„Mij blijft niets bespaard.../' i«6j DE TRAGISCHE LEVENSGANG VA N FRANS J O Z E F I EN ELISABETH VAN OOSTENRIJK door BERTITA HARDING Tijdens liet bezoek, dat 't Oostenrijksche keizers- paar aan Milaan bracht, had ook een voor stelling in de Scala plaats, die een groot succes werd; toen Frans Jozef en Elisabeth in hun loge verschenen, weerklonk hartelijk applaus. Maar Gackl liet zich niet bedriegen over de alge- meene stemming onder het volk. Hoewel pas acht tien jaren oud, wist hij een en ander van dit soort dingen af hem vielen de lange gezichten buiten op straat in het oog en hij bemerkte, dat de meeste voor bijgangers hun hoed op hielden, als de keizerlijke koets voorbijkwam. Karei Tlieodoor schreef hierover korte aanteekeningen, soms zoo maar op prentbrief kaarten, die dan naar de familie te Possenhofen gin gen. Zonder zich te geneeren noemde hij de dingen bij den naam, iets, dat maar zelden voorkwam, als het de Italiaansche bezittingen van Oostenrijk betrof. De keizer meende, dat het tijd was den nieuwen gouverneur-generaal aan te kondigen. Als Lombar- dije en Venetië vertrouwen in hem wilden schenken, dan zou hij Maximiliaan,. zijn lievelingsbroer, sturen, om deze provincies als vice-koning te dienen. (Het woord „heerschen" werd liever vermeden.) Dit voor stel werd met graagte aangenomen. Alleen Kadetzky had verwenschingen voor zijn onervaren meester' Hij, die thans zijn eenennegen- tigste jaar begonnen was, kon in Frans Jozef niet anders dan een beginneling zien. Bevend van woede trok de oude veldmaarschalk naar Monza. „Laat ze doen, wat ze willen," gromde hij, ;,met de monarchie is het toch gedaan." Het ging boven het begrip van den ouden tiran, dat in sommige gevallen de charme van een enkele vrouw meer uitwerking heeft dan de degens van een heel regiment. Want het was Elisabeth, die hem had overwonnen Inmiddels was te Laxenburg aartshertogin Soplxie tot een conclusie gekomen. Zij wist eindelijk, wat haar te doen stond tegenover een schoondochter, die zich met politiek dorst te bemoeien, terwijl zijzelf van dag tot dag meer op den achtergrond werd ge drongen. Sophie had een uitstekend plan. Sisi moest eerst naar den Ilofburg terugkomen, voor zij het kon uitvoeren. Het was eind Februari en nog steeds verbleef de keizer te Milaan zonder aan de thuisreis te denken. Kort voor de groote vasten verloor de aartshertogin haar geduld. Franzi had haar geschreven over den vooruitgang, dien hij maakte in Lombardije. Prachtig, antwoordde zijn moeder, maar stonden er in Weenen ook geen plichten te wachten En had het keizerrijk verder geen provincies dan de Italiaansche Al dacht niemand er aan, haar haar meening te vragen, wilde zij toch even opmerken, dat die Italiaansche reis veel te lang duurde de keizer en de keizerin deden beter met zich weer eens in Weenen te vertoonen. Om den toon van haar brief iets te verzachten, sloot de oude douairière een foto van de kleine Gisela in. Elisabeth werd eveneens ongeduldig. De warme Adriatische lente vervulde haar met verlangen naai de eigen omgeving, liaar eigen taal. Het vermoeide haar, zich voortdurend te moeten inspannen om de gunst van een vreemd volk te winnen. Zij vroeg Frans Jozef naar Weenen terug te gaan. Hij stemde daarin toe en op 2 Maart 1857 verliet het keizerlijk gezel schap Milaan. Weenen verwelkomde zijn heerschers met open armen. Tevoren waren berichten van het goede werk, in Italië verricht, door het land verspreid. Op alle stations stond een groote menschenmenigte hen toe te juichen. Zelfs aartshertogin Sophie omhelsde Franzi in het publiek en tikte haar schoondochter op de wang, terwijl zij, rad van tong, deelde in de alge- ineene vreugde. In den Ilofburg moest de kleine Gisela eerst weer wennen aan haar ouders. Vier maanden van scheiding zijn lang voor een zoo jong wezen en de kleine prinses was van iedereen, die niet tot haar dagelijksclie ver zorgsters behoorde, vervreemd geraakt. Maar liet duurde niet lang, of deze achterstand was ingehaald en Sisi kon voor den eersten keer het volle geluk van haar moederschap genieten. De hereeniging der familie scheen '11 goed teeken voor de toekomst. De aartshertogin zag 't uur 0111 haar plan uit te voeren gekomen. Zij had bij het snuffelen in vergeten hoeken van den Hofburg een oud en vergeeld ge schriftje gevonden, dat voor haar doel bijzonder ge schikt leek. Het was bijna honderd jaar oud, in het Fransch geschreven en gericht aan of beter tegen de jonge Marie-Antoinette, die zich te Versailles maar moeilijk kon handhaven tusschen de drie ongetrouwde tantes van haar echtgenoot. Merkwaardigerwijze stond er een lieele passage in, die haast onveranderd voorliet huidige Weenen kon gelden, en deze passage was door Sophie met dikke potloodstrepen aange- teelcend. Precies een week 11a haar terugkeer uit Italië vond Elisabeth een pakje op haar nachttafeltje. Zij opende het, vond het anonieme schotschriftje en las toen met trillende lippen, hetgeen met potlood was aangestreept .De koningin moet leeren met haar tantes samen te leven. Behalve deze deugdzame vrouwen zal zij geen vriendinnen vinden. Het is de natuur lijke plicht der koningin om den troon erfgenamen te schenken. De koning, die zijn gemalin eens toesprak met de woorden Madame, wij hebben u gehuwd in de hoop, dat gij ons zonen zoudt schenken, geen raad heeft een goede les gegeven om eerzuchtige vrouwen op hun plaats te zetten. De bestemming en het ware doel van de koningin bestaan in het verzekeren van de opvolging. Wanneer zij dien plicht verzaakt, wordt, zij een bron van allerlei kwaad. Voorbeelden Catharina de Medici. Maria de Medici en Anna van Oostenrijk.... Zij behoort rich njmmer met de staatszaken te bemoeien, welke, ingevolge de dom- De ontranast van keizer Frans Jozei en keizerin Elisabeth in het mijnwerkersstadje Leoben, provincie Stiermarken, in 't jaar 1866, naar een teekening uit die (Jagen Voor deze qeleqenheid werdén twee mijnqanqen naqebootstmijnwerkers in hun beroepskleedhng toornn het keizerlijk paar de gedolven steenkool de fanfare iZ hZr bVsUnuZners hooren jonge lïisjes strooien kwistig bloemen rondde autoriteiten staan stram in ^^ndZ bezoekde hooge gasten reizen aanstonds weer verder, hun rijtuig (links op den voorgrond nog eren te zien) wacht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 28