MO D ET I P S
38
Mantel van marineblauwe wollen stof, die over
vloedig gegarneerd is met roodvos. Een rand
bant langs den manteleoom moge nóg zoo modern
zijn, men dient er rekening mede te houden dat
deze garneering de silhouet beduidend verkort.
In 1938 zal het meerendeel der hoeden ver uit het gezicht gedragen worden, terwijl ook het haar het
voorhoofd vrij laat. Deze voorjaarshoed is van zwart zomervilt, dat omboord is met eenigszms
glanzende laize.
De mode is niet alleen veel mouwelijker geworden, doch ook bar ingewikkeld. Geheel nieuw lijkt
ons deze wijze van taille-garneering, die nu niet bepaald dienstig is om de draagster slanker te
doen schijnen.
Dezelfde mantel, waarvan de kraag is losge
maakt en dienst doet als mof. Alleraardigste
vinding van een Parijsch modehuis, die echter
bijzonder onpractisch is; want juist als men
demof zal willen gebruiken, is het niet pleizierig
afstand te doen van den kraag.
Gekleed middagjurkje van zwart
fluweel, dat niet alleen bladeren
van goudborduursel vertoont,
doch dat tevens gegarneerd is
met applicatie van goudleer.
Deze bolero, die geen werkelijke
bolero is, heeft het voordeel
bijzonder slank 'af te Meeden.