DE ZOON VAN MARIE-ANTOIN1ETTE oail& ofoiitj oJmné oJjJiUé Een ontroerend moment in den Temple. Op bevel van Ohaumette en Hébert wordt Locle,wijk XVII van zijn moeder weggerukt. Het zieke koninkje zocht bescherming bij zijn tante Elisabeth, terwijl zijn zusje bij Marie-Antoinette staat. woning. Het w tocli dra; Er stroomde bloed door de goten van Parijs, er droop bloed van de guillotine 1793. De koning, Lodewijk XVI, en de koningin. Marie- Antoinette, waren in mestkarren naar het schavot gereden, waren onthoofd. En er bleven twee weezen achter, Marie-Thérèse, zestien jaar oud, en Louis- Charles, de kroonprins, acht jaar oud of neen, niet meer de kroonprins, maar, sinds den dood van zijn vader, koning Lodewijk XVII Geen tijdperk zoo rijk aan schokkende romantiek als de tijd der Fransche revolutieéén der vele, maar toch nog steeds de Fransche revolutie. Geen levenslot zoo tragisch als dat van de onge lukkige Marie-Antoinette, het luchtige Weensche kind, dat op veertienjarigen leeftijd werd uitge huwelijkt aan een prins, dien zij nooit gezien had, en een luchthartige koningin werd onder den invloed van Fransche hofzeden, en later boeten moest voor die „zeden" van voorouders en hovelingen, voor de karakterzwakte van haar man en voor haar eigen luchthartigheid, met het grootste leed, dat een koningin en een vrouw en een moeder maar treffen kan. En geen raadsel in heel de historie zoo boeiend als het raadsel der verdwijning van den kleinen koning, Lodewijk XVII. Het woord verdwijning kiezen we, omdat slechts dit ééne vaststaat Lodewijk XVII is verdwenen, uit zijn gevangenis, uit de geschiedenis. Hoe Waar Wanneer Dat alles weten we niet. De feiten, die wij wèl weten, vormen een ontroe rend verhaal van levensverwikkeling, dubbel tra gisch, wijl de ommekeer en de verwarring in een zóó jong leven werden gebrachtvan walglijke wreed heid, des te verfoeilijker, omdat een kind er het slachtoffer van was. Het is te begrijpen niet te billijken dat het Parijsche rapalje krankzinnig te keer ging tegen de verdrukkers het is te begrijpen zelfs, dat de revolutie forsche maatregelen wilde nemen tegen den koning en de zijnen maar onbegrijpelijk is het in een tijd, waarin zelfs de politiek zich aan geen kind vergrijpt hoe een heel volk en een heele wereld dulden konden, dat een kind van zeven, acht jaar zoo mishandeld werd naar ziel en lichaam. En hij was nog wel een Zondagskind, Louis-Charles de France, due de Normandie, de dikke rose baby, op den eersten Paaschdag 1785 geboren. Hij werd geboren aan een vroolijk hof, en Versailles blééf Lodewijk XVII, zoon van Lodewijk XVI en Marie- Antoinette, die, tegelijk met zijn ouders, door de Commune in den Temple werd opgesloten. vroolijk, nog eenige jaren. Het onweer dreigde, maar nog van verreMarie-Antoinette had fouten en was onvoorzichtig in ernstige dingen, maar een goede en teedere en opgewekte moeder is zij zeker geweest. De eerste levensjaren van Lodewijk XVII waren zonnige jaren. Door dén dood van zijn oudere broertje, een zieke lijk kind, werd hij 4 Juni 1789 dauphin. Het leek wel, of hiermee het ongeluk der koninklijke familie werd ingeluid. Den 14en Juli viel de donderslag, waarmee het doodende onweer begon de Bastille werd door het Parijsche volk belegerd en ingenomen. Er was oproer, revolutie in Frankrijk. De dauphin zal van die eerste onheilsdagen niet veel geweten hebben, maar zijn oogen kregen van toen af heel andere schouwspelen te zien dan hof feesten, dan den teederen lach of de verwijtende frons van een trotsche en gelukkige moeder. Toen hij in October met zijn moeder op het balkon van het paleis te Versailles stond, zag hij de soldaten van de lijfwacht doodschieten. Toen hij dien avond meereed door Parijs, werd het hoofd van een doode, op een piek, het rijtuig ingestoken, tot vlak bij zijn gezicht. De smaad en de marteling begonnen echter nog niet. Parijs zag in den kleinen prins een nieuw stuk speelgoed. Het had er pret in, den dauphin te zien verschijnen met de revolutionnaire kokarde op de borst. Het gezonde, vroolijke, wat fantastisch aange legde kind praatte met soldaten en hield toespraakjes tegen troepen gepeupel, en dat vond men leuk. Maar de koning en de koningin raakten steeds vaster in de klem van den volkswil en de volks- gril ongetwijfeld half door eigen schuld. De koning gaf aan de eischen des volks toe, met één hand met de andere haalde hij heimelijk terug, en wenkte hij om hulp naar het buitenland. De koning en de koningin werden uitgekreten en gesard, en beproef den eindelijk de vlucht. Verder dan Versailles kwam de groote reis koets niet daar werd het konings gezin aangehouden. De dauphin liad te veel slaap, om van de op schudding veel te begrijpen. Hij sliep in een achterkamertje van 'u kruidenier, en werd toen met zijn ouders teruggevoerd naar Parijs. Een man, die voor den koning zijn hoed afnam en boog, werd voor de oogen van het kind vermoord en in stukken gescheurd. „Adder gebroed schreeuwde 'n oud wijf den dauphin toe, „je zult nog wel wat anders meemaken Inderdaad.... hij kreeg het bloed en de drift en den chaos van losgebroken Parijs te zien. Hij beleefde, dat een dolle volks menigte' het paleis binnendrong de Tuilerieën, waar het leven zoo 8im< Hl Lodi gebi stier Zijn toen der Zij werd zwar goed fantj één ging dat om datl Capf zij koni Mchrijtproeven van >m Lodewijk XVII. 1*aU ziet schreef hij zijn Charles) en enkel*!*J)e-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 20