8 boven om je in mekaar te trappen en dan ga ik naar den kapitein om te vertellen waarom." Het gefluit hield op en het gedoedelzak herbegon. Herbegon en duurde voort, heel een uur van ont zetting, aan welks einde meneer Glencannon ont dekte, dat zijn flesch bijna leeg was, zijn riet weer in conditie bracht, zijn instrument opborg en aan stalten ging maken tot zijn nachtrust. Hij had het licht uitgedraaid, zijn gebeden opge zegd en zich in sluimerhouding neergelegd, met zalige gedachten aan vierenzestig pond tien shilling six pence, .toen een felle vrees hem wakker stak, bevend wakker. „Oei!" riep hij rut, in 't donker met zijn voeten naar zijn pantoffels tastend. „Had ik haast ver geten En zijn nachthemd flabberde om zijn schenen in de warme Afrikaansche bries, toen hij op zijn teenen naar de radio-cabine liep en door 't raampje naar binnen spiedde. Ja hoor, daar zat meneer Levy koptelefoon om, sigaret op gang, en zijn donkere puisterige jonge gezicht beschenen met het griezelig licht van minia- tuur-bliksemstraaltjes, die kraakten en stotterden als zijn vingers ze ontboeiden. Plotseling het hij den sleutel los, greep zijn potlood en luisterde. Schrale koude klanken kwamen over de ruimten der zee kwamen in een afgebroken gehuil, dat meneer Glencannon in zijn verbeelding zag als vliegende stukjes' lichtblauw draad. Maar de marco nist vatte er de beteekenis van en schreef die met grooten ijver neer. Toen hij klaar was en achteruit ging zitten, om het resultaat te overzien, gooide meneer Glencannon de deur wagenwijd open en wees hij met een aanklagenden vinger. „Zwendelaarschreeuwde hij. „Geef hier dat papier, of ik maak je af Meneer Levy, een onervaren jongeling en het type van een marconist, bekeek hem van onder tot boven, gaf hem het briefje en haalde zijn schouders op. „Alsjeblieft, zweefsnor, en veel geluk er mee zei hij. „Ik dacht, dat ik den pot binnen kon halen, en dat zou jij ook gedaan hebben, als je mijn kans had gehadIk heb een aanvraag uitgestuurd Zend nauwkeurige opgave limerick over Algiers. En hier heb ik 't antwoord van 2 PMP, da's Funehal, Madeira, stomme Portugees. Hier, lees zelf maar." „Hm," zei Glencannon en hij hield het schrijf- bloc onder het groene kapje met het licht. Limerick niet boven Algiers, Limerick ongeveer 129 mijl W.Z.W. van Dublin, Ierland. Hahaha, ze hebben je totaal verkeerd begrepen, leelijke falsarisEnfin," ver volgde hij met een vroom gezicht, „laat dat een lesje voor je zijn, meneer Hoe-heet-je eerlijkheid duurt het langst, zooals je ziet Meneer Levy zette vastberaden zijn ontvang toestel af, ging op zijn gemak zitten en stak nog een sigaret aan. „Ik heet niet Hoe-heet-je," zei hij. „Ik heet Levy. Zeer bekende naam in handels kringen. Maar dat daargelaten, mocht je nou óók de antwoorden maar lezen, die ik van negen andere stations en tweeëntwintig verschillende sche pen gekregen heb, hè Die had ik allemaal al binnen, voor je hier binnen kwam dringen, waar je niets noodig hebt, want je hoort bij je machines, meneer Weet je wel, dat ik hard zin heb, om er rapport van te maken bij den kapitein V' Meneer Glencannon verbleekte, slikte tweemaal eh voorzag zich van zijn allerinnemendste lachje. „Kom komzei hij. „Vrede houen, meneer Levy, vrede houen 't Was heelemaal m'n bedoeling niet, me met uw werk te bemoeien. Ik was alleen bang. „Je was alleen bang, dat ik die knoeierij van je dóór had en dat ik 't aan zou brengen. En ik zhl 't aanbrengen Ik ga regelrecht naar den kapitein, om hem te vertellen, dat er geen limerick over Algiers bestaatNog iets te zeggen V' De niet onaanzienlijke adamsappel van meneer Glencannon schoof op en neer in zijn keel als een transportbak van een Liverpoolsche kolenboot. „Nee maar ehwat u daar zegt is toch belache lijk, meneer Levy, absoluut belachelijk In vertrou wen gezegd ligt er op 't oogenblik een zuiver afschrift van die limerick over Algiers in mijn hut, klaar om morgenochtend aan den kaptein overhandigd te worden „Dan is 't niet echtGemeene namaak ver klaarde meneer Levy. „Die schepen en die stations, waar ik antwoord van gekregen heb, hadden stuk voor stuk nog nooit een limerick over Algiers ge hoord En op 't Engelsche consulaat in Algiers hebben ze een specialist in limericks en die zegt, dat er geeneen limerick over Algiers bestaat Dus nou ga ik maar eens naar beneden en dan zal ik den kaptein eens vertellen, dat je probeert 't schip op te lichten. En ik zal hem zeggen, dat hij den pot niet af moet geven, vóór hij den consul gesproken heeft morgenochtend. „Haltriep Glencannon hem dwingend toe. Meneer Levy deed een aantal vastberaden trekken aan zijn sigaret en sloeg de leden van zijn bijzon der schrandere oogen neer. „Ik zal wachten, tot je weet wat je wilt. maar denk er om, tijd is geld „Dat wil zeggen f" vroeg meneer Glencannon zenuwachtig. „Dat wil zeggen hoeveel krijg ik t" lichtte meneer Levy toe. Meneer Glencannon belikte zijn lippen en rekende snel. „Tien percent.... da's toch mooi, niet V „Hahaha antwoordde meneer Levy. „Vijftien." „Hahaha „Twintig dan Twintig percent nou 1" „Twintig procent f Hoor eens, meneer Glencannon, ik heb altijd gedacht, dat je behoorlijk kijk op zaken had Ik weet niet precies, hoe je dat zwen- deltje voor elkaar wilt boksen, inaar ik weet wel, dat ik zóó naar den kapitein ga, als ja niet gelijkop wilt deelen. Nou zeg je 't maar Meneer Glencannon huilde bijna. „Vijftig percent Dat wordt een goeie dertig pond jammerde hij. „Ik had misschien beter zestig kunnen zeggen," peinsde meneer Levy. „Goed, vijftig percent danzei Glencannon vlug. Maar een paar seconden later begon hij te grinniken. „Weet je wel, dat je echt 'n voorlijk jongmensch ben, meneer Levy Je bent in menig opzicht een man naar mijn hart en je zult eens zien, je brengt 't een heel end Zullen'wij morgen samen Algiers eens gaan verkennen „Mij goed," zei meneer Levy. „Als je maar zorgt, dat ik mijn portie in mijn zak heb, vóór we aan wal gaan 17"apitein Ball had 't heet en voelde zich vernederd, toen hij langs de onderwelfde glooiing opklom van de dokken naar den Boulevard de la République. Zijn oogen, lang gewend aan het aangename blauw en groen en grijs der zeven zeeën, knipperden tegen het verblindende wit, dat ze van alle kanten toe- straalde. Enfin, hij werd oud, dat was de heele kwestie Zelfs zijn geheugen liet hem in den steek, 't Was een bittere pil voor hem geweest, tegenover de officieren en manschappen te staan dien morgen en die ruim zestig pond te overhandigen aan dien kletskous van een Schot, wiens memorie niet verder reikte dan van den eenen borrel tot den anderen De koepel van de moskee Jamaa-el-Kasbah stak hem in de oogen hij keek een anderen kant op. „Ellendige stad mopperde hij. „Ik zal een staart krijgen als ik geen brief schrijf aan 't parlementslid voor Dorking, of het Britsche consulaat niet aan de haven gevestigd kan worden, dat een blanke er behoorlijk komen kan Bij de Rue Bab Azoun bleef hij staan en keek hij rond. Op den hoek zat een slangenbezweerder, om ringd door verrukte Arabieren, op een bol koperen instrument te spelen, en bij dat snijdend geschetter was een aantal reptielen op een kleed aan 't wrie melen en steigeren. Naast hem sloeg een jongen op een tom-tom. „Maak niet zoo'n spektakel, kerelhoonde kapi tein Ball en hij wierp zijn eindje sigaar in den bedelnap van den slangentemmer. „Je bent net zoo walglijk als je vak en dat instrument van je heeft mij te veel van 'n doedelzakEn hij stak de straat over, naar een gebouw, dat prijkte met het geblakerde wapen van Groot-Brittanje. Dat hij twee trappen op moest klimmen droeg weinig bij tot zijn gemoeds rust. Boven ging hij een kamer binnen en stelde hij zich voor. Zijner Majesteits Derde Assistent Vice- consul, majoor Cheynesyde, morrelde wanhopig be leefd aan het krukje van een electrischen waaier. „Gaat niet," zei hij met ietwat dikke tong. „Harder dan twaalf vijftig doet ie 't niet. Zeg, bent u óók niet bij de vliegerij geweest onder den oorlog Ach nee, natuurlijk niet dat was óók een Ball, maar die is naar beneden getuimeld. Neemt u m'n overhemd niet kwalijk, kapitein. De flesch en de spuit staan vlak naast u. Tweemaal in uw handjes klappen als u ijs wilt tweemaal, kapitein, 't Is niet erg gastvrij om 'n gast te verzoeken, zelf om ijs te klappen, maar ik bèn niet zoo'n beste klapper. H6!" „Hó herhaalde kapitein Ball vinnig. „Eh. ik bedoel hö hó „Zoo mag ik 't hooren hó hö hó bulderde Zijner Majesteits Derde Assistent Vice-consul. „Ik zou graag zelf voor u klappen, kapitein, maar mijn rechterhand is van aluminium, 't Oorspronkelijke geval is in den oorlog weggewandeld met een gra- naatjeZoo, kapitein, nu had u zeker graag, dat ik de scheepspapieren teekende en zoo V' „Ja meneer, alstublieft," zei kapitein Ball zakelijk. „Stoomschip Inehcliffe Castle zesendertighonderd ton maatschappijL, „Inehcliffe Castle 1" herhaalde majoor Cheyne syde. „Zoowaar U hebt mijn berichtje gekregen, hoop ik f" „Berichtje V' galmde kapitein Ball. „Ja - 't antwoord op uw oproep gisteravond. Altijd graag disponibel voor zulke dingen Ik ben kenner, ziet u - ja, kapitein, de grootste limerick kenner van de wereld op 't oogenblik. Daarom dorst ik zoo zeker te zeggen, dat er geeneen limerick over Algiers bestaat. Ik heb jarenlang nasporingen ge daan en kubieke meters electrisch licht verstookt in vruchtelooze pogingen, om een limerick over Algiers. „Een oogenblikje, meneer," viel kapitein Ball hem in de rede, in zijn zak tastend. „Van een omroep van mijn schip is me niets bekend. Maar ik weet wel, dat ik net 'n potje van bij de zeventig pond aan een van mijn officieren heb uitgekeerd, omdat hij zich een limerick kon herinneren, die wèl over Algiers gaat „O ja V' vroeg majoor Cheynesyde en zijn gelaat straalde als dat van een boekenverzamelaar, die een Gutenberg-bijbel op een marktstalletje ontdekt heeft. „Lees eens voor, kapitein, lees eens gauw voor Kapitein Ball kuchte, keek naar den bediende en bloosde. ,,'t Is heel aardig, maar.netjes is anders, meneer!" waarschuwde hij. „Misschien kunt u 't beter voor uzelf lezen, 't Lijkt me niet zoo geschikt voor die Arabische ooren." „Hm," zei de majoor en hij greep naar zijn monocle, maar kreeg zijn sleutelring. „Eh hó Eh. hö hó „Is er iets vroeg kapitein Ball, naar voren schuivend in zijn stoel. „Of er iets is Waarde heer, ze hebben u beet gehad U bent er leelijk ingeloopen, als ik 't zeggen magHoe is 't mogelijk Die limerick heb ik zelf gemaakt in 1919 Maar ik heb 'm gemaakt op Trier, heelemaal niet op Algiers Algiers rijmt trouwens niet, ziet u wel Een s te veelHier de tweede regel, en de vijfdehó hó hó, tóch niet onaardig, vindt u wel. .1 die eindigen op ier, ziet u wel Niet op ier8." Kapitein Ball schraapte zijn keel, verzwolg zijn drank en schraapte nog eens zijn keel. „Allemachtig mompelde hij. „Dan heeft ie me bedot „Dat heeft ie zeker beaamde de majoor. „Maar 't is nog niet te laat. Laat hem het geld teruggeven. stel hem aan de kaak met zijn bedrog en laat hem de duiten opdokken Kapitein Ball boog peinzend het hoofd op de borst. Vaag hoorde hij het gejank van de slangenbe- zweerdersmuziek en het gebons van de tom-tom. Maar opeens klonk er geschreeuw en wild tumult. De muziek hield op en toen eindigde ook het ge schreeuw. „Ja," verbrak kapitein Ball de stilte, „u hebt in zekeren zin wel gelijk. We zijn bestolen, da's zeker, maar 't geld terugkrijgen zal niet meevallen, 't Is namelijk. en toen zweeg hij, luisterend. j Het instrument van den slangenbezweerder klonk weer'op. maar speelde nu Haan van 't Noorden. Kapitein Ball sprong op en schreed naar het raam. „Daar 'heb je hem riep hij. „Glencannon in eigen persoon. dronken als een kanon en heele stapels Arabieren om hem heen „Eh. Glencannon 1 Lijkt wel een beetje een Schot," meende de majoor. „Is 't ook En.hé, daar is Levy ook, mijn marconist. hij probeert de tom-tom aan die Amerikanen te verkoopen „Hm," peinsde Zijner Majesteits Consid „Glen cannon zegt u. 1 En Levy f Nu, kapitein, eh. ik bedoel, misschien kunt u dat geld toch maar beter afschrijven op den post leergeld. Neemt u 'n t> stoel en klapt u even om ijs.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 8