Op de groote ontvangstdugen waren
de schitterende zalen van slot Schön-
brunn met talrijke voorname gasten
gevuld. Een hojtajel te Sehönbrnnn,
■naar 't schilderstuk van Siegmnnd
VAllemand, een beroemden portret
schilder wit die dagen.
bezoek aan Boedapest te voorzien. Elisabeth repe
teerde dagelijks haar lijst van beleefde zinnetjes:
kérem voor „alstublieft", köszönem szépem voor „ik
dank u vriendelijk", jó napot kivanok voor „goeden
dag". Zij maakte Franzi er op attent, dat bij alle
Hongaarsche woorden de klemtoon op de eerste
lettergreep lag, dat de namen eerst den familie
naam noemden en daarna pas den doopnaam en
dat hij in de Hongaarsche monarchie geen keizer
was, maar koning. Hoewel Frans Jozef dit alles
reeds van jongs af gehoord had, was noch de letter,
noch de geest diep tot hem doorgedrongen. Hij had
voor talen weinig aanleg en knoeide maar voort,
het taaleigen mishandelend en met een uitspraak
om van te rillen, terwijl hij bij een moeilijk ge
sprek een tolk gebruikte.
De boottocht over den Donau naar Boedapest was
prachtig. Het landschap werd steeds weidscher en
vlakker, in de verte omzoomd door de blauwe Kar-
pathen. Het oude Raab lag droomerig aan de rechter
zijde, terwijl verder stroomafwaarts Komaron wemel
de van industrieele activiteit. Het schip stopte ook
voor Esztergom met zijn bisschopspaleis, waar de
aartsbisschop van Hongarije verblijf hield. Ten
laatste lag de tweelingstad Boedapest in haar ge-
heele glorie langs de rivier. Een stroom van licht
overgoot de stad aan de huizen gloeiden brandende
toortsen, de vaandels hingen uit de keizer en de
keizerin werden met muziek ontvangen, terwijl
het schip naar de kade gleed. Onder de machtige
tonen van het volkslied gingen de hooge gasten aan
wal. Het koninklijk paleis, schitterend aan de rivier
gelegen, opende zijn poorten om hen te ontvangen.
Uit de schilderachtige middeleeuwsche paleis
vensters zag Sisi neer op een der mooiste steden van
de aarde. Aan de overzijde van de rivier lagen de
gouvernementsgebouwen inet zuilenhallen en breede
steenen trappen, die naar den oever leidden. Niet
ver daar vandaan vormden de groote hotels van
Pest een tamelijk rechte lijn langs de Jozefskade.
Hier was de winkelstad met het eene warenhuis
naast het andere, restaurants en magazijnen, ter
wijl in de verte de schoorsteenen der fabrieken op
doemden.
Boeda, aan de andere zijde gelegen, was een oude,
aristocratische stad, tusschen terrasvormige heu
vels genesteld, die eens de Turken naar Europa
had gelokt. De twee eeuwen Turksche overheer-
sching hadden in Boeda sporen achtergelaten, die
niet meer waren uit te wisschen. Bochtige, kleine
Rt.raatjes met sombere huisjes, waarvan de blinden
zorgvuldig dicht werden gehouden, donkere binnen
plaatsen, verborgen tuinen, dat alles te zamen hield
die geheimzinnige sfeer vast, die zoo sterk treft in
oostersche steden. Zelfs de moderne villa's van de
industrieprinsen herinnerden nog even aan de ge
sluierde weelde der Turksche paleizen.
Sisi was betooverd. Zij kon niet ophouden het uit
zicht te bewonderen zij telde de glanzende koepels,
bedekt met kopergroen, zij merkte de Byzantijn-
sche diepte der kerkklokken op, zij vergeleek de
tallooze bruggen, die hun ranke bogen over de ri
vier zwenkten. Zij kwam niet uitgekeken en haar
eerste indruk van Boedapest was die van een sprook-
jesstad.
De keizer en de keizerin brachten tien dagen door
met het bijwonen van allerlei openbare feestelijk
heden, parades, uitstapjes naar historische plekken
in den omtrek of in de stad. s Avonds waren er
bijzondere uitvoeringen in de opera of in het paleis
zelf. Elisabeth had gelegenheid te over om het Hon
gaarsche karakter te bestudeeren. Het beviel haar.
Ook hier was, evenals in Italië, een natie, die wrok
koesterde jegens de dynastie maar anders dan de
Lombardo-Venetianen bewaarde dit ras zijn goede
manieren. De fiere adel van Hongarije bracht den
souverein hulde, niet als aan een Habsburger, maai
als aan een hoogen gast. In welke verhouding hij
ook tot hen stond, Frans Jozef wist, dat hij hier geen
beleedigingen hoefde te vreezen. Hij wist ook, dat
de overgroote beleefdheid der Magyaren niets te
maken had met hun politieke overtuiging. Zij bleven
bij hun eisch van een parlement.
Het was voorloopig onmogelijk zulk een wensch
te vervullen. Frans Jozef was nog te jong en pas te
kort aan de regeering hij moest zijn rijk eerst
beter kennen, alvorens aan ingrijpende veranderin
gen te beginnen. Wel werden te Boedapest evenals
te Milaan de gevangenissen geopend en de straffen
voor politieke overtredingen kwijtgescholden, ter
wijl de keizer hervormingen toezegde. Sisi trachtte
hem voor haar zacht en vrouwelijk inzicht te win
nen. Zij wees hem op de schanddaden, hier door zijn
voorvaderen bedreven, en toonde hem de macht van
getoonde barmhartigheid. Hongarije begon den
zachten druk dier vrouwenhand te voelen en de
volksfantasie spon legenden om Elisabeth heen.
Wie had die gelukkige toenadering tusschen Frans
Jozef en zijn meest vijandige provincie bewerkstel
ligd Zij. De koningin. El jen, Erzsébet
Nu de hoofdstad haar deel had gehad van het
koninklijk bezoek, kwamen ook de kleinere steden
met het verzoek den koning en zijn
hofhouding te mogen ontvangen.
Frans Jozef besloot die verzoeken
in te willigen. De reis door het land
bracht moeilijkheden mee voor de
kinderen. Daarom wilde Elisabeth
in Boedapest achterblijven en Frans
Jozef alleen den tocht laten maken
door de landelijke districten. Maar
Elisabeth's faam was haar al zoo
ver vooruitgegaan, dat het volk
ongeduldig uitzag naar die inne
mende vreemdelinge, wier charme
'11 charme van Habsburg was ge
worden. Minister Bach drong er op
aan, dat Elisabeth den keizer zou
vergezellen. Zij liet de babies in de
hoofdstad achter en ging met Frans
Jozef en het gevolg op reis.
Het werd '11 veelbewogen tocht,
rijk aan allerlei nieuwe ervaringen.
Spoedig openden zich de uitge
strekte vlakten van Hongarije met
hun onafzienbare poesta's voor liet
oog der reizigers en toonden den
rijkdom van dit gezegende land.
Overal graasde het langgelioornde,
Hongaarsche vee, terwijl hier en
daar tegen zonsondergang 'n brons
kleurige veehoeder zijn kudde bij-
eendreef, te paard langs zijn die
ren en de koninklijke koets dra
vend, met zooveel gratie en kracht,
dat Sisi geestdriftig zijn rijkunst
roemde. Voor haar zouden deze
ruiters, die van Attila, den Hun, afstamden, een
onvergetelijken indruk blijven vormen.
Ook Frans Jozef voelde, zich van dag tot dag
sterker aangetrokken tot dit ondoorgrondelijk ras,
door geen Habsburger ooit begrepen. Hij nam elke
gelegenheid waar, om met boeren zoowel als stede
lingen een praatje te maken en oefende zich op die
manier in de taal, terwijl hij tegelijkertijd trachtte
achter hun opvattingen te komen. Hij vond het
aardig door vreemden te worden aangesproken.
Het gebeurde wel eens, dat hij dan harde waarheden
te hooren kreeg, zooals uit den mond van dien schoen
lapper te Kasehau.
„Ken je mij V' vroeg Frans Jozef verwonderd,
toen deze hem groette.
„Igen (ja) u bent de koning." Hiermee werd
Frans Jozef eraan herinnerd, dat keizers in deze
streken niet welkom waren Hongarije erkende enkel
den koning. Dit deed het gesprek aanvankelijk niet
goed vlotten, maar zijne majesteit slaagde er toch
in, het voort te zetten.
„En vertel me eens, zijn de mensehen bij jou in
het dorp tevreden
De man zweeg een oogenblik. Toen schraapte hij
zijn keel en haalde de schouders op.
„Het zijn verstandige Hongaren," zei hij open
hartig, „maar die vervloekte vent, de dominee, die
is zwart en goud (keizerlijk) tot over zijn ooren
De schoenlapper was een eerlijke vaderlander
en hij wilde zijn koning wel vertellen, wat hij dacht
over den keizer van Oostenrijk en diens aanhangers.
Frans Jozef vertrok geen spier. Hij wist, dat hij op
deze wijze achter de waarheid kwam. En hij ging
de waarheid nooit uit den weg, hoe onaangenaam
ze ook mocht zijn. Daarin lag de waarde van der
gelijke reizen door de provincie.
Toen het koninklijk gezelschap het stadje Csege
bereikt had, aan den liuker-rivieroever van de
Theiss, wachtte er in de herberg een treurige bood
schap uit Boedapest. Prinses Sophie was ernstig
ziek geworden Alle plannen werden opgegeven en
de ontstelde ouders reisden zoo snel mogelijk naar de
hoofdstad terug. Thans scheen het landschap hun
heel anders toe. De verre horizon zonder 'n enkele
woning, het monotone prairiegras en de druk
kende stilte benauwden het keizerlijk paar, dat
de afstanden niet snel genoeg kon overwinnen. Sisi
vroeg zich af, of dit niet de vloek der oude vrouw was.
Hoe dikwijls had zij Madame Mère hooren zeggen,
dat het den kinderen slecht vergaan zouNu, hierbij
triomfeerde dan de aartshertogin.