Elisabeth, die wel wist, wie de gravin dit had inge fluisterd, antwoordde, dat haar oudste juist wat op krachten was gekomen en verandering van lucht noodig had. Als de melk in Italië onbetrouwbaar bleek, dan bleven er nog havermout, groenten, fruit en allerlei andere voedingsmiddelen over. Er bestond geen reden het, kind thuis te laten. Hiermee was de zaak afgedaan. Op den zeventienden November 1856 verliet het keizerlijke paar AVeenen. Ilun eerste doel was 't Ursuhnenklooster te Eaibach, waar enkele neger kinderen, die in den Oriënt op de slavenmarkt waren gekocht, door de nonnen werden opgevoed. Elisabeth wilde deze zwartjes zien. Tot groote ontsteltenis van gravin Eszterhazy, die dit alles haarfijn naar AATeenen berichtte, brachten Elisabeth en haar dochtertje den middag door al spelend met de ..wilden", terwijl Frans .Jozef aan een winkel in de stad opdracht gaf om een wagen vol speelgoed aan de kloosterdeur af te laden. Het zou slecht met de dynastie afloopen, als dergelijke onbehoorlijkheden aan de orde van den dag kwamenI)e gravin kon niet veel goeds verwachten van een reis, die met zulk een donker voorspel begon. Drie dagen later bereikten de keizerlijke reizigers liet heerlijke Triest aan de Adriatische. Zee. De zwartgouden vlag der Ilabsburgers overheersclite in 't stadsbeeld, hier en daar kwam echter ook de Italiaansche tricolore, het rood-wit-groen, waar onder Mazzini en Garibaldi om de vrijheid voor hun vaderland hadden gevochten, eer maarschalk Ra- detzky hen had overwonnen, schuchter te voor schijn. De Italianen, thans Oostenrijksclie onder danen, wisten op listige wijze hun patriottisme te vertolken, door de rood witte staatsvlag van Oosten rijk vast, te maken op smaragdgroene luiken en schuttingen De burgemeester van Triest had besloten de hooge gasten met groote feestelijkheden te ontvangen. Zijn weïkomstrede zou worden gevolgd door een militaire parade, een gala-diner en '11 soirée in de opera. Bovendien zou er 's avonds aan de haven vuurwerk worden afgestoken. In de baai lag een versierd schip, de Galeggiante, voor anker, om liet keizerlijke paar en zijn gevolg op een tocht op de Adriatische Zee mee te nemen. Tusschen de slanke masten hing een enorme kroon, waarvan de schitte ring door meer dan duizend kristalprisma's verveel voudigd werd. Het leek een schouwspel uit duizend en-één-nacht. Frans Jozef en Elisabeth waren zeer tevreden. Indien deze ontvangst als een voorteeken mocht worden beschouwd, dan zou hun reis op 'n triomf tocht gaan lijken. Dat het bezoek aan Triëst niettemin zoo slecht afliep, was misschien aan een booze tooverij der negerkinderen toe te schrij ven althans, dat was de verklaring, die de gravin gaf voor de ontstellende reeks ongelukken. Aller eerst ontplofte tegen den middag het vuurwerk in de opslagplaats, zoodat er zelfs geen Romeinsche kaars meer overbleef voor het feest van dien avond. Ver volgens braken er op ver schillende punten in de stad hevige branden uit, ofschoon de bora, de noord oostelijke moessonwind dier streken, al sedert dagen voor de meest volmaakte windstilte had plaats ge maakt. Ten slotte viel, zon der dat iemand de oorzaak ervan begreep, de kristal len kroon op het dek van de Galeggiante te pletter. De branden konden, on geacht den tijd van het jaar, nog wel verklaard worden. Het is mogelijk, dat vuur werk ontijdig vlam vat en dat zelfs bij windstilte enkele vonken naar hier en ginds dwarrelen. Maar toen de burgemeester J)e toekomstige bruid van Charlotte ra Elisabeth er van wilde overtuigen, dat een bries de kroon naar beneden had doen komen, glimlachte zij witjes. Het was duidelijk, dat er voor dit geval geen natuurlijke verklaring mogelijk was. Er zou 'n storm voor noodig zijn geweest om de kleine kabels, waaraan de kroon hing, ook maar in be weging te brengen, laat staan het heele enorme ding. Dit was sabotage en niets anders. Een dozijn burgemeesters zou haar hierover geen andere mee ning kunnen aanpraten. Nu eerst begreep Elisabeth den ernst der Italiaan sche reis. Dit was een pelgrimstocht, door het schul dige geweten ingegeven. In het gezicht van Frans Jozef stond vastberaden heid te lezen. Hij was gekomen 0111 een eind te maken aan de onderdrukking en hij zou zijn plan uitvoeren. Eerst Triëst, dan Venetië, daarna Milaan.... De kans op bommen en anarchisten moest hij op den koop toe nemen. Een koppige trots, die zich aan Elisabeth meedeelde, dreef hem tot verder gaan, waar anderen weifelden. Ook Sisi voelde de gevaren van het spel, maar de inzet was het waard. Zij wilde den keizer niet tegenhouden. In Venetië, de stad der lagunen, was eveneens 'n grootsche ontvangst voorbereid. Het Oosten rijksclie garnizoen had geen kosten gespaard, elke brug en iedere dam, waarlangs de keizerlijke stoet zou trekken, was rijk versierd. Kwartiermeester baron van Heidt had het koninklijk paleis in gereed heid'laten brengen. Maar evenals in Triëst waren ook hier irriteerende, kleine moeilijkheden, te over winnen. Heidt had bijvoorbeeld de paleiszaal in het Oostenrijksclie rood en wit laten bekleeden. Er moest nog een karpet komen te liggen, hetgeen door een stoffeerderij zou worden verzorgd. De order werd betrekkelijk prompt en vlug uitgevoerd. Maar wie beschrijft de ontsteltenis van Van Heidt, toen hij in de eetzaal kwam kijken en een karpet zag liggen van het meest stralende en schaamtelooze Italiaansche groen Met hardnekkige boosaardig heid hadden de Italiaansche werklui hun driekleur weer binnengesmokkeld Dat de toejuichingen bij den keizerlijken intocht maar zwakjes klonken, lag niet aan de plaatselijke autoriteiten. Dezen hadden alles gedaan, wat in hun macht was. Reeds weken voor het keizerlijke bezoek hadden Oostenrijksclie gendarmen tot diep in de provincie mannen en vrouwen gehuurd om de mokkende stilte der Venetianen te overschreeu wen met hun „Evviva In scharen waren zij naar de stad gekomen en wachtten nu op het signaal 0111 uit de hun aangewezen barakken en huizen naar buiten te stroomen en met schoone zakdoeken (eveneens door de gezag hebbers uitgedeeld) de vorstelijke gasten juichend toe te wuiven. Elk hunner was tevoren met een flesch Chianti en een blinkende, nieuwe lire voor zijn bij drage tot de algemeene geestdrift beloond. Maar toen op den vijfentwintig- sten November de keizer lijke bark de Piazetta van San Marco naderde, sche nen de boeren him wacht woord vergeten. In plaats van het bezielende Itali aansche welkom, dat ver wacht werd, hoorde men slechts een bescheiden koor van Duitsche „Hurra's". Wel stormden de dorpelin gen de straten in en renden daar als razenden rond, maar op het kritieke oogen- blik gaven zij geen kik zij werden in bedwang gehouden door „het booze oog" der Venetianen, dat, naar zij beweerden, doode- bjk was. De Britsche con sul-generaal beschreef de scène in een brief aan graaf Clarendon met deze woor den „De eenige emotie, die de bevolking toonde, was nieuwsgierigheid naar de keizerin, wier faam als schoonheid haar vooruit was gegaan Maximïliaanprinses n België. Koning Leopold I van België, die er niet toe kon be sluiten zijn dochter 'n gullen bruidsschat mee te geren. Aan de bewondering voor Elisabeth viel niet te twijfelen. Zij was grooteren welgevormder geworden in deze laatste jaren, terwijl het goud van haar haren in een diep kastanjebruin was veranderd, een nuance, die bij Europeesche vrouwen maar zelden voorkomt. Toen zij naast haar echtgenoot over het breede plein van San Marco naar de kerk schreed, waar het Te Deum zou worden gezongen, werd de ijzige stilte door spontane kreten van bewondering ver broken, terwijl hier en daar iemand uitriep „Bellissima donna („AVat een mooie vrouw Het was dus mogelijk, dat deze menschen voor een oogenblik vergaten, dat zij de keizerin van Oostenrijk was, dacht Elisabeth. Zouden die weini gen, die haar deze vleiende woorden toeriepen, hebben uitgesproken, wat de anderen dachten Elisabeth gaf toe aan een opkomend gevoel van ijdelheid. In de toekomst zou zij het nog herhaalde malen beleven, dat het volk in haar niet de keizerin zag, maar altijd en vooral de vrouw. Deze kleine triomf maakte de beproeving, die wachtte, niet lichter. Op de koele receptie van San Marco volgden drie dagen, waarin niets gebeurde. Waai' waren de oudsten van de stad, waar bleef de adel van Venetië Waarom kwamen zij niet hun opwachting maken De keizer was diep gegriefd over deze afwijzende houding. Hij besloot zelf het stilzwijgen te verbreken. Hij zou open tafel houden en iedere adellijke familie uit den omtrek doen uit- noodigen. De receptie, dienzelfden avond nog gehouden, werd een fiasco. Er waren alles bij elkaar honderd dertig edellieden met hun families uitgenoodigd. Dertig kwamen er en dezen zouden dien avond niet gemakkelijk vergeten. Het grauw van Venetië school de langs de kanalen samen, om eenieder, die de gastvrijheid van den keizer beantwoordde, uit te jouwen. Statige markiezinnen in him hermelijnen galagewaad, begeleid door een escorte in livrei, moesten van hun gondel tot aan de paleispoorten hatelijke spotwoorden in ontvangst nemen. Het scheen, dat de bevolking zich deze landverraders, die voorde vreemde heerscliers bogen, diep inprentte. Frans Jozef was teleurgesteld. Een dergelijke houding had hij niet verwacht. Het speet hem nu, dat hij deze galante Venetianen in ongenade bij hun eigen volk had gebracht. Hij kon ze niet eens zijn aanhangers noemen, want hoogst waarschijnlijk was het slechts een gevoel voor goede manieren geweest, dat hen zijn uitnoodiging had doen aanne men. Nu zouden hun landgenooten hen steenigen De keizer deed zich de bitterste verwijten. Hij had verstandiger moeten zijn. Hij had deze menschen niet in moeilijkheden moeten brengen door een beroep op hun hoffelijkheid. Hoe hun houding tegenover hem ook was, vóór of tegen, hij had het recht niet hen in het publiek te brandmerken door hun loyaliteit zoo onhandig op de proef te stellen. Hij zag nu in, dat keizers ook diplomaten moeten zijn, anders kon hij zijn Italiaansche reis wel opgeven als een volkomen mislukking. Elisabeth redde hem uit zijn sombere stemming. Ook zij had meer van hun eerste receptie verwacht, maar zij verloor den moed niet zoo gauw als de keizer. Zij gaf niet toe aan een neiging tot zelfbeklag en begon te zoeken naar den wortel van het kwaad. Hoe was 't mogelijk, dat Franzi, die nooit iemand had kwaad gedaan, gehaat en veracht werd door duizenden menschen, die hem voor het eerst zagen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 29