EEN WANDELING DOOR ZIERIKZEE Wiis het niet om zijn majestueuzen toren, dan ronden we in de stilte van de oude binnenstad het Zierikzeesche stadhuis nauwelijks terug. Geloof maar, dat u de Zierikzeeërs leelijk in hun wiek zoudt schieten, wanneer u hun stad zoudt willen rekenen onder de doode Zeeuweche steden. En in werkelijkheid zou een vergelijking met Brouwershaven, Veere, Sluis en zoo maar voor een klein deel opgaan. Zierikzee is er nog, is niet voor een groot deel vervallen en verdwenen, al is zijn beteekenis ook verminderd of misschien beter gezegd veranderd, sinds de gouden tijden van de koopvaardij en oudtjjdsche industrieën. Als centrum van den Schouwensclien landbouw, als markt voor een wijd achterland, als verlaadhaven van de eiland-producten en als winkelstad voor de heele bevolking van Schouwen en Duiveland heeft Zierikzee nog een beteekenis, die wel nooit te loor zal gaan. Juist genoeg beteekenis om het stadje in stand te houden. Juist weinig genoeg om. niet te hoeven vreezen, dat al het mooie oude, dat elders zoo vaak aan verkeer, aan moderniseering ten offer moet vallen, ook hier zou moeten sneven, En juist dat is een ding, waaraan de Zierikzeeërs zelf nog te weinig Overal elders zou zoo'n ingewikkeld poorten complex als dat van de Zuid-Havenpoort een onontwarbare verkeerspuzzle zijn gaan opleveren niet zoo in Zierikzee, waar de polsslag van 't verkeer nog klopt in '1 oude, stille tempo. En gelukkig maar. dat zoo'n brokje historische architectuur daarmee nog niet 't minste gevaar loopt. Het nieuwe Zierikzee, dat zich langs de grachten en even daarbuiten hier en daar begint te ontwikkelen, heeft toch nog kans gezien, een even rustige, oudtijdsehe sfeer te behouden als die ons tegemoetkomt in de overoude straten van de binnenstad.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 16