen
dook plotseling nog dieper en scheerde bijna rake
lings langs een rotsige hoogte.
„Seinen brulde de sergeant-piloot tot den waar
nemer. Zijn blik stond wild.. „Drie mannen ik heb
hen duidelijk gezien en twee van hen zwaaiden.
Er trilden letterteekens door den aether, de vlieg
tuigen daalden en een kwartier later liet de escadrille-
commandant de kortegolf-antenne oprichten. En
weer trilden er letterteekens door de oneindigheid
van het luchtruim gedragen over woestenijen,
zeeën en stranden. „Gevonden Benoit en Heinz
naar omstandigheden welGarvin bedenkelijk, doch
dokter geeft hoop. Keeren terug naar In-Salah.
In den middag van dien dag werd Julie Benoit
naar den tuin gedreven door het erbarmelijk geschrei
van haar kleinen Pierre. Zij was vergezeld van den
maire en lachte gelukkig. Daarbuiten stond haar
dreumes met oogen vol tranen en in zijn kleine
knuistje omklemde hij een steen.
„Kijk eens die vieze vogels. schreide hij,
met een blik vol afkeer naar een natte plek op zijn
fluweelen jasje. Hij strekte zijn arm, om met een
onmachtige poging den steen naar de dakgoot te
werpen, doch zijn moeder snelde toe en omklemde
zjjn armen.
„Niet doen, m'n lieveling," fluisterde zij, „zwalu
wen brengen geluk."
En heel ver weg, ergens in Zuid-Rusland, zat op
dat oogenblik Iwan Petrofsky naast het bed van
zijn vrouw. Zijn oogen straalden. „We hebben allebei
onzen zin," lachte hij. „Een jongen en een meisje
heb ik je niet gezegd dat zwaluwen geluk aan
brengen
„Die arme zwaluw. mompelde Sonja en zwaar
vielen haar .oogleden toe.
A -