k De rookraketten aan de bovenzijde van den kogel. Om het half uur wordt een raket afgeschoten om den kapitein van 't expeditieschip ervan op de hoogte te houden in welke richting de kogel zich voortbeweegt. De schij nwerper met de speciale kwikzil ver-hoogdruklam pen. Ook de stuurvinnen wor- Ret sleeptouw, dat den kogel op veilige hoogte den door sterke magneti- boven den zeebodem moet hemden. Voor 't geval sche ankers op hun plaats dat het blijft haken, kan Piccard 't touw, door gehouden. den magnetischen stroom te onderbreken, afwerpen. liet is heelemaal niets bijzonders," aldus profes- sor Piccard, „als u maar eenmaal drie dagen met de gedachte eraan hebt rondgeloopen en u zich de moeite hebt gegeven ze te toetsen. En als u dan tot de conclusie bent gekomen, dat 't heel goed mogelijk is de technische moeilijkheden ervan op te lossen, dan houdt het op iets bijzonders te zijn. Waarom zouden wij niet 5.000 of zelfs 10.000 meter p diep duiken, als de techniek ons de middelen daar toe verschaft V' De professor lachte vriendelijk, maar toch tintelde er een öogenblik lichte spot in zijn oogen. Tot nu toe bediende men zich bij 't onderzoek naar de visschen, die op groote diepte leven, ofwel van 't sleepnet ofwel van den duikerkogel, die door kabels aan 't expeditieschip bevestigd was. Met het diepzeesleepnet kon men inderdaad 'n diepte van twee- tot drieduizend meter bereiken. Maar deze netten zijn tamelijk klein en de buit kwam meestal dood of verminkt aan de oppervlakte. De hangende duikerkogel, zooals die door den Amerikaanschen onderzoeker Beebee gebruikt wordt, bereikt slechts een diepte van negenhonderd meter en heeft boven dien het groote nadeel, dat hij niet op den stroom meedrijft, zoodat hij de visschen schuw maakt en wegjaagt. Het schip zelf deint op de golven heen en weer, zoodoende hangen de kabels nooit stil, de kogel ondervindt de schokken, de instrumenten kunnen niet zuiver werken, terwijl steeds het groote gevaar dreigt, dat de kabels afknappen, zoodat kogel en bemanning reddeloos verloren zijn. Professor Piccard ontwierp nu een duikerkogel, die vrij door het water kan zweven en waarmede hij den zeebodem kan onderzoeken op plaatsen, waar deze 5.000 of zelfs 10.000 meter diep is. Naar de meening der geleerden houden zich op deze diepte, wegens de groote voorraden voedsel, de meeste nog nooit aanschouwde visschen op. Hier wil de beroemde professor zich op den stroom laten meedrijven, foto's maken en zelfs films van al het wonderbaarlijke, dat hij daar zal aanschouwen. Hij zal het expeditieschip en de in ademlooze spanning luisterende wereld mededeelen, wat op den zee bodem gebeurt en vervolgens na 't uitwerpen van ballast weer naar de oppervlakte komen. Vanzelfsprekend deden zich bij de voorbereidende werkzaamheden tal van moeilijkheden voor. Als materiaal voor den duikerkogel werd electron gekozen, dat tegen den geweldigen druk, die op deze diepten heerssht, bestand is. De kogel heeft een doorsnee van twee meter, de wanden zijn 12y2 om. dik. De grootste moeilijkheid echter was, de openingen, die nu eenmaal in den kogel gemaakt moesten worden, zóó te kunnen sluiten, dat er absoluut zelfs geen druppel water doorheen kan. Op de eerste plaats de opening, waardoor professor Piccard en zijn assistent in den kogel kunnen afdalen. De oplossing van dit vraagstuk was nog „tamelijk eenvoudig". Nadat de professor en zijn helper door 'n klep 't binnenste van den kogel betreden hebben, wordt deze, naar binnen kegelvormig geslepen, klep vastgeschroefd en de enorme waterdruk, die op den kogel komt te staan, zorgt er voor, dat de klep vol komen waterdicht blijft afgesloten. Professor Piccard en zijn assistent aan den arbeid. Ret filmapparaat is bij de hand. De assistent staat in verbinding met het expeditieschip. De moeilijkheid werd grooter bij het observatie venster. Men staat hier voor de opdracht glas en electron zóó nauw met elkaar te verbinden, dat 't water, ook bij den druk van meer dan duizend atmosferen, die beneden heerscht, geen toegang tot den kogel verkrijgt. „Ik weet niet, of het glas dezen druk zal kunnen weerstaan," sprak professor Piccard op kalmen toon. „Theoretisch moet dat 't geval zpn. Maar ik moet er rekening mee houden, dat 't glas springt. Als het ven -ftSglas plotseling stuk springt, dan zal het naar bin ï.i ill zen de water dengene, die op uitkijk staat, me; jlfl kracht van een granaat uiteenrijten en een

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 3