HU LEEK EEN DWAAS....
EEN ROMAN VAN A O NES LOUISE PROVOST
j SLOT j
22
^vvvvvwvwvvwvO
Koel-vriendelijk sprak Jessamy de laatste woorden
over haar schouder, terwijl zij wegliep. Oliver
was halverwege de lift met zijn roode ooren,
voor hij ontdekte, dat de brutale secretaresse zelfs
het woord meneer niet voor zijn naam had genoemd.
De vier kritieke dagen gingen traag" voorbij.
Niemand wist, wat er gebeurde óf er iets gebeurde.
De ochtend van den negentienden was er, maar geen
woord van Dick, geen teeken van leven met het
vorderen der uren. Twaalf uur was de tijd, dat liii
zijn rapport moest indienen. Jessamy trilde van
spanning. Jennison was zichtbaar zenuwachtig en
ondernam een bezorgd kippendrafje naar verschil
lende deuren en ramen, zoo vaak hij iets hoorde,
dat klonk als een auto. Henry Spencer telefoneerde
driemaal, of Dick al terug was.
Het lieele huis was vol nerveuze
spanning. Er kwamen reporters,
vief en nieuwsgierig, en zij werden
weggestuurd, maar zij maakten
zich zoo goed mogelijk gereed om
lang te wachten, even buiten zicht.
De Yaricks en Oliver bleven op hun kamers.
Misschien voelden zij de stomme vijandigheid om
hen heen, en zij moesten wel beseffen, dat zij alle
regels van den goeden smaak schonden, door in zulk
een tijd te blijven maar toch bleven zij, bang dat
een onvoorziene tegenvaller hun te elfder ure den
begeerden buit zou ontgrissen. Hun onrust werd,
met liet vorderen van den tijd, gevoel van zegepraal.
Het begon er veel op te lijken, dat Dick zich uit de
voeten had gemaakt, om zich dat laatste vernede
rende tooneel te besparen.
Laat in den morgen kwam Bebe van Dering aan
rijden. Zij vroeg naar Jessamy, keek de Varicks
niet aan, en knikte zeer koel tegen Oliver, toen zij
hem in de hal passeerde.
„Is Dick terug V' was haar eerste woord tegen
Jessamy, en met onbewimpelde ontsteltenis aanzag
zij het zwijgende schudden van Jessamy's hoofd.
„O, kind, we zitten vreeselijk in angst. Iedereen
zegt, dat hij absoluut bankroet is. Hij is wel erg
te keer gegaan natuurlijk, maar 't is zoo'n schat,
en 't is toch maar vreemd, dat hij bezwendeld en
bestolen is door een vriend van Oliver Ennis. Want
dat is zoo, zegt Pink Gaines. Pink wil geen kwaad
woord over hem liooren."
Zij ging zitten, en zag er heel klein en mistroostig
uit.
„Ik ben óók geschrokken van dat bedrog met dat
land,"' ging zij spijtig voort. „Pink had er ook
aandeel in kunnen krijgen. Hij en Dick zijn al eeuwen
vrienden wist je dat niet Ze hebben samen ge
studeerd. 't Was ontzettend royaal van Dick, dat
was zijn bedoeling ten minste, en 't leek zoo'n mooie
kans voor Pink. Hij is zóó op Dick zijn hand, dat
hij er niet eens over wil spreken hij zegt alleen
maar, dat Dick er nog best iets van terecht brengt.
Pink houdt natuurlijk van zijn vak, maar er zit niet
veel toekomst in voor iemand, die gauw wil trouwen,
en hij wou vader zoo graag laten zien, dat hij goede
vooruitzichten had. Enfin, we zullen er wel komen."
„Ik décht al dat de zaken zoo stonden. Ik ben
erg blij voor je, Bebe."
„Hij is echt aardig." Bebe sprak buitensporig
onverschillig, en keek toen een beetje beschaamd.
Zij kwam er voor uit, dat zij smoorlijk verliefd
was op Pink.
„Maar daar komt Dick niet verder mee," zuchtte
zij toen. „Ik weet gewoon geen raad. Ik kan Pink
niets vragen, want hij is ook weg. Hij heeft den
laats ten tijd aldoor al zoo geheimzinnig gedaan
vervelende jongen. Zul je me direct een seintje
geven, als je iets hoort We worden er ieder oogen-
blik over opgebeld, en vader heeft een zacliten wenk
gegeven, dat hij telefoon op zijn bureau had, als
er soms nieuws was, en Joan Selby maakt me gek..
Ahem
Deze welsprekende lettergreep werd uitgelokt door
den aanblik van Nicky, die somber voorbij slenterde.
„Hij ziet er net uit of hij zich geneert, en dat ver
wondert me niets, want iedereen weet, dat Dick
vijftig mille betaald heeft om hem van een meisje
af te helpen."
„Wat zeg je daar t"
„Hij heeft.... o, kind, wéét je-dat niet? Er is
van alles gepraat over dat lasterpraatje in zoo'n
krantje, en 't is nooit tegengesproken, maar iedereen
weet, dat Nicky in een dolle bui een meisje heeft
gevraagd, iemand van 't tooneel. een heel aardig
ding in haar soort, zegt Jack. ik haal een anders
woorden aan, schat, erger je niet.Lois dit of
dat knap en op haar manier eerlijk, maar niets
voor Nicky natuurlijk. Claire zal 't ongeveer be
storven hebben bij de gedachte, dat 't Lois Varick
zou worden, en toen is Dick in de bres gesprongen
en die heeft 't afgekocht, anders waren 't rechts
zaken geworden.... Waar kan hij toch zitten!
Dag, hoor. Je waarschuwt wel als je iets hoort."
Zij verdween, en liet een storm van gemengde
gevoelens achter zich.
„Ik had moeten wéten, dat hij 't voor een ander
deed Zoo is hij. En ik ben hatelijk tegen hem ge
weest.... Maar waarom liet hij 't niet gaan, dat
ze hun trekken thuis kregen Ik zou dien Nicky
Varick wel kunnen worgen. Geen wonder, dat
hij met zoo'n huichelachtig gezicht loopt
Het werd half twaalf, het was half twaalf geweest,
en Dick had zich nog niet vertoond. Nog een klein
half uur, en hij moest zijn rapport uitbrengen,
waardoor hij de rest der nalatenschap won of ver
loor. Spencer was vroeg gekomen en wachtte in de
bibliotheek en keek nu en dan zenuwachtig op zijn
horloge. De familie voegde zich bij hem, eerst
Oliver, luchtig kalm, maar snel het vertrek rond
ziende, toen hij binnenkwam. Claire en Leila volgden,
de laatste zonder haar diamanten verlovingsring.
Eindelijk kwam Nicky, met een ontevreden gezicht,
en hij dwaalde van het eene gedeelte der kamer naar
hot andere. De bende was verzameld.
Ook Jessamy kwam en ging kalm zitten, zich
niets aantrekkend van het lichtelijk verbaasde
wenkbrauw-optrekken, evenmin als 'n jaar te voren,
toen het testament van Nicolaas Varick was voorge
lezen.
Het werd kwart, voor twaalf. Oliver keek op zijn
horloge.
„Meneer Spencer, alles wijst er op, dat Bradsliaw
niet van plan is te verschijnen. Dat hij bankroet, is,
weten we. Hij heeft me zelf verteld, dat hij honderd-
twintigduizend dollar schuld had. Ik stel dus voor,
dat liij van zijn verdere rechten op de nalatenschap
vervallen wordt verklaard, aangezien hij niet vol
daan heeft aan de voorwaarden van mijn ooms
testament."
„En ik," sprak Jessamy aanstonds, „protesteer
er tegen, dat er iéts gedaan wordt, voor meneer
Bradsliaw hier is."
Leila zag haar met een korten blik aan.
„De positie van secretaresse schijnt hier buiten
gewone voorrechten mee te brengen."
„Ik heb hier evenveel recht van spreken als ieder
ander lid van de familie Varick," hernam de heldere
stem met. levendige beslistheid. „Mijn naam is
Jessamy Landon Varick, en ik ben liet. eenige kind
van Thomas Varick. die ruim vierentwintig jaar
geleden uit. deze streek vertrokken is. En ik ben een
der bloedverwanten, die in 't huis van meneer Varick
was bij zijn dood en tijdens zijn laatste ziekte, dus
heb ik met. de anderen gelijke rechten, als meneer
Bradsliaw niet aan de voorwaarden van het testa
ment voldoet."
Er was een bommetje tusschen lien neergekomen.
Zij wisselden verschrikte blikken. Dit beteekende
niet alleen, dat Jessamy een stevige positie innam,
van waaruit zij voor Dick Bradsliaw kon vechten,
maar ook, dat ieder hunner zooveel minder zou
ontvangen, aangezien ze met. haar zouden moeten
deelen.
„Meneer Varick heeft, het niet. geweten," ging zij
met vaste stem voort, „tot den avond, dat hij stierf.
Ik wist, dat het einde naderde, en toen heb ik 't
hem verteld, en hem de laatste boodschap van mijn
vader overgebracht,, want, ik wou -t, hem pas laten
weten, als hij niet meer kon denken, dat ik in zijn
buurt bleef om wat er te halen viel, zooals anderen
deden."
„Dat hebt. u heel handig gedaan u hier in te
dringen en de onmisbare secretaresse te worden, 't
Zal wel een vreeselijke teleurstelling voor u geweest
zijn, dat u geen tijd had om méér te bereiken."
Leila zei het kwaadaardig vriendelijk, maar zij
vergat één ding. Een Varick liet zich nooit over
bluffen, en dit meisje was even goed een Varick als
zij zelf.
„Ik heb alles bereikt, waar ik voor hier kwam. Mijn
vader heeft me altijd voorgehouden, dat ik me niet
aan neef Nick bekend moest maken als een lid van
de familie dan zou hij maar denken, dat ik óók
een schrokkerige parasiet was, die van zijn edelmoe
digheid wou leven en op zijn dood wachtte. Toen ik
alleen kwam te staan, heb ik hem niets gevraagd dan
een betrekking en 't loon, dat hij voor mijn werk
over had. En wat ik hier in huis gezien heb, vóór en
na zijn dood, heeft me bewezen, dat zijn houding
volkomen juist was."
Zij slikten het in een ijzig stilzwijgen. Spencer
kuchte snel.
„De verklaring van juffrouw Varick is juist."
Het gaf een schokje, dat, hij Jessamy zoo noemde,
maar hij scheen het niet te merken. „Ik wist 't al
eenigen tijd. Rechter van Dering is de eerste geweest,
die de overeenstemming van naam en gelijkenis op
merkte tusschen juffrouw Jessamy Landon en eene
mejuffrouw Winifred Landon, die hij jaren geleden
gekend had, toen hij in Memphis logeerde. Hij
herinnerde zich, dat Tom Varick, de neef van Nico
laas Varick, daar óók was in dien tijd en veel atten
tie voor juffrouw Landon had getoond. Hij schreef
naar een ouden vriend in Memphis en kreeg ten ant
woord, dat Winnie Landon en Tom Varick ongeveer
drieëntwintig jaar geleden gehuwd waren, maar
dat ze nu, voorzoover de schrijver wist, geen van
beiden meer leefden. Rechter van Dering vond 't
noodig dat ik, als executeur, kennis van het geval
nam, en dat heb ik gedaan, en ik ben tot de conclusie
gekomen, dat alles zoo is als ik zei. Wat die andere
kwestie betreft" hij sprak zeer langzaam, op zijn
horloge kijkend „meneer Bradsliaw heeft, beloofd,
om twaalf uur. precies zijn rapport in te dienen,
't Is nu vijf voor twaalf. We zullen wachten tot
twaalf uur."
EENENDERTIGSTE HOOFDSTUK
IJier ben ik, meneer Spencer. U kunt beginnen."
Dick stond op den drempel. Niemand had hem
hooren komen, niemand wist, hoe lang hij al in huis
was, maar hij had de zwarte taseli bij zich, die
hij mee had genomen, en zijn blikken gingen lang
zaam den kring der aanwezigen rond. De bedoeling
van die wachtende groep was duidelijk. Zij waren
daar, om zijn nederige bekentenis aan te hooren
en hun eigen plaatsen in zijn huis in te nemen.
De maskers waren afgelegd, het geveins was voorbij.
Hij kneep zijn lippen opeen en zijn oogen zochten die
van Jessamy. Zij ging snel naar hem toe de anderen
mochten denken wat zij wilden.
„Ik wou je eerst even spreken."
Zij gingen de hal in en liet gordijn viel achter hen
neer.
„Heb je 't gehoord vroeg zij.
„Ja, ik heb 't gehoord." Hij zag haar aan op een
eigenaardig ernstige manier, alsof hij stil een pro
bleem overwoog.
„Je weet, dat ik niets van dat geld wil hebben ten
koste van jou, is 't niet Geen cent, als je kans ziet,
't spel te winnen. Maar als je 't niet kunt. als
je er zoo wanhopig voorstaat als die mensclien den
ken eisch ik mijn aandeel van ze op, tot. den laat-
sten cent, en dan moet jij 't nemen, Dick. Dan kun
je opnieuw beginnen
E11 toen zag ze, dat hij nog op die vreemde manier
op haar neer stond te kijken, en haar handen reikten
en vatten zijn dierbaar, vermoeid gezicht, en zij.
trachtte te lachen, terwijl er een snik in haar keel
wrong.
„O, lieveling Moet ik jou nu vragen
„Zou je een gek en een mislukkeling willen hebben,
Jessamy
„Geen scheldwoorden, alsjeblieft; die wil ik niet
hooren. Ik vind je goed, precies zooals je bent."